|
|||||
1. | a. | y = 8 • 1,2 • 1,2 • 1,2 • 1,2 = 16,6 | |||
b. | y = -4 • 0,8 • 0,8 • 0,8 • 0,8 • 0,8 • 0,8 = -1,05 | ||||
c. | y = 100•0,9•0,9•0,9•0,9•0,9•0,9•0,9•0,9•0,9•0,9•0,9•0,9•0,9•0,9 = 22,9 | ||||
2. | a. | de groeifactoren
zijn: 4,32/3,60 = 1,2 en 5,18/4,32 = 1,2 en 6,22/5,18 = 1,2 en 7,46/6,22 = 1,2 Dus g = 1,2. (2, 3.6) invullen: 3,6 = B • 1,22 ⇒ 3,6 = B • 1,44 ⇒ B = 3,6/1,44 = 2,5 de formule is y = 2,5 • 1,2x |
|||
b. | de groeifactoren
zijn: 0,131/0,163 = 0,80 en 0,105/0,131 = 0,80 en 0,084/0,105 = 0,8 en 0,067/0,084 = 0,80 Dus g = 0,8 (5, 0.163) invullen: 0,163 = B • 0,85 ⇒ 0,163 = B • 0,328 ⇒ B = 0,163/0,328 = 0,5 de formule is y = 0,5 • 0,8x |
||||
c. | de groeifactoren
zijn: 0,094/0,046 = 2,0 en 0,188/0,094 = 2 en 0,3675/0,188 = 2,0 en 0,750/0,375 = 2 Dus g = 2 (-6, 0.046) invullen: 0,046 = B • 2-6 ⇒ 0,046 = B • 0,01563 ⇒ B = 0,046/0,01563 = 2,9 de formule is y = 2,9 • 2x |
||||
d. | de groeifactoren zijn: 0,09/0,03 = 3 en 0,27/0,09 = 3 en 0,81/0,27 = 3 en 2,43/0,81 = 3 Dus g = 3 (1, 0.03) invullen: 0,03 = B • 31 ⇒ B = 0,01 de formule is y = 0,01 • 3x |
||||
3. | a. | De grafiek gaar door (0, 4)
dus B = 4 Verder gaat de grafiek door (1, 2) dus g = 2/4 = 0,5 De formule is dan y = 4 • 0,5x |
|||
b. | De grafiek gaar door (0, 2)
dus B = 2 Verder gaat de grafiek door (1, 3) dus g = 3/2 = 1,5 De formule is dan y = 1,5 • 2x |
||||
4. | a. | De beginwaarde is 5400, de groeifactor is 1,06 dus de formule is B = 5400 • 1,06t | |||
b. | De beginwaarde is 30, de groeifactor is 2 (verdubbelen) dus de formule is O = 30 • 2t | ||||
c. | de beginwaarde is 64
(grootste oppervlakte) de groeifactor is 0,5 (steeds halveren) dus de formule is O = 64 • 0,5n |
||||
d. | de beginwaarde is 130, de groeifactor is 0,75 dus de formule is H = 130 • 0,75n | ||||
e. | Verwaarloos de 40 ml
ten opzichte van de 600 liter. 10 liter is dan 1/60 deel, dus er wordt ook 1/60 deel van de inkt vervangen. dus blijft 59/60 deel van de inkt over, en dat is 0,9833 en dat is g. de beginwaarde is 40 ml dus de formule wordt y = 40 • 0,9833x |
||||
5. | a. | g = 0,993
en B = 350 dus de formule is N = 350 • 0,993n
voor het passeren van de 150ste kabel is n = 149 en dan is N = 350 • 0,993149 = 122,9 in 2,4 liter zit dan 2,4 • 122,9 = 295 mg voedsel. dat is meer dan 200, dus is het genoeg. |
|||
b. | voor het voedsel van
de mosselen moet minstens 200/2,4 = 83,3 mg
aanwezig zijn. een kwart van 350 is 87,5 en dat is een strengere eis. dus moet gelden 350 • 0,993n = 87,5 Y1 = 350 • 0,993^X en Y2 = 87,5 en dan intersect levert X = n = 197,3 na de 197-ste kabel is er nog voldoende, dus er kunnen maximaal 197 kabels zijn. |
||||
6. | a. | Y1 = 20
• 0,9920X en Y2 = 20 • 0,9879X en
Y3 = 10 window bijv. Xmin = 0, Xmax = 120, Ymin = 0, Ymax = 20 intersect geeft de snijpunten van Y1+Y3 en Y2+Y3: X ≈ 86,30 en X ≈ 56,9 Het verschil is 86,3 - 56,9 = 29,4 |
|||
b. | Het
verschil is Vdicht - Vopen = 20 • 0,9920t - 20 •
0,9879t plot deze grafiek en gebruik calc - maximum window Xmin = 0, Xmax = 180, Ymin = 0, Ymax = 10 Dat geeft grootste verschil 3,04 km/uur (bij t = 100,4) |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |