|
|||||
1. | a. | horizontaal:
als x heel groot wordt, dan wordt x - 5 dat ook, dus de
breuk wordt nul. y wordt dan -4 = 0 = -4 de horizontale asymptoot is de lijn y = -4 verticaal:
delen door nul als x - 5 = 0 dus x = 5 |
|||
b. | horizontaal:
als x heel groot wordt, dan wordt de noemer ongeveer 5x en
de teller ongeveer 2x Dus wordt de hele breuk ongeveer 2x/5x = 2/5 de horizontale asymptoot is de lijn y = 2/5 verticaal: delen door nul als 5x - 2 = 0 dus als x = 2/5 de verticale asymptoot is de lijn x = 2/5 |
||||
c. | horizontaal:
als x heel groot wordt, wordt de noemer ongeveer x2
en de teller ongeveer 3x Dus wordt de hele breuk 3x/x² = 3/x en dat wordt nul als x heel groot wordt. de horizontale asymptoot is de lijn y = 0 (de x-as)
verticaal: delen door nul als x2 - 1
= 0 dus als x = 1 of x = -1 |
||||
d. | horizontaal:
als x heel groot wordt, wordt de noemer ongeveer -2x en de
teller ongeveer 3x Dus wordt de hele breuk ongeveer 3x/-2x = -3/2 de horizontale asymptoot is de lijn y = -3/2
verticaal: delen door nul als 6 - 2x = 0 ofwel x
= 3 |
||||
e. | horizontaal: de eerste breuk is hetzelfde als 2/x2 en dat wordt nul als x heel groot wordt. Van de tweede breuk wordt, als x heel groot wordt, de teller ongeveer x2 en de noemer 3x die tweede breuk wordt dan x2/3x = x/3 en dat wordt heel groot als x heel groot wordt. Dus als x heel groot wordt, wordt y het ook en er is geen horizontale asymptoot. verticaal: delen door nul als x = 0 |
||||
f. | horizontaal:
als x heel groot wordt dan wordt de teller van de breuk gelijk
aan 4x2 en de noemer x2 de hele breuk wordt dan 4x2 /x2 = 4 de horizontale asymptoot is de lijn y = 4 verticaal:delen door nul als x2 + 3 = 0 maar dat is nooit zo. Geen verticale asymptoot dus. |
||||
g. | horizontaal:
als x heel groot wordt, dan wordt de teller gelijk aan x
en de noemer gelijk aan √x De hele breuk wordt dan x/√x = √x en dat wordt ook heel groot als x heel groot wordt. Daarom is er geen horizontale asymptoot. verticaal: delen door nul als √x - 2 = 0 ofwel x = 4 de verticale asymptoot is de lijn x = 4 |
||||
h. | horizontaal:
als x heel groot wordt, dan wordt de teller ongeveer -4x2
en de noemer ongeveer x2 de hele breuk wordt dan ongeveer -4x2 / x2 = -4 de horizontale asymptoot is de lijn y = -4 verticaal:
delen door nul als x2 + 5x + 6 = 0 |
||||
2. | horizontaal: voor x heel groot wordt de teller gelijk aan 2x en de noemer -ax de hele beuk wordt dan 2x/-ax = -2/a de horizontale asymptoot is de lijn y = -2/a verticaal: delen door nul als 8 - ax = 0 ofwel x = 8/a de verticale asymptoot is de lijn x = 8/a |
||||
3. | a. | Er zijn oneindig veel mogelijkheden. De eenvoudigste is misschien y = 4 + 1/(x - 5) | |||
b. | Er zijn oneindig veel mogelijkheden. De eenvoudigste is misschien y = - 2 + 1/(x - 2)(x + 3) | ||||
4. | a. | 500 = (p
- 12000)/(2p - 100) 500(2p - 100) = p - 12000 1000p - 50000 = p - 12000 999p = 38000 p = 38000/999 ≈ 38% |
|||
b. | p = 50 is de
verticale asymptoot van de grafiek van A(p) Vlak bij de p = 50 loopt de grafiek dus heel sterk omhoog dus zullen erg veel extra folders nodig zijn om een lichte verhoging van p te krijgen. p = 50 zélf kan zelfs nooit bereikt worden. |
||||
5. | f(0)
= -6/(-3) + 2 = 4 dus A = (0, 4) f(x) = 0 geeft -6/(2x - 3) + 2 = 0 6/(2x - 3) = 2 2x - 3 = 3 2x = 6 x = 3 dus B = (3, 0) horizontale asymptoot: vul voor x een heel groot getal in. Dat geeft y = 2 verticale asymptoot: delen door nul, dus 2x- 3 = 0 en dan is x = 11/2 Dus S = (11/2, 2) AS heeft helling (4 - 2)/(0 - 1,5) = -4/3 BS heeft helling (2 - 0)/(1,5 - 3) = -4/3 De hellingen zijn gelijk dus de punten liggen WEL op één lijn. |
||||
6. | f
heeft verticale asymptoot als 4x - 6 = 0 dus x
= 11/2 Als je f omhoog schuift blijft de verticale asymptoot gelijk, en de horizontale asymptoot wordt y= a g heeft dus verticale asymptoot x = 11/2 De verticale asymptoot van de inverse van g is de horizontale asymptoot (y = a) van g gespiegeld. Dat is dus x = a. De afstand van a tot 11/2 moet gelijk zijn aan 4, dus a = 51/2 of a = -21/2. |
||||
7. | horizontale asymptoot: als x naar -∞ gaat, dan gaan ex en e2x naar nul, en dan wordt de breuk gelijk aan -1000/-10 = 100 Dus y = 100 is horizontale asymptoot en A = (0, 100) verticale asymptoot de noemer wordt nul als ex - 10 = 0 dus ex = 10 en dus x = ln10 De verticale asymptoot is de lijn x = ln10, dus B = (ln10, 100) Dan zou C dus (2ln10, 100) moeten zijn. en dat is (ln100, 100) Klopt dat? Invullen: f(ln100) |
||||
Het klopt, dus B is inderdaad het midden van AC. | |||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |