© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. a. x ' = 0
1· et + 2 + t · et + 2 = 0
et + 2(1 + t) = 0
t = -1
Dat is het punt  (-1, -e) en dat is het minimum van de functie x(t)
x(t) neemt de waarden in  [-1,→] aan

y ' = 0
2t · et + 2 + t2 · et + 2 = 0
e
t + 2 (2t + t2) = 0
2t + t2 = 0
t(2 + t) = 0
t =
0    t = -2
Dat zijn de punten (0, 0)  (minimum)  en  (-2, 4/e2) (maximum)
y(t) neemt de waarden in  [0,  →〉 aan

       
  b. x = 0
t
et + 2 = 0
t = 0
dat is het punt (0, 0)

y = 0
t2et + 2 = 0
t = 0 en dat geeft hetzelfde punt.
       
  c. verticale raaklijn:
x
' = 0
t = -1
Dat is het punt  (-e, e)

horizontale raaklijn:
y '= 0
t = 0    t = -2
Dat zijn de punten (0,0) en (-2, 4)
       
  d. Er zouden asymptoten kunnen zijn als t naar  ∞  of  -  gaat

t
naar 
, dan gaat x naar en y ook
y'/x'(2t + t²)/(1 + t)   en als t naar oneindig gaat, gaat die helling ook naar oneindig (de teller wordt veel groter dan de noemer)
Daar is dus geen asymptoot.


t naar -
   Dan gaat x naar 0  en y ook, dus geen asymptoot 
       
2. a.
    x ' = 0 als t = 0 en dat geeft het maximum (0, 1)
x neemt waarden 〈, 1]  aan.
       
    y = 1/t en dat is een standaardgrafiek. Die neemt alle waarden aan behalve y = 0.
       
  b. Als t naar 0 gaat, gaat y naar  ± en x naar 1, dus dat geeft een verticale asymptoot x = 1
Als t naar
 - gaat, gaat y naar 0 en x naar  - dus dat geeft een horizontale asymptoot y = 0
Als t naar
gaat, gaat y naar 0 en x ook, dus dat geeft geen asymptoot
       
3. a. x = (sint)-1
x ' = -(sint)-2 • cost en dat is nul als cost = 0
t = 1/2π    t = 3/2π
Dat geeft de punten  (1/2π, 1) en (3/2π, -1)
x neemt de waarden  in   〈, -1]   [1, →〉 aan

y = 2cosen die neemt waarden in  [-2, 2] aan

       
  b. x = 0  heeft geen oplossingen.

y = 0
cost = 0
t = 1/2π    t = 3/2π
Dat geeft de punten  (1, 0) en (-1, 0)
       
  c. Als t naar 0 of 2π  gaat, gaat sint naar 0, dus x naar ± en y naar 2, dus  y = 2 is horizontale asymptoot
Als t naar π gaat, gaat
sint naar 0, dus x naar ± en y naar -2, dus  y = -2 is horizontale asymptoot
       
  d. 4 + x2y2    ?=?   4x2 
4 + 1/sin²t 4cos2t   ?=?  4/sin²t       vermenigvuldig alles met  sin2t
4sin2t  + 4cos2t   ?=?  4
4(sin2t + cos2t)   ?=?  4
4  ?=?  4
q.e.d.
       
4. a.
    Dat is nul als t = 2
Dat is het punt  (1, 3)

De oorsprong hoort bij t = 1
x'
(1) = 4
y ' = 2t  dus  y' (1) = 2
Dan is y'/x' = 2/4 = 1/2
De vergelijking van de raaklijn is  y = 1/2
       
  b. -3 = (4t - 4)/t2
-3t2 = 4t - 4
0 = 3t2 + 4t - 4
t(-4 ±√(16 + 48))/6 = 2/3  of  -2
t = 2/3 geeft het punt   (-3, -5/9)
t = -2 geeft het punt  (-3, 3)
De afstand daartussen is  AB = 35/9
       
  c. Als t naar 0 gaat, gaat x naar ±  en  y naar -1, dus  y = -1 is horizontale asymptoot
Als t naar
 ± gaat, gaat x naar 0 en y naar  ∞ dus x = 0 is verticale asymptoot.
       
5. a. x = 1/4t2 - 3t  = 0
t(1/4t - 3) = 0
t = 0  ∨  1/4t = 3
t = 0   t = 12
t
= 0 vervalt en t = 12 geeft het punt  (0, 71/3)  

 yt + 4/t - 5 = 0
t2 + 4 - 5t = 0
(t - 4)(t - 1) = 0
t = 4 ∨  t = 1
Dat geeft de punten   (-8, 0) en (-23/4, 0)
       
  b. Als t naar 0 gaat, gaat y naar  ±∞ en x naar 0, dus is  x = 0 verticale asymptoot
Als t naar ±  gaat, gaat x naar  ∞  en y naar ±∞  dus er is geen horizontale asymptoot
       
  c. Het snijpunt met de y-as wordt bereikt voor t = 12 (zie vraag a)
x ' = 1/3t - 3  dus  x' (12) = 1
y
' = 1 - 4/t2  dus  y '(12) = 140/144
De helling is dan  y'/x' = 140/144
Die maakt een hoek  tan-1(140/144) = 44,2º met een horizontale lijn
De hoek met de y-as is dan 90 - 44,2 = 55,6º 

evenwijdig aan de x-as
y ' = 1 - 4/t2  = 0
4/t2 = 1
t2 = 4
t = 2  ∨  t = -2
Dat geeft de punten  (-5, -1) en (7, -9)

evenwijdig aan de y -as
x ' = 1/3t - 3 = 0
1/3t = 3
t = 9
Dat geeft het punt (-63/4, 44/9)
       
  d. x = -1
1/4t2 - 3t = -1
t2 - 12t + 4 = 0

t + 4/t - 5 = 7
t2 + 4 - 12t = 0

Dat geeft twee keer dezelfde vergelijking (met discriminant groter dan nul) dus er zijn twee verschillende waarden voor t waarvoor de kromme door het punt (-1, 7)  gaat, dus snijdt de kromme zichzelf  in dat punt.
       
6. Als t naar 1 of naar -1  gaat, gaat y naar   ±∞  en x naar 0, dus is  x = 0 verticale asymptoot
Als t naar  ±∞  gaat, gaat y naar 0 en  x naar  ∞  dus  y = 0 is horizontale asymptoot
       
7. a. x = ln | t  | = 0
| t  | =  1
t = 1    t = -1
Dat geeft de punten  (0, -3)  en  (0, 5)

y = t2 - 4t  = 0
t(t - 4) = 0
t = 0
  t  = 4
t = 0 is niet toegestaan, en t = 4 geeft het punt  (ln4, 0)
       
  b. Als  t naar 0 gaat, gaat  x naar  -∞  en y naar 0 , dus  y = 0 is  horizontale asymptoot.  
       
  c. y ' = 2t - 4 =  0
t = 2
Dat is het punt  (ln2, -4)
       
8. a. x = ln(2t2 - t) = 0
2t2 - t = 1
2t2 - t - 1 = 0
t = (1 ±√(1 + 8))/4 =  1 of -1/2
Dat geeft de punten  (0, 3)  en  (0, -3/4)

y = t2 + 2t = 0
t(t + 2) = 0
t = 0  ∨  t = -2
t = 0 is niet toegestaan,  en t = -2  geeft het punt   (ln10, 0)
       
  b. y '= 2t + 2 = 0
t = -1
Dat is het punt  (ln3, -1) 
       
  c. Als t naar 0 gaat, gaat  x naar  -∞  en y naar 0, dus de lijn  y = 0 is horizontale asymptoot.
Als t naar 1/2 gaat, gaat  x naar  -∞  en y naar 5/4, dus de lijn  y = 5/4 is horizontale asymptoot.
       
9. a. x =  ln | t + 1 | = 0
| t + 1 | = 1
t + 1 = 1    t + 1 = -1
t = 0   t = -2
Dat geeft de punten  (0, 0) en  (0, ln3)

y =  ln | t - 1 |  = 0
| t - 1 | = 1
t - 1 = 1    t - 1 = -1
t = 2  ∨  t = 0
Dat geeft de punten  (ln3, 0) en (0,0)

x ' = 1/(t + 1)
y ' = 1/(t - 1)
de helling is dan  y '/x ' = (t + 1)/(t - 1)

t = 0 geeft helling  -1 in het punt  (0,0)
t = -2 geeft helling  1/3 in het punt  (0, ln3)
t = 2 geeft helling  3 in het punt  (ln3, 0)
       
  b. Als t naar 1 gaat, gaat  y naar  -∞  en x naar ln2 dus x = ln2 is verticale asymptoot.
Als t naar -1 gaat, gaat  x naar  -∞  en y naar ln2 dus y = ln2 is horizontale asymptoot.

Als t naar  ±∞  gaat, gaan y en x beiden naar ¥
De helling  y'/x' (t + 1)/(t - 1)  gaat in dat geval naar  1.
Dus zal de lijn  y = x + b scheve asymptoot zijn.
y -
x  = ln(t - 1) - ln(t + 1) =  ln{ (t - 1)/(t + 1)}  en dat gaat naar ln1 = 0
Dus b = 0 en  de scheve asymptoot is de lijn  y = x    
       
10. Als t naar 0 of  π  of 2π  gaat, gaat x naar ∞   en y naar 0, dus y = 0 is horizontale asymptoot
Als t naar 1/2π of  3/2π gaat, gaat y naar  ±∞   en x naar 0, dus  x = 0 is verticale asymptoot
       
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)