|
|||||
1. | a. | x ' = 0 1· et + 2 + t · et + 2 = 0 et + 2(1 + t) = 0 t = -1 Dat is het punt (-1, -e) en dat is het minimum van de functie x(t) x(t) neemt de waarden in [-1,→] aan
y ' = 0 |
|||
b. | x = 0 t • et + 2 = 0 t = 0 dat is het punt (0, 0) y = 0 t2 • et + 2 = 0 t = 0 en dat geeft hetzelfde punt. |
||||
c. | verticale raaklijn: x ' = 0 t = -1 Dat is het punt (-e, e) horizontale raaklijn: y '= 0 t = 0 ∨ t = -2 Dat zijn de punten (0,0) en (-2, 4) |
||||
d. | Er zouden asymptoten
kunnen zijn als t naar ∞
of -∞
gaat t naar ∞, dan gaat x naar ∞ en y ook y'/x' = (2t + t²)/(1 + t) en als t naar oneindig gaat, gaat die helling ook naar oneindig (de teller wordt veel groter dan de noemer) Daar is dus geen asymptoot. t naar -∞ Dan gaat x naar 0 en y ook, dus geen asymptoot |
||||
2. | a. | ||||
x ' = 0 als
t = 0 en dat geeft het maximum (0, 1) x neemt waarden 〈←, 1] aan. |
|||||
y = 1/t en dat is een standaardgrafiek. Die neemt alle waarden aan behalve y = 0. | |||||
b. | Als t naar 0
gaat, gaat y naar ±∞
en x naar 1, dus dat geeft
een verticale asymptoot x = 1 Als t naar -∞ gaat, gaat y naar 0 en x naar -∞ dus dat geeft een horizontale asymptoot y = 0 Als t naar ∞ gaat, gaat y naar 0 en x ook, dus dat geeft geen asymptoot |
||||
3. | a. | x = (sint)-1
x ' = -(sint)-2 • cost en dat is nul als cost = 0 t = 1/2π ∨ t = 3/2π Dat geeft de punten (1/2π, 1) en (3/2π, -1) x neemt de waarden in 〈←, -1] [1, →〉 aan y = 2cost en die neemt waarden in [-2, 2] aan |
|||
b. | x = 0
heeft geen oplossingen. y = 0 cost = 0 t = 1/2π ∨ t = 3/2π Dat geeft de punten (1, 0) en (-1, 0) |
||||
c. | Als t naar 0
of 2π gaat, gaat sint naar 0,
dus x naar ±∞
en y naar 2, dus y
= 2 is horizontale asymptoot Als t naar π gaat, gaat sint naar 0, dus x naar ±∞ en y naar -2, dus y = -2 is horizontale asymptoot |
||||
d. | 4 + x2y2
?=? 4x2 4 + 1/sin²t • 4cos2t ?=? 4/sin²t vermenigvuldig alles met sin2t 4sin2t + 4cos2t ?=? 4 4(sin2t + cos2t) ?=? 4 4 ?=? 4 q.e.d. |
||||
4. | a. | ||||
Dat is nul als t =
2 Dat is het punt (1, 3) De oorsprong hoort bij t = 1 x' (1) = 4 y ' = 2t dus y' (1) = 2 Dan is y'/x' = 2/4 = 1/2 De vergelijking van de raaklijn is y = 1/2x |
|||||
b. | -3 = (4t
- 4)/t2 -3t2 = 4t - 4 0 = 3t2 + 4t - 4 t = (-4 ±√(16 + 48))/6 = 2/3 of -2 t = 2/3 geeft het punt (-3, -5/9) t = -2 geeft het punt (-3, 3) De afstand daartussen is AB = 35/9 |
||||
c. | Als t naar 0
gaat, gaat x naar ±∞
en y naar -1, dus y = -1 is horizontale
asymptoot Als t naar ±∞ gaat, gaat x naar 0 en y naar ∞ dus x = 0 is verticale asymptoot. |
||||
5. | a. |
x = 1/4t2
- 3t = 0 t(1/4t - 3) = 0 t = 0 ∨ 1/4t = 3 t = 0 ∨ t = 12 t = 0 vervalt en t = 12 geeft het punt (0, 71/3) y = t + 4/t - 5 = 0 t2 + 4 - 5t = 0 (t - 4)(t - 1) = 0 t = 4 ∨ t = 1 Dat geeft de punten (-8, 0) en (-23/4, 0) |
|||
b. | Als t naar 0
gaat, gaat y naar ±∞
en x naar 0, dus is x = 0 verticale asymptoot Als t naar ±∞ gaat, gaat x naar ∞ en y naar ±∞ dus er is geen horizontale asymptoot |
||||
c. | Het snijpunt met de
y-as wordt bereikt voor t = 12 (zie vraag a) x ' = 1/3t - 3 dus x' (12) = 1 y ' = 1 - 4/t2 dus y '(12) = 140/144 De helling is dan y'/x' = 140/144 Die maakt een hoek tan-1(140/144) = 44,2º met een horizontale lijn De hoek met de y-as is dan 90 - 44,2 = 55,6º evenwijdig aan de x-as y ' = 1 - 4/t2 = 0 4/t2 = 1 t2 = 4 t = 2 ∨ t = -2 Dat geeft de punten (-5, -1) en (7, -9) evenwijdig aan de y -as x ' = 1/3t - 3 = 0 1/3t = 3 t = 9 Dat geeft het punt (-63/4, 44/9) |
||||
d. | x = -1 1/4t2 - 3t = -1 t2 - 12t + 4 = 0 t + 4/t - 5 = 7 t2 + 4 - 12t = 0 Dat geeft twee keer dezelfde vergelijking (met discriminant groter dan nul) dus er zijn twee verschillende waarden voor t waarvoor de kromme door het punt (-1, 7) gaat, dus snijdt de kromme zichzelf in dat punt. |
||||
6. | Als t naar 1
of naar -1 gaat, gaat y naar ±∞
en x naar 0, dus is x = 0 verticale asymptoot Als t naar ±∞ gaat, gaat y naar 0 en x naar ∞ dus y = 0 is horizontale asymptoot |
||||
7. | a. |
x = ln | t
|
= 0 | t | = 1 t = 1 ∨ t = -1 Dat geeft de punten (0, -3) en (0, 5) y = t2 - 4t = 0 t(t - 4) = 0 t = 0 ∨ t = 4 t = 0 is niet toegestaan, en t = 4 geeft het punt (ln4, 0) |
|||
b. | Als t naar 0 gaat, gaat x naar -∞ en y naar 0 , dus y = 0 is horizontale asymptoot. | ||||
c. | y ' = 2t
- 4 = 0 t = 2 Dat is het punt (ln2, -4) |
||||
8. | a. |
x = ln(2t2 - t) = 0 2t2 - t = 1 2t2 - t - 1 = 0 t = (1 ±√(1 + 8))/4 = 1 of -1/2 Dat geeft de punten (0, 3) en (0, -3/4) y = t2 + 2t = 0 t(t + 2) = 0 t = 0 ∨ t = -2 t = 0 is niet toegestaan, en t = -2 geeft het punt (ln10, 0) |
|||
b. | y '= 2t
+ 2 = 0 t = -1 Dat is het punt (ln3, -1) |
||||
c. | Als t naar 0
gaat, gaat x naar -∞
en y naar 0, dus de lijn y = 0 is horizontale
asymptoot. Als t naar 1/2 gaat, gaat x naar -∞ en y naar 5/4, dus de lijn y = 5/4 is horizontale asymptoot. |
||||
9. | a. |
x = ln | t + 1
|
= 0 | t + 1 | = 1 t + 1 = 1 ∨ t + 1 = -1 t = 0 ∨ t = -2 Dat geeft de punten (0, 0) en (0, ln3) y = ln | t - 1 | = 0 | t - 1 | = 1 t - 1 = 1 ∨ t - 1 = -1 t = 2 ∨ t = 0 Dat geeft de punten (ln3, 0) en (0,0) x ' = 1/(t + 1) y ' = 1/(t - 1) de helling is dan y '/x ' = (t + 1)/(t - 1) t = 0 geeft helling -1 in het punt (0,0) t = -2 geeft helling 1/3 in het punt (0, ln3) t = 2 geeft helling 3 in het punt (ln3, 0) |
|||
b. | Als t naar 1
gaat, gaat y naar -∞
en x naar ln2 dus x = ln2 is verticale asymptoot. Als t naar -1 gaat, gaat x naar -∞ en y naar ln2 dus y = ln2 is horizontale asymptoot. Als t naar ±∞ gaat, gaan y en x beiden naar ¥ De helling y'/x' = (t + 1)/(t - 1) gaat in dat geval naar 1. Dus zal de lijn y = x + b scheve asymptoot zijn. y - x = ln(t - 1) - ln(t + 1) = ln{ (t - 1)/(t + 1)} en dat gaat naar ln1 = 0 Dus b = 0 en de scheve asymptoot is de lijn y = x |
||||
10. | Als t naar 0
of
π of 2π
gaat, gaat x naar ∞ en
y naar 0, dus y = 0 is horizontale asymptoot Als t naar 1/2π of 3/2π gaat, gaat y naar ±∞ en x naar 0, dus x = 0 is verticale asymptoot |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |