© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

     
1. a. √(x + 6) = x
x +
6 = x2
0 = x2 - x - 6
0 = (x - 3)(x + 2)
x = 3  ∨  x = -2
x = -2 vervalt, dus blijft over x = 3
       
  b. 2 - 3√(x) =  x - 16
-3√x = x - 18
9x = (x - 18)2 
9x = x2 - 36x + 324
x2 - 45x + 324 = 0
(x - 9)(x - 36) = 0
x = 9  ∨  x = 36
x = 36 vervalt, dus blijft over x = 9
       
  c. -5√(2x + 1) = -12
25(2x + 1) = 144
50x + 25 = 144
50x = 119
x = 119/50  en die voldoet
       
  d. x + 1 = 3 + √x
x
- 2 = x
(x - 2)2 = x
x
2 - 4x + 4 = x
x
2 - 5x + 4 = 0
(x - 4)(x - 1) = 0
x = 4 ∨ x = 1
x = 1 vervalt, dus blijft over x = 4
       
  e. √(6 - 5x) + x = 2
√(6 - 5x) = 2 - x
6 - 5x = (2 - x)2
6 - 5x = 4 - 4x + x2
0 = x2 + x - 2
0 = (x - 1)(x + 2)
x = 1 ∨ x = -2
beiden voldoen
       
  f. 2√x - x = -15
2√x = x - 15
4x = (x - 15)2
4x = x2 - 30x + 225
0 = x2 - 34x + 225
0 = (x - 9)(x- 25)
x = 9 ∨ x = 25
x = 9 vervalt dus blijft over x = 25
       
  g. √(4 - x) = x + 8
4 - x = (x + 8)2
4 - x = x2 + 16x + 64
0 = x2 + 17x + 60
0 = (x + 5)(x + 12)
x = -5 ∨ x = -12
x= -12 vervalt dus blijft over x = -5
       
  h. 2x + 2 = 2√x + x + 10
x - 8 = 2√x
(x - 8)2 = 4x
x
2 - 16x + 64 = 4x
x
2 - 20x + 64 = 0
(x - 4)(x - 16) = 0
x = 4 ∨ x = 16
x = 4 vervalt dus blijft over x = 16
       
  i. x -x = 30
x - 30 = √x
(x - 30)2 = x
x
2 - 60x + 900 = x
x
2 - 61x + 900 = 0
(x - 36)(x - 25) = 0  (mag ook wel met de ABC-formule)
x = 36 ∨  x = 25
x = 25 vervalt, dus blijft over x = 36
       
  j. √(1 + √x) = 4
1 + √x = 16
x = 15
x = 225 en die voldoet
       
2. a. Het getal 9 heeft ervoor gezorgd dat de grafiek van √x over een afstand 9 naar links is geschoven.
       
  b. 100 = 16 • √(t + 9)
10000 = 256(t + 9)
10000/256 = t + 9
t = 10000/256 - 9 = 30,06 maanden
       
  c. 2 jaar is 24 maanden, dus t = 24
L(24) = 16 • √(24 + 9) = 16√33 = 91,91 cm
dat is 91,91 - 69,6 = 22,31 cm langer en dat is  22,31/69,6 · 100% = 32% langer.
       
  d. Voor het boompje geldt  h = at + b  met  b = 60 (begingetal)
Op t = 24 is h = 69,6
Dat geeft  69,6 = 24a + 60   ⇒    24a = 9,6  ⇒  a = 0,4
Voor het boompje geldt dus h = 0,4t + 60
Gelijkstellen aan Laurens:  16 • √(t + 9) = 0,4t + 60
256(t + 9) = (0,4t + 60)2
256t + 2304 = 0,16t2 + 48t + 3600
0 = 0,16t2 - 208t + 1296
De ABC-formule geeft  t = 1294 ∨  t = 6,26  waarbij de oplossing 1294 vervalt.
Na 6,26 maanden zijn het boompje en Laurens even lang.
       
3. a. (-2x + 12) = x - 1
-2x + 12 = (x - 1)2
-2x + 12 = x2 - 2x + 1
11 = x2
x = 11  ∨   x = -11
De eerste is de gezochte oplossing:  x = 11 ≈ 3,32

f  bestaat als -2x + 12 ≥ 0  dus dat is voor  x ≤ 6
De grafiek van  f  ligt onder die van g voor  3.32 ≤ x ≤ 6
De oplossing is dus  [3.32, 6]
       
  b. Als boven T ligt, dan is de lengte van ST gelijk aan yS - yT
yS - yT = 2
(-2x + 12) - (x - 1) = 2
(-2x + 12) = 2 + x - 1
(-2x + 12) = 1 +  x
-2x + 12 = (1 + x)2
-2x + 12 = 1 + 2x + x2
0 = x2 + 4x - 11
De ABC-formule geeft dan   x = 1,87   ∨   x = -5,87.
De gezochte oplossing is x = 1,87
       
4. Voor een snijpunt zou moeten gelden:  √(x2 − 6x) = x - 2
x2 - 6x = (x - 2)2
x2 - 6x = x2 - 4x + 4
-4 = 2x
x
= -2
controleren:  ((-2)2 - 6 • -2) = (4 + 12) = 4  en   -2 - 2 = -4
Dat is dus een valse wortel.
Er zijn dus geen oplossingen, dus de grafieken snijden elkaar niet.
       
5. a. y = 0  geeft  -7/4x + 7/2 = 0
-7x + 14 = 0
x = 2
invullen in f   y = √(-3 • 2 + 6) = 0 dus dat is inderdaad ook het snijpunt van de grafiek van f met de x-as.
       
  b. √(-3x + 6) = -7/4x + 7/2
vermenigvuldig met 4:   4√(-3x + 6) = -7x + 14
kwadrateren:  16(-3x + 6) = (-7x + 14)2
-48x + 96 = 49x2 - 196x + 196
0 = 49x2 - 148x + 100
ABC-formule:    x = (148 ±√2304)/98    x =  2  of  x = 1,02
De tweede oplossing is   x = 1,02