|
|||||
1. | a. | K = √(10
+ 10) = 4,47 dus 447 euro O = 0,2 · 10 = 2 dus 200 euro verlies is O - K = -247 euro |
|||
b. | K = √(50
+ 10) = 7,75 dus 775 euro O = 0,2· 500 = 100 dus 1000 euro winst = O - K = 225 euro |
||||
c. | Als q = 1 zijn
er 10 artikelen verkocht, en is O = 2 en dat is 200 euro Als q = 2 zijn er 20 artikelen verkocht en is O = 4 en dat is 400 euro 10 artikelen leveren kennelijk 200 euro extra op, dus is de prijs per artikel €20,- |
||||
d. | √(q + 10) = 0,2q
q + 10 = 0,04q2 0,04q2 - q - 10 = 0 ABC-formule: q = (1 ±√(1 + 1,6))/0,08 = 32,66 (of -7,66 maar dat kan niet) q = 32,66 betekent 326 à 327 artikelen. |
||||
2. | a. | O = K 250q = 0,01q3 - 2q2 + 200q +10000 Y1 = 0,01X^3 - 2X^2 + 200X + 10000 Y2 = 250X intersect geeft q = 70,71 en q = 200 Er wordt winst gemaakt als 71 ≤ q ≤ 199 |
|||
b. | W = O - K = 250q -
( 0,01q3 - 2q2 + 200q
+ 10000) Y1 = 250X - ( 0,01X^3 - 2X^2 + 200X + 10000) calc - maximum geeft q = 144,84 q = 144 geeft W = 8812,16 q = 145 geeft W = 8813,75 Dat laatste is de maximale winst |
||||
3. | a. | Y1 = -12X^2
+ 120X + 6200 calc - maximum geeft de top bij X = 5 Dus onder 5 euro vinden de mensen een kaartje te goedkoop |
|||
b. | Y1 = -12X^2
+ 120X + 6200 calc - zero geeft k = 28,27 |
||||
c. | O = k • T = k
• (-12k2
+ 120k + 6200) Y1 = X * (-12X^2 + 120X + 6200) calc - maximum geeft X = k = 16,87 (dan is O = 81131,84) |
||||
d. | W = O - K = k
• (-12k2
+ 120k + 6200) - (10000 + 500√(200k)) Y1 = X * (-12X^2 + 120X + 6200) - (10000 + 500√(200X)) calc - maximum geeft X = k = 15,93 (dan is W = 42485,76) |
||||
4. | a. | TO
= 200 • 70 = 14000 TK = 1,1 • 2001,65 + 1830 = 8717,98 W = 14000 - 8717,98 = 5282 eurocent en dat is ongeveer 53 euro. |
|||
b. | W
= 0 als 70q = 1,1• q1,65 + 1830 plot Y1 = 70X en Y2 = 1,1 • X1,65 + 1830 window bijv. Xmin 0, Xmax = 100, Ymin = 0, Ymax =10000 Intersect levert X ≈ 30,58 dus er zullen minimal 31 kroketten moeten worden verkocht. (er is nog een snijpunt bij X ≈ 553 maar dat heeft geen invloed omdat maximaal 400 kroketten worden verkocht). |
||||
c. | 1e
manier W is maximaal als de afgeleide ervan nul is.; dat is als TO' = TK' 1,815 • q0,65 = 70 geeft met intersect X ≈ 276 2e manier |
||||
5. | a. | q = 0 geeft TK = 5000/40 = 125 en dat zijn de vaste kosten. | |||
b. | De helling van de lijn naar de
oorsprong wordt steeds kleiner als q groter wordt. Dat komt omdat de grafiek "bol" loopt en niet "hol" |
||||
c. | TK/q
= 4 TK = 4q (600q + 5000)/(q + 40) = 4q 600q + 5000 = 4q(q + 40) 600q + 5000 = 4q2 + 160q 0 = 4q2 - 440q - 5000 ABC-formule: q = (440 ±√(193600 + 80000))/8 = 120,38 (of -10,38 maar dat kan niet) Dus q = 120 à 121 |
||||
d. | Teken een lijn door de oorsprong
met helling 5,5. Waar die de grafiek van TK snijdt zijn de gemiddelde kosten 5,5. Dat is ongeveer bij q = 80 |
||||
6. | a. | GK = TK/q
= (0,00002q3 - 0,013q2
+ 3q + 400)/q Y1 = (0,00002X^3 - 0,013X^2 + 3X + 400)/X T2 = 2 intersect geeft dan X = q = 214,2 of q = 593,2 Dus bij 214 à 215 en bij 593 à 594 producten. |
|||
b. | Teken een lijn door de oorsprong met helling
4. Waar die de grafiek van TK snijdt zijn de gemiddelde kosten 4. Dat is ongeveer bij q = 150 |
|
|||
c. | Teken door de oorsprong de minst steile lijn
die de grafiek nog net raakt. Dat is bij q = 400 |
|
|||
d. | GK = TK/q
= (0,00002q3 - 0,013q2
+ 3q + 400)/q Y1 = (0,00002X^3 - 0,013X^2 + 3X + 400)/X calc - minimum geeft q = 400 |
||||
e. | O = 3q Teken de lijn voor de opbrengst in de grafiek van de kosten. Waar O groter is dan K is er winst. Dat is ongeveer voor 215 < q < 590 |
|
|||
f. | W = O - K = 3q -
(0,00002q3 - 0,013q2
+ 3q + 400) Y1 = 3X - (0,00002X^3 - 0,013X^2 + 3X + 400) calc - maximum geeft dan q = 433,33 q = 433 geeft W = 413,702 q = 434 geeft W = 413,698 De maximale winst is dus 413,70 bij q = 433 |
||||
7. | O = p •
q break-even als O = K dus K = p • q GK = K/q = p•q /q = p |
||||
8. | a. | na 3 jaar is t = 36
en W(36) = 4944 W(0) = 1200 de winst is 4944 - 1200 = 3744 per maand is dat 3744/36 = 104 |
|||
b. | Teken een lijn van (0, 1200) naar
P Waar die de grafiek snijdt was de gemiddelde winst even groot als in punt P. Dat is bij ongeveer t = 16 |
||||
9. | a. | De snelheid is de
afgeleide: K ' = 0,03q2 - 6q + 250 K'(150) = 25 |
|||
b. | K(150) = 0,001 • 1503
- 3 • 1502 + 250 • 150 + 8000 = 11750 K(151) = 0,001 • 1513 - 3 • 1512 + 250 • 151 + 8000 = 11776,51 dat is een toename van 26,51 en dat is ongeveer gelijk aan het antwoord op vraag a). |
||||
c. | G = K/q
= (0,01q3 - 3q2 +
250q + 8000)/q = 0,01q2 - 3q
+ 250 + 8000/q G(160) = 0,01 • 1602 - 3 • 160 + 250 + 8000/160 = 76 |
||||
d. | Y1 = 0,01X^2 - 3X + 250 + 8000/X calc - minimum geeft dan X = 164,73 q = 164 geeft G = 75,74 q = 165 geeft G = 75,73 De minimale gemiddelde kosten zijn 75,73 bij q = 165. |
||||
10. | a. | p(20) = 5 p(50) = 8 Dat is een stijging van 3 en dat is gemiddeld per minuut 3/30 = 0,10 |
|||
b. | p(40) = 7,50 per minuut levert dat 7,50/40 = 0,1875 |
||||
c. | de opbrengst per
minuut is de opbrengst gedeeld door het aantal minuten = p/t p/t = (10t - 100)/t2 Y1 = (10X - 100)/(X^2) calc - maximum geeft t = 20 (en opbrengst per minuut 0,25) |
||||
d. | Dan moet de afgeleide
gelijk zijn aan +0,20 Y1 = (10X - 100)/X Y2 = nDerive (Y1, X, X) Y3 = 0,20 calc - intersect Y2 en Y3 geeft t = 22,36 |
||||
e. | y = (10t
- 100)/t2
= 10/t - 100/t2
= 10t-1 - 100t-2 y ' = -10t-2 + 200t-3 = 0 vermenigvuldig met t3: -10t + 200 = 0 dat geeft t = 20 |
||||
f. | y = (10t
- 100)/t = 10 - 100/t
= 10 - 100t-1 y ' = 100t-2 = 0,20 100 = 0,20t2 t2 = 500 t = √500 = 22,36 |
||||
g. | 8 uur is 48 minuten 30 minuten per muts betekent 16 mutsen de prijs is dan (10 • 30 - 100)/30 = 6,67 de opbrengst is dan 6,67 • 16 = 106,67 |
||||
h. | Stel dat hij x
minuten aan een muts werkt. Dan maakt hij per dag 480/x mutsen de prijs per muts is (10x - 100)/x de opbrengst is dan 480/x • (10x - 100)/x = (4800x - 48000)/x2 Y1 = (4800X - 48000)/(X^2) calc - maximum geeft dan t = 20 en een opbrengst van 120 OF: y = (4800x - 48000)/x2 = 4800/x - 48000/x2 = 4800x-1 - 48000x-2 y ' = -4800x-2 + 96000x-3 = 0 -4800x + 96000 = 0 x = 20 |
||||
11. | a. | 2000 stuks betekent q = 20 K(20) = 240 gemiddeld is dat 240/2000 = 0,12 |
|||
b. | de opbrengst is
O = 0,12 • (100q) = 12q W = O - K = 12q - (0,02q3 - 1,2q2 + 24q + 80) Y1 = 12X - (0,02X^3 - 1,2X^2 + 24X + 80) calc - maximum geeft q = 34,14 en W = 113,14 |
||||
12. | a. | GK = K/q
= (0,005q3
- 0,8q2 + 40q + 1500)/q = 0,005q2
- 0,8q + 40 + 1500/q Y1 = 0,005X^2 - 0,8X + 40 + 1500/X calc - minimum geeft dan q = 96,21 q = 96 geeft GK = 24,905 q = 97 geeft GK = 24,909 Dus q = 96 geeft minimale gemiddelde kosten. |
|||
b. | opbrengst is O
= 40q winst is O - K = 40q - (0,005q3 - 0,8q2 + 40q + 1500) Y1 = 40X - (0,005X^3 - 0,8X^2 + 40X + 1500) calc - maximum geeft q = 106,67 q = 106 geeft W = 1533,72 q = 107 geeft W = 1533,985 Dat laatste is de maximale winst. |
||||
c. | opbrengst is
p • q winst is p • q - (0,005q3 - 0,8q2 + 40q + 1500) dat is maximaal als de afgeleide nul is: p - (0,015q2 - 1,6q + 40) = 0 dat is zo als q = 84: p - (0,015 • 842 - 1,6 • 84 + 40) = 0 p - 11,44 = 0 p = 11,44 |
||||
d. | break-even als O = K p • q = 0,005q3 - 0,8q2 + 40q + 1500 q = 50 geeft dan 50p = 0,005 • 503 - 0,8 • 502 + 40 • 50 + 1500 50p = 2125 p = 42,50 |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |