1. a. 5x + y = 15  en  4x + 3y = 23
de eerste geeft  y = 15 - 5x
invullen in de tweede:  4x + 3(15 - 5x) = 23
4x + 45 - 15x = 23
22 = 11x
x
= 2
dan is  y = 5
       
  b. 2x - 8y = 22  en  5x - 6y = 27
de eerste geeft   2x = 22 + 8y  dus  x = 11 + 4y
invullen in de tweede:   5(11 + 4y) - 6y = 27
55 + 20y - 6y = 27
14y = -28
y
= -2
dan is  x = 3 
       
  c. 4x + 3y = -29  en   4y - 2x = -24
de tweede geeft  2x = 4y + 24  dus  x = 2y + 12
invullen in de eerste:   4(2y + 12) + 3y = -29
8y + 48 + 3y = -29
11y = -77
y = -7
dan is x = -2
       
  d. x - 7 =  3y - x  en   3x = 6y + 6
de tweede geeft x = 2y + 2
invullen in de eerste:  2y + 2 - 7 = 3y - 2y - 2
2y - 5 = y - 2
y
= 3
dan is x = 8 
       
  e. -2x - 8y = 8  en  2y = x - 20  
de tweede geeft  x = 2y + 20
invullen in de eerste:   -2(2y + 20) - 8y = 8
-4y - 40 - 8y = 8
-12y = 48
y = -4
dan is  x = 12
       
  f. 2x = 19 + 5y  en  -49 - 3x = 8y
de eerste geeft  x = 9,5 + 2,5y
invullen in de tweede:  -49 - 3(9,5 + 2,5y) = 8y
-49 - 28,5 - 7,5y = 8y
-77,5 = 15,5y
y
= -5
dan is  x = -3
       
2. a. 10x2 = 3y2  + 40x - 25  en   2x + 6y = 28
de tweede geeft  x = 14 - 3y
invullen in de eerste:   10(14 - 3y)2 = 3y2 + 40(14 - 3y) - 25
Y1 = 10(14 - 3X)2
Y2 =  3X2 + 40(14 - 3X) - 25
intersect levert  y = 5  ∨  y = 3,28
dat geeft  x = -1 ∨  x = 4,17
       
  b. 4 - 12 =  6x   en   x3  + 3 =  x2 + 2√y
De eerste geeft  y = 1,5x + 3
invullen in de tweede:  x3 + 3 = x2 + 2√(1,5x + 3)
Y1 =  x3 + 3
Y2 = x2 + 2√(1,5x + 3)
intersect levert  x = 1,63
dan is  y = 5,44
       
  c. y/(x - 3)  = 3x + y   en    y/ = 2x
de tweede geeft  y = 2x2
invullen in de eerste:  2x2/(x - 3) = 3x + 2x2
Y1 = 2x2/(x - 3)
Y2 =  3x + 2x2
intersect geeft   x = -1,21  ∨  x = 0  ∨  x = 3,71
dan is      y = 2,94   ∨  y = 0   ∨  y = 27,56
 
       
3. Stel dat Guus bij G adressen is langs geweest en Kees bij K adressen.

G + K = 134
1,5G + 1,6K = 206,40

De eerste geeft K = 134 - G
invullen in de tweede:  1,5G + 1,6(134 - G) = 206,40
1,5G + 214,40 - 1,6G = 206,40
0,1G = 8
G = 80   (en dus is K = 54)