|
|||||
1. | a. | bovenste - onderste = 6 p2 + 1 - 0,5p = 6 p2 - 0,5p - 5 = 0 De ABC-formule geeft dan p = 21/2 of p = -2 Omdat p > 0 blijft over p = 21/2 |
|||
b. | Als BC : AB = 3 : 17, dan is
BC = 3/20AC Maar BC = 0,5q en AC = q2 + 1 Dus 0,5q = 3/20(q2 + 1) 10q = 3(q2 + 1) 3q2 - 10q + 3 = 0 De ABC-formule geeft q = 3 of q = 1/3 |
||||
2. | a. | f(q) = g(q
+ 51/4) 6 + √q = q + 51/4 q - √q - 3/4 = 0 ABC formule voor √q geeft √q = 11/2 of √q = -1/2 Omdat een wortel positief is blijft over √q = 11/2 dus q = 21/4. Dan is f(q) = p = q + 51/4 = 21/4 + 51/4 = 71/2. f(q + 51/4) = g(q) 6 + √(q + 51/4) = q √(q + 51/4) = q - 6 q + 51/4 = (q - 6)2 q + 51/4 = q2 - 12q + 36 q2 - 13q + 303/4 = 0 geeft q = 9,89116 of q = 3,1088 p is dan gelijk aan g(q) = q. omdat we hebben gekwadrateerd even controleren: q = 9,89116 geeft 6 + √(15,14116) = 9,89116 en dat klopt. q = 3,1088 geeft 6 + √(8,3588) = 3,1088 en dat klopt niet. De oplossing is dus p = 9,89116 |
|||
b. | AC : AB = 25 : 9
betekent dat AC = 25/34BC Als BC = 34q dan is AC = 25q Dus moet gelden: f(25q) = g(34q) 6 + √(25q) = 34q √(25q) = 34q - 6 25q = (34q - 6)2 25q = 1156q2 - 408q + 36 1156q2 - 433q + 36 = 0 De ABC formule levert dan q = (433 ± √21025)/2312 = (433 ± 145)/2312 = 1/4 of 36/289 omdat we hebben gekwadrateerd even controleren: q = 1/4 geeft 6 + √(25 · 1/4) = 34 · 1/4 en dat klopt q = 36/289 geeft 6 + √(25 · 36/289) = 34 · 36/289 en dat klopt niet. q = 1/4 geeft BC = 25 · 1/4 = 81/2 dus is ook p = 81/2. |
||||
3. | Een punt van de
grafiek is (x, 3√x) Pythagoras levert dan x2 + (3√x)2 = 202 x2 + 9x = 400 x2 + 9x - 400 = 0 (x - 16)(x + 25) = 0 x = 16 of x = -25 Die laatste vervalt, want daar bestaat de grafiek van 3√x niet. x = 16 geeft het punt (16, 12) |
||||
4. | Voor de lengte L van
zo'n lijnstuk geldt: L = (2x2 + 6x + 8) -
(4x - x2 + 3) = 2x2 + 6x
+ 8 - 4x + x2 - 3 L = 3x2 + 2x + 5 |
||||
a. | 3x2 + 2x
+ 5 = 5,07 3x2 + 2x - 0,07 = 0 De ABC-formule geeft: x = (-2 ± 2,2)/6 = 1/30 of -17/10 |
||||
b. | L is minimaal als de
afgeleide ervan nul is. L' = 6x + 2 = 0 geeft x = -1/3. Dan is de lengte L(-1/3) = 42/3 of: De formule voor L is een kwadratische formule. De top ligt bij -b/2a = -2/6 = -1/3 Dan is de lengte L(-1/3) = 42/3 |
||||
c. | 2x2 + 6x
+ 8 = 6 2x2 + 6x + 2 = 0 x2 + 3x + 1 = 0 ABC-formule: x = (-3 ± √5)/2 = -11/2 ± 1/2√5 4x - x2 + 3 = 6 x2 - 4x + 3 = 0 (x - 3)(x - 1) = 0 x = 3 ∨ x = 1 Het dichtst bij elkaar liggen x = -11/2 + 1/2√5 en x = 1 De afstand daartussen is 1 - (-11/2 + 1/2√5 ) = 21/2 - 1/2√5 |
||||
d. | P1(p) =
P2(p + 1,7) 2p2 + 6p + 8 = 4(p + 1,7) - ( p + 1,7) 2 + 3 2p2 + 6p + 8 = 4p + 6,8 - p2 - 3,4p - 2,89 + 3 3p2 + 5,4p + 1,09 = 0 De ABC-formule geeft p = -0,2317 ∨ p = -1,5683 De laatste ligt echter links van de top van P1, dus is niet het "dichtstbijzijnde punt" p = -0,2317 geeft de y-waarden 6,71. Dus q = 6,71 |
||||
5. | ax = x2
x2 - ax = 0 x(x - a) = 0 x = 0 ∨ x = a De snijpunten zijn de punten (0,0) en (a, a2) OP = Ö(a2 + a4) = Ö90 a2 + a4 = 90 Noem a2 = b dan is a4 = b2 b2 + b - 90 = 0 (b - 9)(b + 10) = 0 b = 9 ∨ b = -10 a2 = 9 ∨ a2 = -10 a = 3 ∨ a = -3. |
||||
6. | Als AB : BC = 8 : 117
dan is AB = 8/125 • AC Als xA = 8q dan is xB = 125q en dan zijn de bijbehorende y-waarden gelijk. 1/8q = (125q)2 1/8q = 15625q2 1 = 125000q3 q3 = 0,000008 q = 0,02 Dan is xA = 0,16 en yA = 1/0,16 = 6,25 = p |
||||
7. | a. | Mogelijkheid p1
(zie de figuur) Als xP = 2a dan is xQ = 5a en zijn de bijbehorende y-waarden gelijk Dus geldt 1 + √(2a + 8) = 0,5 • 5a √(2a + 8) = 2,5a -1 2a + 8 = (2,5a - 1)2 2a + 8 = 6,25a2 - 5a + 1 6,25a2 - 7a - 7 = 0 De ABC-formule geeft a = 1,7573 ∨ a = -0,6373 Die laatste vervalt, want P moet wel rechts van de y-as liggen. xQ = 5a = 8,7867 geeft yQ = 4,39 = p Mogelijkheid p2 (zie de figuur) |
|||
b. | eerst maar f(q) =
g(q + 10) 1 + √(q + 8) = 0,5(q + 10 √(q + 8) = 0,5q + 4 q + 8 = (0,5q + 4)2 = 0,25q2 + 4q + 16 0,25q2 + 3q + 8 = 0 q2 + 12q + 32 = 0 (q + 4)(q + 8) = 0 q = -4 ∨ q = -8 q = -4 geeft p = f(-4) = 1 + √(-4 + 8) = 3 q = -8 geeft p = f(-8) = 1 + √(-8 + 8) = 1 Dan nog g(q) = f(q + 10) 0,5q = 1 + √(q + 10 + 8) 0,5q - 1= √(q + 18) (0,5q - 1)2 = q + 18 0,25q2 - 2q - 17 = 0 ABC-formule geeft q = 13,17 ∨ q = -5,17 Die laatste vervalt, want de grafiek van f moet rechts van die van g liggen q = 13,17 geeft g(q) = 0,5q = 6,58 = p |
||||
8. | f(p) =
f(p + 2,4) 4√p - p = 4√(p + 2,4) - (p + 2,4) 4√p - p = 4√(p + 2,4) - p - 2,4 4√p = 4√(p + 2,4) - 2,4 √p = √(p + 2,4) - 0,6 kwadrateren: p = p + 2,4 - 2√(p + 2,4) • 0,6 + 0,36 1,2 • √(p + 2,4) = 2,76 √(p + 2,4) = 2,3 p + 2,4 = 5,29 p = 2,89 Dan is q = f(p) = 4√2,89 - 2,89 = 3,91 |
||||
9. | Noem xB
= 2p Omdat AB : BC = 2 : 3 is dan xC = 5p Dan moet gelden f(2p) = f(5p) (2p)2 - 4(2p) + 5 = (5p2) - 4(5p) + 5 4p2 - 8p + 5 = 25p2 - 20p + 5 0 = 21p2 - 12p 0 = p(21p - 12) p = 0 ∨ p = 12/21 p = 12/21 is de interessante oplossing (p = 0 geeft xB = xC = 0) Dan is q = f(2p) = p2 - 4p + 5 = 85/49 Er is nog een tweede mogelijkheid.... Als q > 5 dan ligt B aan de linkerkant van de y-as en C aan de rechterkant.. Stel dat xB = -2p dan is xA = 3p (vanwege de 2 : 3) Dan moet gelden f(-2p) = f(3p) (-2p)2 - 4(-2p) + 5 = (3p)2 - 4(3p) + 5 4p2 + 8p + 5 = 9p2 - 12p + 5 0 = 5p2 - 20p 0 = 5p(p - 4) p = 0 ∨ p = 4 p = 4 is de interessante oplossing (p = 0 geeft xB = xC = 0) Dan is q = f(3p) = f(12) = 122 - 4 • 12 + 5 = 101 |
||||
10. | sinx = sin(x
+ 2) x = x + 2 ∨ x = π - (x + 2) 0 = 2 ∨ 2x = π + 2 vervalt ∨ x = 1/2π + 1 Dat geeft sinx = sin(1/2π + 1) = 0,540 |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |