|
|||||
1. | a. | f '(x)
= 1/√(1 -
x2) dus f '(1/2) = 1/√(1 -
1/4) =
1/√(3/4) =
√(4/3)
= 2/3√3 de raaklijn is dus y = 2/3√3 • x + b en daar moet (1/2, 1/6π) op liggen 1/6π = 2/3√3 • 1/2 + b geeft b = 1/6π - 1/2√3 De raaklijn is dan y = 2/3√3x + 1/6π - 1/2√3 |
|||
b. | f '(x) =
-1/√(1 -
x2) dus f '
(1/2√2) =
1/√(1 - 1/2) =
1/√0,5 =
√2 de raaklijn is dus y = √2 • x + b en daar moet (1/2√2, 1/4π) op liggen 1/4π = √2 • 1/2√2 + b geeft b = 1/4π - 1 De raaklijn is dan y = √2 • x + 1/4π - 1 |
||||
c. | f '(x)
= 1/(1 + x2)
dus f '(√3) = 1/(1
+ 3) = 1/4 de raaklijn is dus y = 1/4x + b en daar moet (√3, 1/3π) op liggen 1/3π = 1/4 • √3 + b geeft b = 1/3π - 1/4√3 De raaklijn is dan y = 1/4x + 1/3π - 1/4√3 |
||||
2. | Als x oneindig
groot wordt, dan wordt 1/(1 + x2)
gelijk aan nul;. Dus de helling van de grafiek wordt nul (immers dat is f ') , en dan is er een horizontale asymptoot. |
||||
3. | f(x) =
arcsinx f'(x) = 1/√(1 - x2) = (1 - x2)-0,5 f '' (x) = -0,5 • (1 - x2)-1,5 • -2x f ''(x) = 0 geeft dan -2x = 0 ⇒ x = 0 Bij x = 0 wisselt f '' inderdaad van teken, dus heeft de grafiek een buigpunt. Voor f(x) = arccosx geldt precies hetzelfde (met ene minteken extra) f(x) = arctanx f '(x) = 1/(1 + x2) = (1 + x2)-1 f '' (x) = -1 • (1 + x2)-2 • 2x f ''(x) = 0 geeft dan 2x = 0 ⇒ x = 0 Bij x = 0 wisselt f '' inderdaad van teken, dus heeft de grafiek een buigpunt. |
||||
4. | f (x) =
4x + cosx f '(x) = 4 - sinx f '(0) = 4 - sin0 = 4 Dan heeft de inverse functie in het gespiegelde punt (1,0) helling 1/4 |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |