© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. a. y = 2 + log(x - 1)
y - 2 = log(x - 1)
10y - 2 = x - 1
x = 1 + 10y - 2
x = 1 + 10y • 10-2
x = 1 + 0,01•10y
 
       
  b y = 1 - 2 • 3x+4
y - 1 = -2•3x + 4
-0,5y + 0,5 = 3x + 4
3log(-0,5y - 0,5) = x + 4
x = 3log(0,5y - 0,5) - 4  
 
       
  c. y =  4 • log(1/2x) - 1
y + 1 = 4 • log(0,5x)
0,25y + 0,25 = log(0,5x)
100,25y + 0,25 = 0,5x
x
= 2 • 100,25y + 0,25   
 
       
2. a. Als ze 0,5% drinkt, dan blijft elke keer 99,5% over, dus wordt de hoeveelheid elke keer vermenigvuldigd met 0,995
Dir is dus exponentiλle groei met een factor g = 0,995
Bij t = 100 hoort C = 500 dus dat geeft  500 = B • 0,995100 = B • 0,60577
B = 500/0,60577 = 825,4
       
  b. Als 0,5% meer is dan 0,8 liter is zij nog alcoholist
dan is 100% gelijk aan 160 liter
160 = 825,4 • 0,995t
0,995t = 160/825,4 = 0,1938
t = 0,995log0,1938 = LOG(0,1938)/LOG(0,995) = 327,31
tot en met dag 327 is zij nog alcoholist.
       
  c. Voor het vat van Geert geldt:  G(t) = 500 - 0,8t
Y1 = 499,2 - 0,8 * X en Y2 = 825,4 • 0,9^X en dan intersect geeft t = 158,2
       
  d. C(t) = 825,4 • 0,995t
logC = log(825,4 • 0,995t)
logC = log825,4 + log0,995t
logC = log825,4 + t • log0,995
logC = 2,9166 + t • -0,00217
logC - 2,9166 = -0,00217t
(logC - 2,9166)/-0,00217 = t
1/-0,00217 • (logC - 2,9166) = t
-459,36 + 1339,81 = t
       
3. a. logL = 0,5  betekent   = 100,5 = 3,162.. jaar
logH = 1 betekent H = 101 = 10 hersencellen
       
  b. log22000 = -0,5 + 3 • log(L)
4,34 = -0,5 + 3 • log(L)
4,84 = 3 • logL
1,614 = log(L)
L = 101,614 = 41,1 jaar
       
  c. 10logH = 10-0,5 + 3logL
H = 10-0,5 • 103logL
H = 0,32 • 10log(L³)
H = 0,32 • L3

Als iemand 600 cellen per jaar verliest, dan is H ' = 600
H' = 3 • 0,32 • L2 = 600
L2 = 625
L = 25 jaar
       
4. a. x = 0 moet geven  D = 25000:  25000 = a • 2-b • 0   en dat geeft  25000 = a
Lees bijv. punt (4, 10000) af, dat geeft  10000 = 25000 • 2-4b
0,4 = 2-4b
-4b = 2log(0,4) = LOG(0,4)/LOG(2) = -1,3219
b = 0,33
       
  b. 3logD = 9 - 0,2x 
D = 39 - 0,2x
D = 39•3-0,2x
D = 19683 • 3-0,2x 
D = 19700 • (3-0,2)x
D = 19700 • 0,8x
       
  c. Als D halveert, dan moet dus  0,8x = 0,5
x = 0,8log(0,5) = LOG(0,5)/LOG(0,8) = 3,1 km
       
5. a. log w = 0,8 • 1,24 + 0,4 = 1,392
w = 101,392 = 24,7 kg
       
  b.  log w = 0,8h + 0,4
w = 100,8h + 0,4
w = 100,8h • 100,4
w = (100,8)h • 2,51
w = 2,51 • 6,30h
a = 2,51  en g = 6,30
       
  c. log w = 0,8 • 1,54 + 0,4 ± 0,04
logw = 1,632  ± 0,04
logw = 1,672  geeft  w = 101,672 = 47,0 kg
logw = 1,592  geeft  w = 101,592 = 39,1 kg
Het gewicht moet tussen de 4,1 en 12,0 kg toenemen. 
       
  d. log 35 = 0,8h + 0,4 ± 0,04
1,544 = 0,8h + 0,4 ± 0,04
1,144 ± 0,04 = 0,8h
1,43 ± 0,05 = h
h
moet tussen de 138 cm en 148 cm liggen
 
       
  e.  log w = 0,8h + 0,4 ± 0,04
w = 100,8h + 0,4 ± 0,04
w = 100,8h • 100,4± 0,04
100,4 + 0,04  = 2,75
100,4 - 0,04 = 2,29
Dat geeft  w = (2,52 ± 0,23)•6,30h
 
       
6. a. 1490/150 = 9,9333 AE.
9,9333 =  0,4 + 0,3 • 2n
9,5333 = 0.3 • 2n
31,778 = 2n
n = 2log(31,778) = LOG(31,778)/LOG(2) ≈ 5
       
  b. R = 0,4 + 0,3 • 2n
R - 0,4 = 0,3 • 2n
(R - 0,4)/0,3 = 2n
1/0,3 •(R - 0,4) = 2n
3,333•(R - 0,4) = 2n
n = LOG(3,333 • (R - 0,4))/LOG(2)
n = 1/LOG(2) • LOG(3,333 • (R - 0,4))
n = 
3,322 • LOG(3,333 • (R - 0,4))
n = 3,322 • (LOG(3,333) + LOG(R - 0,4))
n = 1,737 + 3,322 • LOG(R - 0,4)
 
       
7. a. DIN = 15 + 3 • 2log(ASA/25)
DIN = 15 + 3 • ( 2logASA - 2log25)
DIN = 15 + 3 • 2logASA - 13,93
DIN = 1,068 + 3 • (logASA/log2)
DIN = 1,068 + 3/log(2) • Log(ASA)
DIN = 1,068 + 9,966 • log(ASA)
 
       
  b. DIN = 15 + 3 • 2log(ASA/25)
DIN - 15 = 3 • 2log(ASA/25)
1/3 • (DIN - 15) = 2log(ASA/25)
0,33DIN - 5 = 2log(ASA) - 2log25
0,33DIN - 5 + 2log25 = 2logASA
0,33DIN - 0,356 = 2logASA
ASA = 20,33DIN - 0,356
ASA = 2-0,356 • 20,33 • DIN
ASA = 0,78 • 20,33DIN
 
       
  c. vervang ASA door 2ASA

in de formule van a)
DIN = 1,068 + 9,966 • log(2ASA)
DIN =  1,068 + 9,966 • (log2 + logASA)
DIN = 1,068 + 9,966logASA + 3
Dus DIN wordt 3 groter

in de formule van b)
Als ASA verdubbelt, dan moet   20,33DIN verdubbelen, dus moet 0,33DIN ιιn groter worden
0,33DINnieuw = 0,33DINoud + 1
DINnieuw = DINoud + 1/0,33
DINnieuw = DINoud + 3

       
8. a. De vrieskisttemperatuur vind je door voor t een oneindig groot getal te nemen.
Dan is 2-0,5t  ongeveer nul, dus T = -16 ΊC

t = 0 geeft  T = 35 - 16 • 1 = 19 ΊC
 
       
  b. 4 = 35 • 2-0,5t - 16.
20 = 35 • 2-0,5t
0,571 = 2-0,5t
-0,5t = 2log(0,571) = LOG(0,571)/LOG(2) = -0,807
t = 1,61 uur
 
       
  c. T = 35 • 2-0,5t - 16
T + 16 = 35 • 2-0,5t
1/35(T + 16) = 2-0,5t
0,0286T + 0,4571 = 2-0,5t
-0,5t = 2log(0,0286T + 0,4571)
t = -2 • 2log(0,0286T + 0,4571)
 
       
9. a. G = 6,52•log(t + 1,82) + 1,56
G = 6,52 • (log(t + 1,82) + 1,56/6,52)
G = 6,52 • (log(t + 1,82) + 0,239)
G = 6,52 • (log(t + 1,82) + log(100,239))
G = 6,52 • (log(t + 1,82) + log1,735)
G = 6,52 • (log(1,735 • (t + 1,82))
G = 6,52 • log(1,735t + 3,157)
 
       
  b. G = 7,82 • log(t + 1,82) + 1,87
G - 1,87 = 7,82 • log(t + 1,82)
1/7,82 • (G - 1,87) = log(t + 1,82)
0,128G - 0,239 = log(t + 1,82)
100,128G - 0,239 = t + 1,82
t = 100,128G - 0,239 - 1,82
t =  100,128G • 10-0,239 - 1,82
t =  0,577 • 100,128G - 1,82
 
       
10. a. logN = 3 + 0,75 • logt 
N = 103 + 0,75logt
N = 103 •100,75logt
N = 1000 • (10logt)0,75
N = 1000 • t0,75
 
       
  b. De groeisnelheid is de afgeleide.
N' = 750 • t-0,25
Als t groter wordt, wordt t-0,25  kleiner, dus wordt N' kleiner.
Dus de groei is afnemend.
 
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)