|
|||||
1. | a | Vanaf de top ga je bij 4 naar
rechts ook 8 omhoog. Dat is normaal gesproken 42 = 16 omhoog, dus a = 0,5 |
|||
b. | Vanaf de top ga je bij 2 naar
rechts 1 omlaag. Dat is normaal gesproken 22 = 4 omhoog, dus a = -0,25 |
||||
c. | Vanaf de top ga je bij 3 naar
rechts ook 6 omlaag Normaal gesproken is dat 32 = 9 omhoog, dus a = -2/3 |
||||
d. | Vanaf de top ga je bij 2 naar
rechts ook 6 omhoog. Normaal gesproken is dat 22 = 4 omhoog, dus a = 1,5 |
||||
2. | a. | Vanaf de top ga je bij 1 naar
rechts 2 omhoog. Normaal gesproken is dat 1 omhoog, dus a = 2 De parabool heeft snijpunt y-as bij -4, dus c = -4 |
|||
b. | Vanaf de top ga je bij 1 naar
rechts 3 omlaag. Normaal gesproken is dat 1 omhoog, dus a = -3 De parabool heeft snijpunt y-as bij 6, dus c = 6 |
||||
c. | Vanaf de top ga je
bij 2 naar rechts 2 omhoog. Normaal gesproken is dat 22 = 4 omhoog, dus a = 0,5 De parabool heeft snijpunt y-as bij 2, dus c = 2 |
||||
d. | Vanaf de top ga je
bij 2 naar rechts 6 omhoog. Normaal gesproken is dat 22 = 4 omhoog, dus a = 1,5 De parabool heeft snijpunt y-as bij -2, dus c = -2 |
||||
3. | a. | Vanaf de top ga je
bij 1 naar rechts 2 omlaag. Normaal gesproken is dat 1 omhoog, dus a = -2 De parabool heeft snijpunt y-as bij -1, dus c = -1 y = -2x2 + bx - 1 moet gaan door bijv. (1, 1) Dat geeft 1 = -2 + b - 1 ofwel b = 4 De vergelijking is dan y = -2x2 + 4x - 1 |
|||
b. | Vanaf de top ga je bij 1 naar
rechts 1 omlaag. Normaal gesproken is dat 1 omhoog, dus a = -1 De parabool heeft snijpunt y-as bij 6, dus c = 6 y = -x2 + bx + 6 moet gaan door bijv. (-2, 10) Dat geeft 10 = -(-2)2 + b • -2 + 6 10 = -4 - 2b + 6 2b = -8 b = -4 De vergelijking is dan y = -x2 - 4x + 6 |
||||
c. | Vanaf de top ga je bij 5 naar
rechts 5 omhoog. Normaal gesproken is dat 52 = 25 omhoog, dus a = 0,2 De parabool heeft snijpunt y-as bij 2, dus c = 2 y = 0,2x2 + bx + 2 moet gaan door bijv. (-5, -3) Dat geeft -3 = 0,2(-5)2 + b • -5 + 2 -3 = 5 - 5b + 2 5b = 10 b = 2 De vergelijking is dan y = 0,2x2 + 2x + 2 |
||||
d. | Vanaf de top ga je bij 2 naar
rechts 10 omhoog. Normaal gesproken is dat 22 = 4 omhoog, dus a = 2,5 De parabool heeft snijpunt y-as bij 4, dus c = 4 y = 2,5x2 + bx + 4 moet gaan door bijv. (2, -6) Dat geeft -6 = 2,5(2)2 + b • 2 + 4 -6 = 10 + 2b + 4 -20 = 2b b = -10 De vergelijking is dan y = 2,5x2 -10x + 4 |
||||
e. | Vanaf de top ga je bij 1 naar
rechts 1 omhoog. Normaal gesproken is dat 1 omhoog, dus a = 1 De parabool heeft snijpunt y-as bij -5, dus c = -5 y = x2 + bx -5 moet gaan door bijv. (1, -6) Dat geeft -6 = (1)2 + b • 1 - 5 -6 = 1 + b - 5 -2 = b De vergelijking is dan y = x2 - 2x - 5 |
||||
f. | Vanaf de top ga je bij 2 naar
rechts 2 omlaag. Normaal gesproken is dat 22 = 4 omhoog, dus a = -0,5 De parabool heeft snijpunt y-as bij -3, dus c = -3 y = -0,5x2 + bx - 3 moet gaan door bijv. (4, 5) Dat geeft 5 = -0,5(4)2 + b • 4 - 3 5 = -8 + 4b - 3 16 = 4b 4 = b De vergelijking is dan y = -0,5x2 + 4x - 3 |
||||
4. | a. |
y = a • (0,01x)2 + c
moet gaan door (150, 30) want dat is een ophangpunt (vanaf de
oorsprong gerekend) invullen: 30 = a • (0,01 • 150)2 + c 30 = a • 1,52 + c 30 = 2,25a + c vermenigvuldig nu met 4: 120 = 9a + 4c |
|||
b. | Het laagste punt
bevindt zich bij x = 0. Dat geeft y = a • (0,01 • 0)2 + c = c dus het is het punt (0, c) Dus moet gelden 10 ≤ c ≤ 20 c = 10 geeft met 120 = 9a + 4c dat 120 = 9a + 40 dus 9a = 80 dus a = 80/9 c = 20 geeft met 120 = 9a + 4c dat 120 = 9a + 80 dus 9a = 40 dus a = 40/9 Kennelijk moet gelden: 40/9 ≤ a ≤ 80/9 |
||||
5. | De top is (11/2,
-1/2)
dus de schaalverdeling van de y-as is 1 hokje per
1/2
omhoog Vanaf de top ga je bij 1/2 hokje opzij ook 1 hokje omhoog, De schaalverdeling van de x-as is dus 1 hokje per 2 opzij Naar P is vanaf de top 21/2 hokje opzij dus dat is 5 opzij dus xP = 11/2 - 5 = -31/2 Naar P is vanaf de top 1 hokje omlaag dus dat is 1/2 omlaag, dus yP = -1 |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |