© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||
1. | a. | (x
- 1)2
+ (y - 2)2 = 13 met de lijn y
= 12 - 2x y = 12 - 2x invullen: (x - 1)2 + (10 - 2x)2 = 13 x2 - 2x + 1 + 100 - 40x + 4x2 = 13 5x2 - 42x + 88 = 0 x = (42 ± √(4))/10 x = 42/5 ∨ x = 4 Dat geeft y = 12 - 2x ⇒ y = 4 of y = 31/5 De snijpunten zijn (4,4) en (42/5, 31/5) |
|
b. | x2
+ y2 + 6x - 2y = 10 met de
lijn y = 3x + 8 y = 3x + 8 invullen: x2 + (3x + 8)2 + 6x - 2(3x + 8) = 10 x2 + 9x2 + 48x + 64 + 6x - 6x - 16 = 10 10x2 + 48x + 38 = 0 x = (-48 ± √(784))/20 x = -34/5 ∨ x = -1 Dat geeft y = 3x + 8 ⇒ y = -32/5 of y = 5 De snijpunten zijn (-1, 5) en (-34/5, -32/5) |
||
c. | x2 + 4x
= 29 - y2
- 4y met de lijn
y = -2x + 5 y = -2x + 5 invullen: x2 + 4x = 29 - (-2x + 5)2 - 4(-2x + 5) x2 + 4x = 29 - 4x2 + 20x - 25 + 8x - 20 5x2 - 24x + 16 = 0 x = (24 ± √(256))/10 x = 4/5 ∨ x = 4 Dat geeft y = -2x + 5 ⇒ y = 32/5 of y = -3 De snijpunten zijn (4/5, 32/5) en (4, -3) |
||
2. | afstand
Ö10 tot het punt (1,5)
betekent dat het punt op de cirkel met middelpunt (1, 5) en straal
√10 moet liggen. dat is de cirkel (x - 1)2 + (y - 5)2 = 10 y = 2x + 4 invullen: (x - 1)2 + (2x - 1)2 = 10 x2 - 2x + 1 + 4x2 - 4x + 1 = 10 5x2 - 6x - 8 = 0 x = (6 ± √(196))/10 x = -4/5 ∨ x = 2 Dat geeft y = 2x + 4 ⇒ y = 22/5 y = 8 De gezochte punten zijn (-4/5, 22/5) en (2, 8) |
||
3. | a. | 2y
- x = 16 en de cirkel
x2 + y2 -
6x - 4y = 3 x = 2y - 16 invullen in de cirkelvergelijking: (2y - 16)2 + y2 - 6(2y - 16) - 4y = 3 4y2 - 64y + 256 + y2 - 12y + 96 - 4y - 3 = 0 5y2 - 80y + 349 = 0 D = 802 - 4 × 5 × 349 = -580 Dat is kleiner dan nul dus er zijn geen snijpunten. |
|
b. | Trek een lijn van het
middelpunt van de cirkel loodrecht op de gegeven lijn. x2 + y2 - 6x - 4y = 3 x2 - 6x + 9 - 9 + y2 - 4y + 4 - 4 = 3 (x - 3)2 + (y - 2)2 = 16 heeft middelpunt M = (3, 2) en straal r = 4 2y - x = 16 geeft y = 8 + 0,5x De rc van de lijn is 0,5, dus de rc van de loodrechte lijn is -2 y = -2x + b moet door (3, 2) gaan Dan is 2 = -2 × 3 + b dus b = 8 De loodrechte lijn is de lijn y = -2x + 8 Snijden met de gegeven lijn: -2x + 8 = 8 + 0,5x Dat heeft x = 0 dus het snijpunt is S = (0, 8) De afstand MS is gelijk aan √(32 + 62) = √45 Dan is de afstand van de lijn tot de cirkel √45 - 4 ≈ 2,71 |
||
4. | cirkel met middelpunt (-2,
6) en straal 8: (x + 2)2 + (y - 6)2 = 64 y = 6 - x2 invullen: (x + 2)2 + (-x2)2 = 64 x2 + 4x + 4 + x4 = 64 Te moeilijk, dus met de GR: Y1 = x2 + 4x + 4 + x4 Y2 = 64 intersect geeft x = -2,820951..... ∨ x = 2,5633619..... Dat geeft y = -1,95776... ∨ y = -0,57092... De afstand is dan √(5,38...2 + (-1,38...)2 ) = √(30,91...) ≈ 5,56 |
||