|
|||||
1. | a. | Op afstand 1 van
lijn k: teken twee lijnen evenwijdig aan k op
afstand 1. Op afstand 1 van c: teken cirkels met straal 2 en 4 en middelpunt M. De gezochte 4 punten zijn de snijpunten van de twee lijnen met de twee cirkels: de punten P, Q, R en S hieronder. |
|||
|
|||||
b. | Kijk naar de vorige
oplossing. Wat gebeurt er als de afstand tot cirkel en lijn groter
wordt? Punt Q blijft op MA, maar loopt naar M toe. Punt S blijft op MA maar loopt van A af. De punten P en R liggen op een parabool met top A. De meetkundige plaats is dus de halve lijn MA (eindpunt M) plus de parabool. Zie de figuur hieronder |
||||
|
|||||
2. | a. | als L
op de middelloodlijn van MR ligt, dan moet L gelijke afstanden tot M en
R hebben. ML = MQ - LQ = r - LQ (r is de straal van de cirkel) RL = RP - LP = r = LP (de afstand tussen de lijnen is de straal van de cirkel) LP = LQ, dus ML = r - LQ = r - LP = RL qed. |
|||
b. | die meetkundige
plaats is de parabool met richtlijn k en brandpunt M. Teken een lijnstuk van M loodrecht op k Het midden daarvan is de top van de parabool. De twee punten waar de cirkelboog de grens van land A raakt liggen ook op die parabool, immers daar geldt ook Nog meer punten kun je vinden als met de blauwe lijnen hieronder. Kies een willekeurig punt R op k, en snij de middelloodlijn van MR met de loodlijn van R op g. Dat geeft een punt S van de parabool |
||||
|
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |