© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||
1. | a. | F(x) =
4 + 2/(x - 3)
verticale asymptoot x = 3 horizontale asymptoot y = 4 |
|
b. | g(x) =
12/(x + 5) - 3 verticale asymptoot x = -5 horizontale asymptoot y = -3 |
||
c. | h(x) =
4/x + 10 + 5/x h(x) = 9/x + 10 verticale asymptoot x = 0 horizontale asymptoot y = 10 |
||
d. | k(x) = -4
- 8/(20
- 5x) 20 - 5x = 0 geeft x = 4 dus de verticale asymptoot is de lijn x = 4 Neem voor x bijvoorbeeld 1000000 dat geeft ongeveer y = -4 dus de horizontale asymptoot is de lijn y = -4. |
||
2. | Omgekeerd evenredig betekent V = a/P Bij P = 2 hoort V = 10 (aflezen) 10 = a/2 a = 20 Dus V = 20/P |
||
3. | a. | y = 1/x 2 naar rechts: y = 1/(x - 2) spiegelen in de x-as: y = -1/(x - 2) afstand tot de y-as halveren: y = -1/(2x - 2) |
|
b. | y = 1/x
5 naar links: y = 1/(x + 5) spiegelen in de y-as: 1/(-x + 5) afstand x-as verdubbelen: y = 2 × (1/(-x + 5)) = 2/(5 - x) |
||
4. | a. | omlaag 80 km/uur
betekent dat de rit omlaag 50/80 = 0,625 uur
= 37,5 minuten duurt. de hele rit van 100 km heeft dan 75 + 37,5 = 112,5 minuten geduurd en dat is 112,5/60 = 1,875 uur. dat is een overall-snelheid van 100/1,875 = 531/3 km/uur |
|
b. | v km/uur voor afdalen
betekent 50/v uur voor afdalen de rit omhoog was 75 minuten = 1,25 uur. de totale rit is dan 50/v + 1,25 uur en dat was 100 km. de gemiddelde snelheid is dan: |
||
(bij de eerste stap zijn teller en noemer met v vermenigvuldigd, bij de tweede stap zijn de teller en de noemer gedeeld door 1,25) | |||
c. | Als v heel
groot wordt, dan wordt de noemer ongeveer v, dus staat er 80v/80
= 80 De grafiek heeft een horizontale asymptoot van Vtot = 80 Dat betekent dat, hoe groot v ook is, je nooit meer dan gemiddeld 80 km/uur over de hele rit kunt doen. Dat is ook logisch, immers een gemiddelde van 80 km/uur zou betekenen 75 minuten voor de hele rit en die zijn na de heenweg al verbruikt. |
||
5. | a. | de zesde maand loopt
van t = 5 tot t = 6 t = 5 geeft N = 18000 + 12000/(1 + 2,5) = 18000 + 3429 = 21429 t = 6 geeft N = 18000 + 12000/(1 + 3) = 22000 Er komen dus 22000 - 21429 = 571 mieren bij. |
|
b. | 16000 = 18000 -
12000/(1 + 0,5t) -2000 = -12000/(1 + 0,5t) -2000(1 + 0,5t) = -12000 -2000 - 1000t = -12000 10000 = 1000t t = 10 dus na 10 maanden |
||
c. | vul voor t een
heel groot getal in, bijv. 1000000 Dat geeft N = 18000 - 12000/500001 = 17999,9 uiteindelijk zullen er ongeveer 18000 mieren komen. |
||