|
|||||
1. | a. | x = t - 2/t
=
0 t2 - 2 = 0 t = √2 ∨ t = -√2 Dat geeft de punten (0, -√2) en (0, √2) y = t3 - 3t = 0 t(t2 - 3) = 0 t = 0 ∨ t = √3 ∨ t = -√3 Dat geeft de punten (1/3√3, 0) en (-1/3√3, 0) |
|||
b. | Als je t door
-t vervangt, wordt x tegengesteld, en y ook, dus
gaat het punt (x, y) over in (-x, -y) Dat betekent dat de kromme symmetrisch is in (0, 0) |
||||
c. | Als t naar 0 gaat, gaat x naar ±¥ en y naar 0, dus is de lijn y = 0 horizontale asymptoot. | ||||
d. | y' =
3t2 - 3 = 0 t2 = 1 t = 1 ∨ t = -1 Dat geeft de punten (-1, -2) en (1, 2) x = 1 geeft t - 2/t = 1 t2 - 2 = t t2 - t - 2 = 0 (t - 2)(t + 1) = 0 t = 2 ∨ t = -1 t = 2 geeft inderdaad weer het punt (1, 2) net zoals t = -1, dus de kromme snijdt zichzelf daar. x = -1 geeft t - 2/t = -1 t2 - 2 = -t t2 + t - 2 = 0 (t + 2)(t - 1) = 0 t = -2 ∨ t = 1 t = -2 geeft inderdaad weer het punt (-1, -2) net zoals t = 1, dus de kromme snijdt zichzelf daar. |
||||
e. | y' = 3t2 - 3
x ' = 1 + 2t-2 = 1 + 2/t² = (t² + 2)/t² de helling is y '/x' = (3t² - 3)t² / (t² + 2) = 1,5 (3t2 - 3)t2 = 1,5(t2 + 2) noem t2 = p, dan staat er 3p2 - 3p = 1,5p + 3 3p2 - 4,5p - 3 = 0 p = (4,5 ±√(20,25 + 36))/6 = 2 of -1/2 t2 = -1/2 kan niet en t2 = 2 geeft t = √2 ∨ t = -√2 t = √2 ∨ t = -√2 Dat geeft de punten (0, -√2) en (0, √2) Daar moet de lijn y =1,5x + p doorheen gaan, dus moet gelden p = ±√2 |
||||
2. | a. |
sint zit tussen -1 en 1 1 + 2sint zit dan tussen -1 en 3 dus x zit in [-1, 3] cost zit tussen 1 en -1 1 + cost zit tussen 2 en 0 ln(1 + cost) zit tussen -∞ en ln2 dus y zit in 〈←, ln2] |
|||
b. | y = ln(1 + cost)
= 0 1 + cost = 1 cost = 0 t = 1/2π ∨ t = -1/2π Dat geeft de snijpunten (3, 0) en (-1, 0)
x = 1 + 2sint = 0 |
||||
c. | x ' = 2cost
= 0 t = 1/2π ∨ t = -1/2π Dat geeft de punten (3, 0) en (-1, 0) en daar is de raaklijn evenwijdig aan de y-as y' = -sint/(1 + cost) = 0 sint = 0 t = 0 Dat is het punt (1, ln2) en daar is de raaklijn evenwijdig aan de x-as |
||||
d. | Als t naar
±π
gaat, gaat cost naar -1, dus y = ln(1 + cost)
gaat dan naar -∞ Dan gaat x naar 1, dus de lijn x = 1 is verticale asymptoot vervang t door -t dan wordt x2 = 1 + 2sin(-t) = 1 - 2sint dan is x1 + x2 = 1 +2sint + 1 - sint = 2 dus het gemiddelde van de x-waarden is 1. y2 = ln(1 + cos(-t)) = ln(1 + cost) = y1 De y-waarden zijn gelijk, de x-waarden zijn gemiddeld 1, dus de lijn x = 1 is symmetrieas. |
||||
3. | a. | x ' = -2t
+ 2 en y ' = 2t - 4 horizontale raaklijn: y ' = 0 geeft t = 2 (en dan is x' niet nul) t = 2 geeft het punt (0, -1) verticale raaklijn: x' = 0 geeft t = 1 (en dan is y' niet nul) t = 1 geeft het punt (1, 0) |
|||
b. | Dan moet y'/x'
naar een constant getal gaan als t → ±∞ y'/x' = (2t - 4)/(-2t + 2) en dat gaat naar -1 Dus de lijn y = -x + b zou scheve asymptoot kunnen zijn. Dan geldt y + x = b y + x = t2 - 4t + 3 + -t2 + 2t = -2t + 3 Voor t → ±∞ gaat dat ook naar ±∞ en niet naar een constante. Er is dus geen scheve asymptoot. |
||||
c. | de helling moet 1 zijn. y'/x' = (2t - 4)/(-2t + 2) = 1 2t - 4 = -2t + 2 ⇒ 4t = 6 ⇒ t = 11/2 Het raakpunt is dan (3/4, -3/4) -3/4 = 3/4 + p geeft p = 11/2 |
||||
d. | Snijpunten:
t2 - 4t + 3 = -t2 + 2t
+ 11 2t2 - 6t - 8 = 0 t2 - 3t - 4 = 0 (t - 4)(t + 1) = 0 t = 4 ∨ t = -1 t = 4 geeft het punt (-8, 3) t = -1 geeft het punt (-3, 8) De afstand daartussen is (Pythagoras) √(52 + 52) = 5√2 |
||||
e. | Aan de figuur hiernaast te zien vermoed ik
dat tussen twee bij elkaar horende gespiegelde punten: t1
+ t2 = 3 Dus t2 = 3 - t1 Dan moet punt (x1, y1) overgaan in punt (x2, y2) = (-y1, -x1) x2 = -t22 + 2t2 = -(3 - t1)2 - 2(3 - t1) = -(9 - 6t1 + t12) + 6 - 2t1 = -9 + 6t1 + t12 + 6 - 2t1 = t12 + 4t1 - 3 = -y1 dus dat klopt y2 = t22 - 4t2 + 3 = (3 - t1)2 - 4(3 - t1) + 3 = 9 - 6t1 + t12 - 12 + 4t1 + 3 = t12 - 2t1 = -x1 dus dat klopt ook |
|
|||
4. | Een "samenvatting" staat in de figuur hiernaast. De blauwe getallen zijn de waarden van t. |
|
|||
a. | snijpunt x-as:
y = 0 ⇒ t2
- 2t - 3 = 0 ⇒ (t - 3)(t + 1) = 0 ⇒ t = 3 t = -1 t = 3 geeft punt (-4, 0) t = -1 geeft punt (22/5, 0) snijpunt y-as: x = 0 en dat is nergens zo. |
||||
b. | raaklijn verticaal: x
' = 0 -12(t2 - 4t)-2 • (2t - 4) = 0 t = 2 en dat is het punt (-3, -3) raaklijn horizontaal: y' = 0 2t - 2 = 0 Þ t = 1 en dat is het punt (-4, -4) |
||||
c. | x
→ ∞ als t
→ 4 en t
→ 0 t → 4 geeft y = -3 dus horizontale asymptoot y = 5 t → 0 geef y = -3 dus horizontale asymptoot y = -3 t → ∞ geeft x → 0 en y → ∞ dus verticale asymptoot de y-as t → -∞ geeft x → 0 en y → ∞ dus verticale asymptoot de y-as |
||||
d. | t = 5
geeft x = 2,4 en y = 12 x = 2,4 geeft 12/(t² - 4t) = 2,4 12 = 2,4(t2 - 4t) 12 = 2,4t2 - 9,6t 2,4t2 - 9,6t - 12 = 0 t2 - 4t - 5 = 0 (t - 5)(t + 1) = 0 t = 5 ∨ t = -1 t = -1 geeft y = 0 De afstand PQ is dan 12. |
||||
5. | Een "samenvatting" staat in de figuur hiernaast. De blauwe getallen zijn de waarden van t. | ||||
a. | raaklijn evenwijdig aan de x-as: y '= -2/(t - 1)² = 0 en dat is nooit het geval. raaklijn evenwijdig aan de y-as: x ' = 3t2 - 6t = 0 3t(t - 2) = 0 t = 0 ∨ t = 2 t = 0 geeft het punt (2, -2) t = 2 geeft het punt (-2, 2) |
||||
b. | als t ↓
1 dan gaat y
→ ∞
en x →
0 dus de y-as is verticale asymptoot als t ↑ 1 dan gaat y → -∞ en x → 0 dus de y-as is verticale asymptoot als t → ∞ dan gaat y ↓ 0 en x → ∞ dus de x-as is horizontale asymptoot als t → -∞ dan gaat y ↑ 0 en x → -∞ dus de x-as is horizontale asymptoot |
||||
c. | De kromme lijkt symmetrisch in de
oorsprong. We gokken het verband t1 + t2 = 2 dus t2 = 2 - t1 Als we de symmetrie willen bewijzen, dan moeten we aantonen dat (x1, y1) overgaat in (x2, y2) = (-x1, -y1) x2 = t23 - 3t22 + 2 = (2 - t1)3 - 3(2 - t1)2 + 2 = 8 - 12t1 + 6t12 - t13 - 3(4 - 4t1 + t12) + 2 = 8 - 12t1 + 6t12 - t13 - 12 + 12t1 - 3t12 + 2 = -t13 + 3t12 - 2 = -x1 dus dat klopt. y2 = 2/(t2 - 1) = 2/(2 - t1 - 1) = 2/(1 - t1) = -y1 dus dat klopt ook. |
||||
d. | y3x
= 8 - 12y2 8/(t - 1)³ • (t3 - 3t2 + 2) = 8 - 24/(t- 1)² vermenigvuldig met (t - 1)3 8(t3 - 3t2 + 2) = 8(t - 1)3 - 24(t - 1) 8t3 - 24t2 + 16 = 8(t3 - 3t2 + 3t - 1) - 24t + 24 8t3 - 24t2 + 16 = 8t3 - 24t2 + 24t - 8 - 24t + 24 8t3 - 24t2 + 16 = 8t3 - 24t2 + 16 klopt! |
||||
e. |
|
||||
(bij die derde stap
is een staartdeling gemaakt) dat geeft: (75 - 30 - 6ln4) - (27 - 18 - 6ln2) = 36 - 6ln4 + 6ln 2 = 36 - 12ln2 + 6ln2 = 36 - 6ln2 ≈ 31,84 |
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |