|
|||||
1. | a. | 6x + 5y = 171 ggd(6, 5) = 1 en dat is een deler van 171 1 = 6 - 1 • 5 171 = 171 • 6 - 171 • 5 een oplossing is dus x = 171 en y = -171 y wordt positief door er 29 • 6 bij op te tellen, dus dan moet van x 29 • 5 af. dat geeft x = 26, y = 3 trek nu steeds 5 van x af en tel 6 bij y op om de andere oplossingen te krijgen: x = 26, y = 3 x = 21, y = 9 x = 16, y = 15 x = 11, y = 21 x = 6, y = 27 x = 1, y = 33 |
|||
b. | 37x + 20y = 1209 ggd (37,20) = 1 en dat is een deler van 1209 37 = 1 • 20 + 17 20 = 1 • 17 + 3 17 = 5 • 3 + 2 3 = 1 • 2 + 1 dus GGD = 1 omdraaien: 1 = 3 - 1 • 2 1 = 3 - 1 • (17 - 5 • 3) = -1 • 17 + 6 • 3 1 = -1 • 17 + 6 • (20 - 1 • 17) = 6 • 20 - 7 • 17 1 = 6 • 20 - 7 • (37 - 1 • 20) = -7 • 37 + 13 • 20 vermenigvuldig alles met 1209: 1209 = -8463 • 37 + 15717 • 20 dus x = -8463 en y = 15717 is één oplossing. tel nu steeds 20 bij x op en trek even vaak 37 van y af om andere (positieve) oplossingen te krijgen: x = -8463 + 424 • 20 = 17 en y = 15717 - 424 • 37 = 29 meer zijn er niet..... |
||||
c. | 87x - 64y = 3 87 = 1 • 64 + 23 64 = 2 • 23 + 18 23 = 1 • 18 + 5 18 = 3 • 5 + 3 5 = 1 • 3 + 2 3 = 1 • 2 + 1 dus GGD = 1 omdraaien: 1 = 3 - 1 • 2 1 = 3 - 1 • (5 - 1 • 3) = -1 • 5 + 2 • 3 1 = -1 • 5 + 2 • (18 - 3 • 5) = 2 • 18 - 7 • 5 1 = 2 • 18 - 7 • (23 - 1 • 18) = -7 • 23 + 9 • 18 1 = -7 • 23 + 9 • (64 - 2 • 23) = 9 • 74 - 25 • 23 1 = 9 • 64 - 25 • (87 - 1 • 64) = -25 • 87 + 34 • 64 = 87 • -25 - 64 • -34 vermenigvuldig alles met 3: 3 = 87 • -75 - 64 • -102 dus x = -75 en y = -102 is één oplossing. trek nu een aantal keer -64 van x af, en tel even vaak 87 bij y op x = -75 - 2 • -64 = 53 en y = -102 + 2 • 87 = 72 x = 53 - - 64 = 117 en y = 72 + 87 = 159 er zijn oneindig veel oplossingen. Je kunt ze samenvatten als x = 53 + k • 64 en y = 72 + k • 87 met k = 0, 1, 2, ... |
||||
2. | Daarbij hoort de
vergelijking 4x + 7y = 81 GGD(4, 7) = 1 7 = 1 • 4 + 3 4 = 1 • 3 + 1 omdraaien: 1 = 4 - 1 • 3 1 = 4 - 1 • (7 - 1 • 4) = -1 • 7 + 2 • 4 vermenigvuldig met 81: 162 • 4 - 81 • 7 = 81 trek van 162 een aantal keer 7 af, en tel even vaak bij -81 een aantal keer 4 op. -81 + 21 • 4 = 3 en 162 - 21 • 7 = 15 dus x = 15 en y = 3 3 + 4 = 7 en 15 - 7 = 8 dus x = 8 en y = 7 7 + 4 = 11 en 8 - 1 = 1 dus x = 1 en y = 11 Dat waren de drie mogelijkheden. |
||||
3. | a. | Laten we vanaf de
laatste piraat terugredeneren..... Stel dat die drie stapels van y kokosnoten maakt. Dan vond hij dus 3y + 1 kokosnoten (eentje ging naar de aap) Die 3y + 1 is wat de één na laatste piraat overliet. Als die piraat x kokosnoten aantrof, dan liet hij 2/3(x - 1) over 2/3(x - 1) = 3y + 1 betekent dat x = 4,5y + 2,5 De tweede piraat begon met 4,5y + 2,5 kokosnoten, en dat was wat de eerste piraat overliet. Als die eerste piraat met x kokosnoten begon, dan geldt dus alweer 2/3(x - 1) = 4,5y + 2,5 2/3x - 2/3 = 9/2y + 5/2 vermenigvuldig met 6: 4x - 4 = 27y + 15 4x - 27y = 19 x en y moeten gehele aantallen (kokosnoten) zijn. |
|||
b. | 27 = 6 • 4 + 3 4 = 1 • 3 + 1 dus GGD(27, 4) = 1 omdraaien: 1 = 4 - 1 • 3 1 = 4 - 1 • (27 - 6 • 4) = -1 • 27 + 7 • 4 Dat geeft de vergelijking 4 • 7 - 27 • 1 = 1 vermenigvuldig met 19: 4 • 133 - 27 • 19 = 19 x = 133, y = 19 x steeds 27 kleiner maken(-27 bij optellen) en y 4 kleiner. 133 - 19 106 - 15 79 - 11 52 - 7 25 - 3 en nou kan het niet kleiner. We begonnen met 25 kokosnoten... |
||||
4. | Stel x pennen
en y kladblokken en z elastieken. 20 voorwerpen: x + y + z = 20 100 euro: 5x + 7y + 2z = 100 maak van de eerste z = 20 - x - y en vul dat in in de tweede; 5x + 7y + 2(20 - x - y) = 100 3x + 5y = 60 5 = 1 • 3 + 2 3 = 1 • 2 + 1 dus GGD = 1 omdraaien: 1 = 3 - 1 • 2 1 = 3 - 1 • (5 - 1 • 3) = -1 • 5 + 2 • 3 Een oplossing is 1 = 3 • 2 - 5 • 1 vermenigvuldig met 60: 60 = 3 • 120 + 5 • -60 Maar nu moeten we x en y positief maken. Tel bij y steeds 3 op en trek van x steeds 5 af. -60 + 20 • 3 = 0 en 120 - 20 • 5 = 20 dat zijn 20 pennen, 0 kladblokken en dus 0 elastieken. 0 + 3 = 3 en 20 - 5 = 15 dat zijn 15 pennen, 3 kladblokken en dus 2 elastieken. 3 + 3 = 6 en 15 - 5 = 10 dat zijn 10 pennen, 6 kladblokken en dus 4 elastieken. 6 + 3 = 9 en 10 - 5 = 5 dat zijn 5 pennen, 9 kladblokken en dus 6 elastieken. 9 + 3 = 12 en 5 - 5 = 0 dat zijn 0 pennen, 12 kladblokken en dus 8 elastieken. Er zijn kennelijk 5 manieren om zijn geld te besteden. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |