|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. | a. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het valt op dat de uiteinden op een rechte lijn liggen! | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | begin bij (0, 4) toename 2 geeft (1,6) toename 1 geeft (2, 7) toename 2 geeft (3, 9) toename -1 geeft (4, 8) toename -3 geeft (5, 5) toename 0 geeft (6,5) toename -1 geeft (7,4) toename 1 geeft (8,5) toename 1 geeft (9,6) toename 3 geeft (10, 9) Dat zijn de punten hiernaast. Teken er zelf maar een grafiek door. Alles is goed!! |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | a. | Voor stapgrootte 2 moet je steeds
twee staafjes samennemen. dat geeft: op interval [0, 2]: -2 - 1,5 = -3,5 op interval [2, 4]: +1 - 1 = 0 op interval [4, 6]: -2 + 1 = -1 op interval [6, 8]: +1,5 + 1 = +2,5 op interval [8, 10]: -3 -2 = -5 |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Voor stapgrootte 0,5 moet je elk
staafje in twee delen opsplitsen, maar dat kan natuurlijk op veel
manieren. van -2 kun je maken -1 - 1 maar ook -3 + 1 of -10 + 8 enz. In de figuur hiernaast staat een mogelijkheid. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | a. | Waar een functie een maximum heeft gaat hij van stijgen over in dalen. Dat betekent dat het toenamendiagram van boven de x-as verandert naar onder de x-as. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Als het
toenamendiagram positief is, dan stijgt de functie zelf. Omdat het toenamendiagram een maximum heeft, stijgt de grafiek daar het hardst Het is dus het punt waar de grafiek het steilst omhoog gaat. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Er is steeds met (0,
0) begonnen (als je ergens anders start schuift de hele grafiek zoveel
omhoog/omlaag) De gele stippen zijn die van de grafiek. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | Als het
toenamendiagram boven de x-as is en daalt, dan stijgt de grafiek,
maar wordt die stijging minder. Dus is er sprake van afnemende stijging. Als het toenamendiagram onder de x-as is en daalt, dan daalt de grafiek, en wordt die daling steeds groter, dus is er sprake van toenemende daling. Dat zijn de blauwe en de groene grafiek in de voorbeelden. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aan deze tabel zie je dat (ongeveer) voor 0 < x < 23 de Δy's stijgen (de rode getallen worden steeds groter), dus dat de functie daar toenemend stijgend is | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rood: stijging
(want > 0) die kleiner wordt: afnemende stijging voor 0
≤ x ≤ 5 blauw: daling(want negatief) die groter wordt: toenemende daling voor 6 ≤ x ≤ 8 groen: daling (want negatief) die kleiner wordt: afnemende daling voor 8 ≤ x ≤ 10 paars: stijging (want positief) die groter wordt: toenemende stijging voor x ≥ 11 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | De maximale toename is bij t = 20 en die is 234 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. | a. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Het aantal zieken is
maximaal waar het toenamendiagram van stijgen overgaat in dalen. Dat is ongeveer bij t = 21 (tussen 20 en 25). |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Y1 = 3X^3 - 350X^20 +
10000X Y2 = Y1(X) - Y1(X - 1) Y3 = 1000 calc - intersect Y2 en Y3 geeft 16,75 Dat zal ongeveer dag 17 zijn. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. | a. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | De staafjes liggen
onder de h-as dus er is daling. De staafjes worden steeds korter dus de daling neemt af: er is afnemende daling. De kaars wordt steeds minder snel korter, dus zal hij naar beneden toe waarschijnlijk bredere worden. Soort piramide kaars denk ik. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. | a. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hier staat de figuur nogmaals met eronder het toenamendiagram. Die blauwe lijntjes zijn in beide figuren gelijk. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | De grootste toename
is tussen t = 4 en t = 5 en is ongeveer gelijk aan
20000 kg. Dus de kweker kan het best na 5 jaar 20000 kg oogsten, dan begint de grafiek daarna weer bij t = 4 en komt er het jaar erop ook weer 20000 kg bij. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |