© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. a.
       
    Dus moet gelden   A(x - 3) + B(x - 4) = 8 - 2x
Ax - 3A + Bx - 4B = 8 - 2x
x
(A + B) + (-3A - 4B) = -2x + 8

Dat klopt altijd als  A + B = -2  en   -3A - 4B = 8
De eerste geeft  A = -2 - B en dat kun je invullen in de tweede:
-3(-2 - B) - 4B = 8
6 + 3B - 4B = 8
-B = 2
B = -2  dus dan is A = -2 - B = -2 - - 2 = 0 
     
       
  b.
       
    Dus moet gelden  A(x + 4) + B = 4x + 1
Ax + 4A + B = 4x + 1
x(A - 4) + (4A + B - 1) = 0
Dat klopt altijd als  A - 4 = 0  en   4A + B - 1 =  0
de eerste geeft  A = 4  en daarna de tweede B = -15
   
       
  c.
       
    Dus moet gelden  Ax(x - 4) + B(x - 4) + Cx= x2 + 4x - 2
Ax2 - 4Ax + Bx - 4B + Cx2 = x2 + 4x - 2
x2(A + C) + x(-4A + B)  - 4B = 0
Dat klopt altijd als  A + C = 1  en   -4A + B = 4  en  -4B = - 2
Uit de laatste volgt  B = 1/2
Dan volgt uit de tweede  A = -7/8  en dan is  C = 15/8
 
   
       
  d.
       
    Dus moet gelden:  A(x - 1)2 + B(x - 1) + C = x
A(x2 - 2x + 1) + B(x - 1) + C = x
Ax2 - 2Ax + A + Bx - B + C = x
Ax2  + x(-2A + B) + (A - B + C) = x
Dat klopt altijd als  A = 0  en  -2A + B = 1  en  A - B + C = 0
Dat geeft  A = 0  en  B = 1  en C = 1  
   
       
  e.
       
    Dus moet gelden   A(x - 2) + Bx = 3x - 1
Ax - 2A + Bx = 3x - 1
x(A + B) - 2A = 3x - 1
Dat klopt altijd als  A + B = 3  en  -2A = -1
Dus  A = 1/2  en  B = 5/2
     
       
  f.
       
    Dus moet gelden:  Ax(x - 4) + B(x - 4) + Cx2 = x2 + 6x - 2
Ax2 - 4Ax + Bx - 4B + Cx2 = x2  + 6x - 2
x2(A + C) + x(-4A + B) - 4B = x2 + 6x - 2
Dat klopt altijd als A + C = 1  en   -4A + B = 6  en   -4B = -2
Uit de laatste volgt  B = 1/2
Dan geeft  de tweede dat  A = -11/8  en de eerste dat C = 19/8
     
       
  g.
       
    Dus  moet gelden:  A(x - 2) + B = 4x - 1
Ax - 2A + B = 4x - 1
Dat geldt altijd als  A = 4  en  -2A + B = -1
Dus A = 4 en  B = 7
 
   
       
  h.
   
       
    Dus  moet gelden:
Ax2 (x2 - 1) + Bx(x2 - 1) + C(x2 - 1) + Dx3(x + 1) + Ex3(x - 1) = x3 - x - 1
Ax4 - Ax2 + Bx3 - Bx + Cx2 - C + Dx4 + Dx3 + Ex4 - Ex3 = x3 - x - 1
x4(A + D + E) + x3 (B + D - E) + x2(-A + C) + x(-B) - C  = x3 - x - 1
Dat geldt altijd als   A + D + E = 0  en   B + D - E = 1  en  -A + C = 0  en   -B = -1  en   -C = -1
Uit de laatste twee zie je directe dat  B = 1 en C = 1
Dan volgt uit de derde dat A = 1
De eerste twee geven dan  D + E = -1  en   D - E = 0
Dus is D = E  = -1/2
     
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)