|
|||||
1. | a. | f(x) = x3
- 10x2 + 16x = 0 x(x2 - 10x + 16) = 0 x(x - 2)(x - 8) = 0 x = 0 ∨ x = 2 ∨ x = 8 Tussen 0 en 2 is de grafiek boven de x-as. Tussen 2 en 8 is de grafiek onder de x-as. |
|||
Samen geeft dat oppervlakte 1891/3. | |||||
b. | f(x) = 6 -
√(4x
+ 8) = 0 √(4x + 8) = 6 4x + 8 = 36 4x = 28 x = 7 tussen x = 2 en x = 7 ligt de grafiek boven de x-as tussen x = 7 en x = 23 ligt de grafiek onder de x-as. |
||||
Samen geeft dat oppervlakte 342/3 | |||||
c. | f(x) = x2
- x - 12 = 0 (x - 4)(x + 3) = 0 x = 4 ∨ x = -3 tussen -5 en -3 ligt de grafiek boven de x-as. tussen -3 en 4 ligt de grafiek onder de x-as. tussen 4 en 5 ligt de grafiek boven de x-as. |
||||
Samen geeft dat 772/3 | |||||
d. | f(x) =
0 geeft 0,02x2 = 0,5 x2 = 25 x = 5 ∨ x = -5 tussen 1 en 5 ligt de grafiek boven de x-as. tussen 5 en 10 ligt de grafiek onder de x-as. |
||||
Samen geeft dat oppervlakte 37 | |||||
2. | a. | f(x) = 27x3 - 108x2
= 0 x2(27x - 108) = 0 x = 0 ∨ x = 4 tussen 0 en 4 ligt de grafiek onder de x-as tussen 4 en 5 ligt de grafiek boven de x-as. |
|||
Samen wordt dat 8703/4 | |||||
3. | a. | Y1 = ABS(-2 + 4sin(πx/6)) calc - integraal van 1 tot 25 geeft oppervlakte 68,93 |
|||
b. | Y1 = -2 + 4sin(πx/6) calc - integraal van 1 tot 25 geeft oppervlakte -48 Het verschil met vraag a) is 116,93 en dat is twee keer het deel onder de x-as Dat deel is dus 58,465 en dat is 84,8% |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |