|
|||||
1. | a. | De functie heeft een verticale asymptoot bij x = 0. | |||
Als p naar nul gaat, gaat die integraal naar -24. | |||||
als p naar nul gaat, gaat die integraal naar 6 | |||||
De totale integraal wordt dan -24 + 6 = -18 | |||||
b. | De functie heeft een verticale asymptoot bij x = 2 | ||||
Als p naar 2 gaat, gaat dat naar oneindig, dus de integraal bestaat niet. | |||||
c. | |||||
Als p oneindig groot wordt, dan gaat dit naar 1/2. | |||||
d. | De integraal van 0 naar oneindig staat in vraag c) | ||||
Als p naar
-oneindig gaat, dan wordt dit -1/2 Samen met de integraal uit c) geeft dat 1/2 - 1/2 = 0 |
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |