© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |
|||
1. | a. | y = -3x2
+ 12x - 10 xtop = -12/-6 = 2 ytop = -3 · 22 + 12 · 2 - 10 = 2 de top is (2,2) |
|
b. | y = 5x2
- 6x + 9 xtop = 6/10 = 0,6 ytop = 5 · 0,62 - 6 · 0,6 + 9 = 7,2 de top is (0.6, 7.2) |
||
c. | y = 2x2
+ 7x - 3 xtop = -7/4 = -1,75 ytop = 2 · -1,752 + 7 · -1,75 - 3 = -9,125 de top is (-1.75, -9.125) |
||
2. | a. | xtop =
-p/-8 = 1/8p ytop = -4(1/64p2) + p(1/8p) - 5 ytop = 1/16p2 - 5 1/16p2 - 5 = -4 1/16p2 = 1 p2 = 16 p = 4 ∨ p = -4 |
|
b. | xtop =
4/2p = 2/p ytop = p(2/p)2 - 4(2/p) + 12 ytop = 4/p - 8/p + 12 ytop = -4/p + 12 = 14 -4/p = 2 p = -2 |
||
3. | xtop =
-p/4 ytop = 2(-p/4)2 + p(-p/4) + 8 ytop = 1/8p2 - 1/4p2 + 8 ytop = -1/8p2 + 8 De top is het punt (-p/4, -1/8p2 + 8) Dat ligt op y = 4x + 2 als -1/8p2 + 8 = 4(-p/4) + 2 -1/8p2 + 8 = -p + 2 p2 - 8p - 48 = 0 (p + 4)(p - 12) = 0 p = 4 ∨ p = -12 |
||
4. | xtop =
-8/2a = -4/a ytop = a(-4/a)2 + 8(-4/a) + 4a ytop = 16/a - 32/a + 4a ytop = -16/a + 4a ytop = 0 geeft -16/a + 4a = 0 4a = 16/a 4a2 = 16 a2 = 4 a = 2 ∨ a = -2 Maar als er een minimum moet zijn dan moet a > 0 want dan is het een dalparabool. Het minimum is positief als a > 2 |
||
5. | 4 - x2
= 0 ⇒ x2 = 4
⇒ x = 2 ∨
x = -2 A = (-2, 0) en B = (2,0) De verschoven parabool gaat door (2,0) en heeft dezelfde vorm als de oorspronkelijke. de vergelijking is dan van de vorm: y = -x2 + bx + c (2, 0) invullen: 0 = -4 + 2b + c dus c = 4 - 2b en de vergelijking wordt y = -x2 + bx + 4 - 2b De top ligt bij xT = -b/-2 = 0,5b Dan is yT = -(0,5b)2 + 0,5b • b + 4 - 2b yT = -0,25b2 + 0,5b2 + 4 - 2b yT = 0,25b2 - 2b + 4 Er moet gelden yT = xT + 4: 0,25b2 - 2b + 4 = 0,5b + 4 0,25b2 - 2,5b = 0 0,25b(b - 10) = 0 b = 0 ∨ b = 10 waarvan b = 10 gezien de figuur de juiste oplossing is. dan is xT = 5 en yT = 9 dus de top is (5, 9) |
||