|
|||||
1. |
|
||||
2. | staat er al.... | ||||
3. | Ze gaan allemaal door
het punt (3, 4) Als je in de formule y = ax + 4 - 3a voor x het getal 3 invult, dan geeft dat: y = 3a + 4 - 3a = 4 a valt weg dus y is altijd 4, wat a ook is. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |