|
|||||
1. | p
= 2 geeft y = √(2x-
4) p = 1geeft y = √x snijden geeft 2x - 4 = x ⇒ x = 4 dus de x-coördinaat van G zal x = 4 zijn, en G zal het punt (4, 2) zijn. Gaan alle grafieken door (4,2)? x = 4 invullen geeft y = √(p • 4 - 4p + 4) = √(4p - 4p + 4) = √4 = 2 |
||||
2. | Sn
is het snijpunt van y = n(2x- x2
) met y = x Dus geldt n(2x - x2 ) = x Als x = 1,99 wordt dat n(2 • 1,99 - 1,992 ) = 1,99 ofwel n • 0,0199 = 1,99 ofwel n = 100 x > 100 voor n > 100 |
||||
3. | y = x3 - px + p - 1 | ||||
a. | Neem x = 1. Dat geeft y = 13 - p + p - 1 = 0 Dus is dat inderdaad, onafhankelijk van p, altijd gelijk aan 0. |
||||
b. | werk de haakjes weg: (x - 1) • (x2 + x + 1 - p) = x3 + x2 + x - px - x2 - x - 1 + p = x3 - px + p - 1 |
||||
c. | (x
- 1) • (x2 + x + 1 - p)
= 0 geeft voor p = 3: (x - 1)(x2 + x - 2) = 0 (x - 1)(x - 1)(x + 2) = 0 x = 1 ∨ x = -2 Dat zijn dus twee punten. |
||||
d. | (x
- 1) • (x2 + x + 1 - p)
= 0 mag maar één oplossing hebben. Maar omdat x = 1 altijd een oplossing is, mag x2 + x + 1 - p = 0 geen oplossingen hebben. Dat is zo als de discriminant kleiner dan 0 is. D = 12 - 4•1•(1 - p) < 0 1 - 4(1 - p) < 0 1 - 4 + 4p < 0 4p < 3 p < 3/4 |
||||
4. | a. | aflezen: bij 8 meter geeft SB15 dat Q = 22 m3/uur, dus met SB15 duurt het 647/22 = 29,40...uur bij 8 meter geeft SB10 dat Q = 28 m3/uur, dus met SB20 duurt het 647/28 = 23,10...uur Dat scheelt 29,40... - 23,10... = 6,301948...uur 0,301948 • 60 minuten = 18,116... minuten Het scheelt dus 6 uur en 18 minuten. |
|||
b. |
|
||||
De
raaklijn is hiernaast getekend en gaat bijv. door de punten (14, 5) en
(7, 16) de helling is dan (16 - 5)/(7 - 14) = 11/-7 = -1,6 Dat is dus ook de helling van de grafiek van SB10 in A = 10 Betekenis: op afstand 10 m van het zwembad geldt: met elk meter die de pomp verder van het zwembad afstaat vermindert het aantal m3 dat de pomp kan vullen met 1,5 |
|||||
5. | Aflezen van de waarden van W en v: (50, 4.3) (40, 4.6) (30, 5.5) (20, 6.6) (10, 9.4) Als W en v omgekeerd evenredig zijn , dan is W • v ongeveer constant. Hierboven zijn de waarden van W • v 215 - 184 - 165 - 132 - 94 Dat is niet constant, dus W en v zijn NIET omgekeerd evenredig. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |