|
|||||
1. | a. | De basisgrafiek was y =
x2 Translatie 1 naar links geeft y = (x + 1)2 Translatie 2 omlaag geeft y = (x + 1)2 - 2 De volgorde mag ook andersom. |
|
||
b. | De basisgrafiek was y =
1/x Vermenigvuldigen met factor 2 tov de x-as geeft y = 2/x Spiegelen in de x-as geeft y = -2/x Translatie 3 omhoog geeft y = 3 - 2/x De translatie moet als laatste |
|
|||
c. | De basisgrafiek was y =
x3 Vermenigvuldiging tov de y-as met factor 0,5 geeft y = (2x)3 Spiegelen in de x-as geeft y = -(2x)3 Translatie 4 omhoog geeft y = 4 - (2x)3 De translatie moet na de spiegeling.
|
|
|||
d. | De basisgrafiek was y =
√x Translatie 4 naar rechts geeft y = √(x - 4) Vermenigvuldigen tov de y-as met factor 0,5 geeft y = √(2x - 4) Dat moet in deze
volgorde. |
|
|||
e. | De basisgrafiek was y =
√x Translatie 3 naar links geeft y = √(x + 3) Spiegelen in de x-as geeft y = -√(x + 3) Translatie 5 omhoog geeft y = 5 - Ö(x + 3) De translatie moet na de spiegeling. |
|
|||
f. | De basisgrafiek was y =
x2 Translatie 6 naar links geeft y = (x + 6)2 Vermenigvuldiging tov de y-as met factor 0,5 geeft y = (2x + 6)2 dat moet in deze volgorde. (het kan ook door eerst een vermenigvuldiging met factor 0,5 tov de y-as en daarna translatie 3 naar links) |
|
|||
g. | De basisgrafiek was y =
1/x Translatie 2 naar links geeft y = 1/(x + 2) Translatie 4 omhoog geeft y = 4 + 1/(x + 2) Het mag ook wel in de andere volgorde. |
|
|||
h. | De basisgrafiek was y =
x2 Translatie 4 naar links geeft y = (4 + x)2 Spiegelen in de y-as geeft y = (4 - x)2 Vermenigvuldiging tov de x-as met factor 2 geeft y = 2(4 - x)2 Translatie 1 omhoog geeft y = 1 + 2(4 - x)2 de translatie naar links moet voor de spiegeling. |
|
|||
2. | a. | De basisgrafiek was
y = x2 Misschien is die steiler geworden, dat is voorlopig niet te zien. Laten we stellen dat er een vermenigvuldiging met factor a tov de x-as was. Dan is de formule y = ax2 Aan de plaats van de top zie je dat de grafiek 1 naar links is verplaatst: y = a(x + 1)2 Aan de plaats van de top zie je ook dat de grafiek 3 omlaag is verplaatst: y = a(x + 1)2 - 3 De grafiek gaat door bijv. (0, -1) invullen: -1 = a(0 + 1)2 - 3 ⇒ -1 = a - 3 ⇒ a = 2 De formule wordt dan y = 2(x + 1)2 - 3 |
|||
b. | De basisgrafiek was
y = √x Misschien is die steiler geworden, dat is voorlopig niet te zien. Laten we stellen dat er een vermenigvuldiging met factor a tov de x-as was. Dan is de formule y = a√x Aan de plaats van het randpunt is te zien dat de grafiek 3 naar links is verplaatst: y = a√(x + 3) Aan de plaats van het randpunt is te zien dat de grafiek 2 omlaag is verplaatst: y = a√(x + 3) - 2 De grafiek gaat door bijv. (1, 0) invullen: 0 = a√(1 + 3) - 2 ⇒ 0 = 2a - 2 ⇒ a = 1 De formule wordt dan y = √(x + 3) - 2 |
||||
c. | De basisgrafiek was
y = 1/x Misschien is die steiler geworden, dat is voorlopig niet te zien. Laten we stellen dat er een vermenigvuldiging met factor a tov de x-as was. Dan is de formule y = a/x Aan de verticale asymptoot kun je zien dat de grafiek 2 naar rechts is verschoven: y = a/(x - 2) Aan de horizontale asymptoot kun je zien dat de grafiek 3 omhoog is geschoven: y = 3 + a/(x - 2) De grafiek gaat door bijv. (3, 3.5) Invullen: 3,5 = 3 + a/(3 - 2) ⇒ 3,5 = 3 + a ⇒ a = 0,5 De formule wordt dan y = 0,5/(x- 2) + 3 ofwel y = 1/2(x - 2) + 3 |
||||
3. | a. | y = 1/x 2 naar rechts: y = 1/(x - 2) spiegelen in de x-as: y = -1/(x - 2) afstand tot de y-as halveren: y = -1/(2x - 2) |
|||
b. | y = x2
spiegelen in de x-as: y = -x2 3 omhoog schuiven: y = -x2 + 3 afstand tot de y-as 3 keer zo groot: y = -(1/3x)2 + 3 = -1/9x2 + 3 |
||||
c. | y =
√x 2 omlaag: y = √x - 2 3 naar rechts: y = √(x - 3) - 2 afstand tot de x-as verdubbelen: y = 2 • (√(x - 3) - 2) = 2√(x - 3) - 4 |
||||
4. | a. | y = 3x
4 naar links: y = 3x + 2 = 3x • 32 = 9 • 3x afstand x-as 9 keer: y = 9 • 3x dat is inderdaad hetzelfde. |
|||
b. | tov de de x-as
met factor 8 geeft y = 8 • x3 tov de y-as met factor a geeft y = (x/a)3 = x³/a³ Dat is hetzelfde als 8 = 1/a³ ⇒ a3 = 1/8 ⇒ a = 1/2 |
||||
5. | A en B: maakt
WEL uit. Als je eerst opzij schuift en dan verdubbelt, dan wordt die
verschuiving ook verdubbeld A en C: maakt NIET uit: opzij schuiven en omhoog/omlaag schuiven beïnvloeden elkaar niet. A en D: maakt NIET uit horizontale beweging en verticale beweging (spiegelen) beïnvloeden elkaar niet. B en C: maakt NIET uit horizontale beweging en verticale beweging (spiegelen) beïnvloeden elkaar niet. B en D: maakt NIET uit horizontale beweging en verticale beweging (spiegelen) beïnvloeden elkaar niet. C en D: maakt WEL uit. als je eerst omlaag schuift en dan spiegelt, dan wordt dat omlaag geschoven deel ook gespiegeld. |
||||
6. | a. | De basisgrafiek was
y = x2 Misschien is die steiler geworden, dat is voorlopig niet te zien. Laten we stellen dat er een vermenigvuldiging met factor a tov de x-as was. Dan is de formule y = ax2 Aan de plaats van de top zie je dat de grafiek 3 naar rechts is verplaatst: y = a(x - 3)2 Aan de plaats van de top zie je ook dat de grafiek 4 omlaag is verplaatst: y = a(x - 3)2 - 4 De grafiek gaat door bijv. (2, -2) invullen: -2 = a(2 - 3)2 - 4 ⇒ -2 = a - 4 ⇒ a = 2 De formule wordt dan y = 2(x - 3)2 - 4 |
|||
b. | De basisgrafiek was
y = 1/x Misschien is die steiler geworden, dat is voorlopig niet te zien. Laten we stellen dat er een vermenigvuldiging met factor a tov de x-as was. Dan is de formule y = a/x Aan de verticale asymptoot kun je zien dat de grafiek 2 naar links is verschoven: y = a/(x + 2) Aan de horizontale asymptoot kun je zien dat de grafiek 1 omlaag is geschoven: y = a/(x + 2) - 1 De grafiek gaat door bijv. (-1, 2) Invullen: 2 = a/(-1 + 2) - 1 ⇒ 2 = a - 1 ⇒ a = 3 De formule wordt dan y = 3/(x+ 2) - 1 |
||||
c. | De basisgrafiek was
y = √x Misschien is die steiler geworden, dat is voorlopig niet te zien. Laten we stellen dat er een vermenigvuldiging met factor a tov de x-as was. Dan is de formule y = a√x Aan de grafiek is te zien dat die gespiegeld is in de x-as: y = -a√x Aan de plaats van het randpunt is te zien dat de grafiek 3 naar rechts is verplaatst: y = -a√(x - 3) Aan de plaats van het randpunt is te zien dat de grafiek 4 omhoog is verplaatst: y = -a√(x - 3) + 4 De grafiek gaat door bijv. (7, 0) invullen: 0 = -a√(7 - 3) + 4 ⇒ 0 = -2a + 4 ⇒ a = 2 De formule wordt dan y = -2√(x - 3) + 4 |
||||
d. | De basisgrafiek was
y = x3 Misschien is die steiler geworden, dat is voorlopig niet te zien. Laten we stellen dat er een vermenigvuldiging met factor a tov de x-as was. Dan is de formule y = ax3 Aan de vorm van de grafiek zie je dat die is gespiegeld in de x-as: y = -ax3 Aan het buigpunt (waar de grafiek horizontaal loopt) is te zien dat de grafiek 2 naar rechts is verplaatst: y = -a(x - 2)3 Aan het buigpunt is te zien dat de grafiek 4 omhoog is verplaatst: y = -a(x - 2)3 + 4 De grafiek gaat bijv. door (1, 5) invullen: 5 = -a(1 - 2)3 + 4 ⇒ 5 = a + 4 ⇒ a = 1 De formule wordt dan y = -(x - 2)3 + 4 |
||||
e. | De basisgrafiek was
y = x2 Misschien is die steiler geworden, dat is voorlopig niet te zien. Laten we stellen dat er een vermenigvuldiging met factor a tov de x-as was. Dan is de formule y = ax2 Aan de vorm zie je dat hij is gespiegeld in de x-as: y = -ax2 Aan de plaats van de top zie je dat de grafiek 1 naar rechts is verplaatst: y = -a(x - 1)2 Aan de plaats van de top zie je ook dat de grafiek 3 omhoog is verplaatst: y = -a(x - 1)2 + 3 De grafiek gaat door bijv. (3, 1) invullen: 1 = -a(3 - 1)2 + 3 ⇒ 1 = -4a + 3 ⇒ a = 1/2 De formule wordt dan y = -1/2(x - 1)2 + 3 |
||||
f. | De basisgrafiek was
y = 1/x Misschien is die steiler geworden, dat is voorlopig niet te zien. Laten we stellen dat er een vermenigvuldiging met factor a tov de x-as was. Dan is de formule y = a/x Aan de vorm is te zien dat hij is gespiegeld in de x-as: y = -a/x Aan de verticale asymptoot kun je zien dat de grafiek 1 naar rechts is verschoven: y = -a/(x - 1) Aan de horizontale asymptoot kun je zien dat de grafiek 3 omhoog is geschoven: y = -a/(x - 1) + 3 De grafiek gaat door bijv. (-1, 5) Invullen: 5 = -a/(-1 - 1) + 3 ⇒ 5 = 1/2a + 3 ⇒ a = 1 De formule wordt dan y = 1/(x - 1) + 3 |
||||
7. | a. | Dat is het snijpunt
van beide grafieken: 2 +
√(4 - 2x) = 2 - √(2x
- 4) √(4 - 2x) = -√(2x - 4) Wortels zijn nooit negatief, dus dat kan alleen als die wortels beiden nul zijn Dat geeft x = 2 en daarna y = 2 dus Q = (2, 2) en de hoogte is 2. |
|||
b. |
begin met √x schuif hem 4 naar rechts: √(x - 4) vermenigvuldig tov y-as met factor 0,5: √(2x - 4) spiegel in de x-as -√(2x - 4) schuif hem 2 omhoog: 2 - √(2x - 4) |
||||
c. | Schuif PQ 2 naar
links en 2 omlaag, dan komt het punt Q in de oorsprong. (De formule is dan y = √(-2x) Spiegel nu in de x-as en in de y-as (de formule is dan y = -√(2x)) Schuif nu weer 2 naar rechts en 2 omhoog, dan komt punt Q weer op zijn "oude plaats". (de formule is dan die van QR) |
||||
8. | a. | De grafiek van y = 3x
is 1 naar rechts en 2 omlaag geschoven. De asymptoot wordt dan y = -2 zie de figuur hiernaast. |
|||
b. | 3x
verschuiving 6 omlaag geeft 3x - 6 3x - 6 vermenigvuldiging met 1/3 tov x-as geeft 1/3(3x - 6) 1/3(3x - 6) = 1/3 • 3x - 2 = 3-1 • 3x - 2 = 3-1+x - 2 en dat is inderdaad f. |
||||
c. | y =
3x vermenigvuldigen met factor a tov
y-as geeft y = 3x/a
(-20, 81) ligt daarop dus 81 = 3-20/a -20/a = 4 a = -5 |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |