|
|||||
1. | a. | 5x + 2x2
- 3 = 0 ⇒ 2x2 + 5x - 3 = 0 dus a = 2, b = 5 en c = -3 |
|||
b. | 2x2
- x - 1 = 5 + 3x ⇒ 2x2 - x - 1 - 3x - 5 = 0 ⇒ 2x2 - 4x - 6 = 0 dus a = 2, b = -4 en c = -6 |
||||
c. | 4x2
+ 2 - 6x = x
+ x2 ⇒ 4x2 + 2 - 6x - x - x2 = 0 ⇒ 3x2 - 7x + 2 = 0 dus a = 3, b = -7 en c = 2 |
||||
d. | 8 - 6x2
= x2 + 5 ⇒ 8 - 6x2 - x2 - 5 = 0 ⇒ -7x2 + 3 = 0 dus a = -7, b = 0 en c = 3 |
||||
e. | -x2
- x = 5 + 2x2 ⇒ -x2 - x - 5 - 2x2 = 0 ⇒ -3x2 - x - 5 = 0 dus a = -3, b = -1 en c = -5 |
||||
f. | (x
- 2)(x
+ 7) = 5 ⇒ x2 - 2x + 7x - 14 = 5 ⇒ x2 + 5x - 19 = 0 dus a = 1, b = 5 en c = -19 |
||||
g. | 4 - (x
- 1)(x
+ 3) = 0 ⇒ 4 - (x2 - x + 3x - 3) = 0 ⇒ 4 - x2 + x - 3x + 3 = 0 ⇒ -x2 - 2x + 7 = 0 dus a = -1, b = -2 en c = 7 |
||||
h. | x2
+ 3(x - 2) = -x2
+ 5 ⇒ x2 + 3x - 6 = -x2 + 5 ⇒ x2 + 3x - 6 + x2 - 5 = 0 ⇒ 2x2 + 3x - 11 = 0 dus a = 2, b = 3 en c = -11 |
||||
i. | 3x2
+ 2x = 2x - 9 ⇒ 3x2 + 2x - 2x + 9 = 0 ⇒ 3x2 + 9 = 0 dus a = 3, b = 0 en c = 9 |
||||
j. | (4
- x)2
= 5(2 + x) ⇒ (4 - x)(4 - x) = 10 + 5x ⇒ 16 - 4x - 4x + x2 = 10 + 5x ⇒ x2 - 8x + 16 - 10 - 5x = 0 ⇒ x2 - 13x + 6 = 0 dus a = 1, b = -13 en c = 6 |
||||
2. | a. | Het rode gebied is (x
+ 8) bij (x + 3) dus de oppervlakte is (x + 8)(x + 3) = x2 + 8x + 3x + 24 = x2 + 11x + 14 |
|||
b. | Het rode gebied is (x
- 1)
bij (x - 2) dus de oppervlakte is (x - 1)(x - 2) = x2 - x - 2x + 1 = x2 - 3x + 1 |
||||
c. | De linker rechthoek heeft
oppervlakte 7x De rechter rechthoek heeft oppervlakte x(8 - x) = 8x - x2 samen is dat 8x - x2 + 7x = -x2 + 15x |
||||
3. | a. | 2x2 + 5x
+ 1 = 0 D = 52 - 421 = 25 - 8 = 17 Dus x = (-5 ± √17)/4 en dat is -5/4 ± 1/4√17 |
|||
b. | -x2 + 6x
+ 3 = 0 D = 62 - 4-13 = 36 + 12 = 48 Dus x = (-6 ± √48)/-2 en dat is 3 ± 1/2√48 (voor de liefhebbers: 3 ± 2√3) |
||||
c. | x2
- 8x
+ 5 = 0 D = (-8)2 - 415 = 64 - 20 = 44 Dus x = (8 ± √44)/2 en dat is 4 ± 1/2√44 (voor de liefhebbers: 4 ± √11) |
||||
d. | x2 + 4x
- 12 = 0 Ja duh! Daar hebben we geen ABC-formule voor nodig toch? x2 + 4x - 12 = 0 (x - 2)(x + 6) = 0 x = 2 ∨ x = -6 |
||||
e. | -x2
- 3x + 4 = 0 D = (-3)2 - 4-14 = 9 + 16 = 25 x = (3 ± √25)/-2 = (3 ±5)/-2 en dat is 1 of -4 Met zulke mooie uitkomsten had het dus ook eleganter gekund: -x2 - 3x + 4 = 0 -(x2 + 3x - 4) = 0 -(x - 1)(x + 4) = 0 x = 1 ∨ x = -4 |
||||
f. | -4x2 +
10x - 2 = 0 D = 102 - 4-4-2 = 100 - 32 = 68 Dus x = (-10 ± √68)/-8 en dat is 5/4 ± 1/8√68 |
||||
g. | -6x2
- 15x -
3 = 0 D = (-15)2 - 4-6-3 = 225 - 72 = 153 Dus x = (15 ± √153)/-12 = -5/4 ± 1/12√153 |
||||
h. | 3x2
- 3x
- 3 = 0 D = (-3)2 - 43-3 = 9 + 36 = 45 Dus x = (3 ± √45)/6 = 1/2 ± 1/6√45 |
||||
4. | a. | x2
= x + 42 ⇒ x2 - x - 42 = 0 Geen ABC nodig: gewoon somproductmethode: (x - 7)(x + 6) = 0 geeft x = 7 ∨ x = -6 |
|||
b. | x2
+ 14x = 32 ⇒ x2 + 14x - 32 = 0 Geen ABC nodig: gewoon somproductmethode: (x - 2)(x + 16) = 0 geeft x = 2 ∨ x = -16 |
||||
c. | x2
- x = 56 ⇒ x2 - x - 56 = 0 Hou eens op met die ABC-formule: gewoon somproductmethode: (x - 8)(x + 7) = 0 geeft x = 8 ∨ x = -7 |
||||
d. | (x + 1)(x
- 2) = 5x Ț x2
+ x -
2x - 2 - 5x = 0 Ț
x2 - 6x
- 2 = 0 D = (-6)2 - 41-2 = 36 + 8 = 44 Dus x = (6 ± √44)/2 = 3 ± 1/2√44 (voor de liefhebbers: 3 ±√11) |
||||
e. | x(x
-
4) = 3(x + 1) ⇒ x2 - 4x = 3x + 3 ⇒ x2 - 4x - 3x - 3 = 0 ⇒ x2 - 7x - 3 = 0 D = (-7)2 - 41-3 = 49 + 12 = 61 Dus x = (7 ± √61)/2 = 31/2 ± 1/2√61 |
||||
f. | x2 + x(x
- 1) = 16 ⇒ x2 + x2 - x - 16 = 0 ⇒ 2x2 - x - 16 = 0 D = (-1)2 - 42-16 = 1 + 128 = 129 Dus x = (1 ± √129)/4 = 1/4 ± 1/4√129 |
||||
g. | (2x + 5)(3x
- 8) + 14 = 0 ⇒ 6x2 - 16x + 15x - 40 + 14 = 0 ⇒ 6x2 - x - 26 = 0 D = (-1)2 - 46-26 = 1 + 624 = 625 Dus x = (1 ± √625)/12 = (1 ±25)/12 = 26/12 ∨ -24/12 = 21/6 ∨ -2 |
||||
h. | x(x +
3) = x + 2(x
+ 7) ⇒ x2 + 3x = x + 2x + 14 ⇒ x2 + 3x - x - 2x - 14 = 0 ⇒ x2 - 14 = 0 ⇒ x2 = 14 ⇒ x = ±√14 |
||||
5. | je kunt hem zo
schrijven: x = (-b/2a)
± √D/2a
Dat betekent dat de snijpunten met de x-as liggen bij x = (-b/2a) ± √D/2a (want dat krijg je als je y = 0 oplost) De twee snijpunten liggen even ver aan weerszijden van x = -b/2a (kijk maar de plus of min) dus ligt x = -b/2a midden tussen de snijpunten in. Maar midden tussen de snijpunten in ligt de top! Dus x = -b/2a hoort bij de top. |
||||
6. | a. | Snijden is
gelijkstellen: 2x + 4 = -x2 + 5 2x + 4 + x2 - 5 = 0 x2 + 2x - 1 = 0 D = 22 - 41-1 = 4 + 4 = 8 Dus x = (-2 ± √8)/2 en dat is -1 ± 1/2√8 en dat is gelijk aan -1 ±√2 y = 2x + 4 geeft dan: x = -1 + √2 geeft y = 2(-1 + √2) + 4 = -2 + 2√2 + 4 = 2 + 2√2 en het snijpunt (-1 + √2 , 2 + 2√2) x = -1 - √2 geeft y = 2(-1 - √2) + 4 = -2 - 2√2 + 4 = 2 - 2√2 en het snijpunt (-1 - √2 , 2 - 2√2) |
|||
b. | Snijden is
gelijkstellen: x2
+ 2x - 4 = 3x2
- x
- 6 x2 + 2x - 4 - 3x2 + x + 6 = 0 -2x2 + 3x + 2 = 0 D = 32 - 4-22 = 9 + 16 = 25 Dus x = (-3 ± √25)/-4 = (-3 ±5)/-4 = -8/-4 ∨ 2/-4 = 2 ∨ -1/2 x = 2 geeft y = 22 + 22 - 4 = 4 en het snijpunt (2, 4) x = -1/2 geeft y = ( -1/2)2 + 2 -1/2 - 4 = 1/4 - 1 - 4 = -43/4 en het snijpunt (-1/2 , -43/4 ) |
||||
7. | a. | Bereken steeds
Δn/ΔT: (16000 - 15000)/(16 - 12) = 1000/4 = 250 (16750 - 16000)/(19 - 16) = 750/3 = 250 (18250 - 16750)/(25 - 19) = 1500/6 = 250 (18750 - 18250)/(27 - 25) = 500/2 = 250 Dat is elke keer gelijk dus is het verband lineair. Het hellinggetal a is dus 250 dus n = 250T + b Vul bijv. (12, 15000) in: 15000 = 250 12 + b geeft b = 12000 Het verband is n = 250T + 12000 |
|||
b. | Snijden is gelijkstellen: 210T + 13000 = 340T + 10000 3000 = 130T T = 23,1 șC |
||||
c. | Het bedrag is gelijk
aan het aantal boetes vermenigvuldigd met de hoogte van een boete. B = n H B = (210T + 13000) (aT + b) B = 210aT2 + 210bT + 13000aT + 13000b B = 210aT2 + T(210b + 13000a) + 13000b dat moet hetzelfde zijn als 1680T2 + 102740T - 78000 Dus moet gelden: 210a = 1680 en 120b + 13000a = 102740 en 13000b = -78000 uit de eerste volgt a = 8 uit de laatste volgt b = -6 dat klopt met de middelste |
||||
d. |
1680T2 + 102740T
-
78000 = 2000000 1680T2 + 102740T - 1922000 = 0 D = 1027402 - 41680-1922000 = 2,34 1010 dus √D = 153203,6 Dan is T = (-102740 ± 153203,6)/(21680) = 15,01 ∨ -76,17șC Het eerste zal wel het werkelijke antwoord zijn. |
||||
8. | de driehoek heeft
oppervlakte 0,5 5 x = 2,5x de hele rechthoek heeft oppervlakte 2x x = 2x2 Het trapezium heeft dan oppervlakte 2x2 - 2,5x 2x2 - 2,5x = 5 2x2 - 2,5x - 5 = 0 D = (-2,5)2 - 42-5 = 6,25 + 40 = 46,25 Dus x = (2,5 ± √46,25)/4 dat is ongeveer 2,33 of -1,07 Het eerste is het echte antwoord. Voor x tussen 0 en 2,33 is de oppervlakte kleiner dan 5. |
||||
9. | snijden is
gelijkstellen: x2 - 4x + 4 =
ax x2 + x(-4 - a) + 4 = 0 D = (-4 - a)2 - 414 = 16 + 8a + a2 - 16 = a2 + 8a Dan is x = ((4+a) ± √(aČ + 8a))/2 x= (4 + a)/2 ± √(aČ + 8a)/2 dus x1 = (4 + a)/2 + √(aČ + 8a)/2 en x2 = (4 + a)/2 - √(aČ + 8a)/2 De afstand daartussen is 2 √(aČ + 8a)/2 = √(a2 + 8a) Die afstand is 3 als: 3 = √(a2 + 8a) 9 = a2 + 8a a2 + 8a - 9 = 0 (a - 1)(a + 9) = 0 a = 1 ∨ a = -9 controle bij 3 = √(a2 + 8a) levert op dat alleen a = 1 een goede oplossing is |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |