|
|||||
1. | a. | Na 20 seconden heeft
A 2 meter afgelegd. AC = 2 en AB = 5 geeft met Pythagoras: BC = √(52 - 22) = √21 B is dus gezakt over 5 - √21 ≈ 0,42 meter ofwel 42 cm. |
|||
b. | Na t seconden
heeft A 0,1•t meter afgelegd. AC = 0,1t en AB = 5 geeft met Pythagoras: BC = √(52 - (0,1t)2) = √(25 - 0,01t2) B is dus gezakt over 5 - √(25 - 0,01t2) meter en dat is precies de gevraagde formule. |
||||
2. | Noem de horizontale
afstand van de dobber tot de kademuur x Dan is x2 + 42 = 62 x2 = 20 x = √20 = 4,47 m De nieuwe afstand moet 9,47 m worden Noem de vislijn lengte L: L2 = 9,472 + 42 = 105,72 L = √105,72 = 10,28 Er moet dan 10,28 - 6 = 4,238 m vislijn bij. |
||||
3. | 60
× 40: hoogte touw:
h2 + 302 = 1002 dus
h = √9100 = 95,39 de totale hoogte is dan 40 + 95,39 = 135,39 cm 120 × 50: hoogte touw: h2 + 602 = 1002 dus h = √6400 = 80 de totale hoogte is dan 50 + 80 = 130 cm 120
× 90: hoogte touw:
h2 + 602 = 1002 dus
h = √6400 = 80 160 × 60: hoogte
touw: h2 + 802 = 1002
dus h = √3600 = 60 160 × 100: hoogte
touw: h2 + 802 = 1002
dus h = √3600 = 60 |
||||
4. | 32 = h2
+ 12 9 = h2 + 1 h2 = 8 h = √8 |
|
|||
5. | AB = 4 en AQ = 1 dus
QB = √(42 + 12) = √17 PC = 2 BP = BQ = √17 Dus BC2 = 17 - 22 = 13 dus BC = √13 |
|
|||
6. | BP2 = d2
+ (3 - 2d)2 = 5d2 - 12d + 9 BQ2 = BP2 - (3d)2 = -4d2 - 12d + 9 PC2 = (2d)2 + (4 - d)2 = 5d2 - 8d + 16 QC2 = PC2 - (3d)2 = -4d2 - 8d + 16 BQ + QC = 5 √(-4d2 - 12d + 9) + √(-4d2 - 8d + 16) = 5 √(-4d2 - 12d + 9) = 5 - √(-4d2 - 8d + 16) -4d2 - 12d + 9 = 25 - 10√(-4d2 - 8d + 16) - 4d2 - 8d + 16 4d + 32 = 10√(-4d2 - 8d + 16) 16d2 + 256d + 1024 = -400d2 - 800d + 1600 416d2 + 1056d - 576 = 0 d = (-1056 ± 1440)/832 = 6/13 (of -3) |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |