© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. a. met de afgeleide:
2yy' - 2y' - 6 = 0  dus  y' = 6/(2y - 2)
y = 7 geeft  y' = 1/2
y = 7 geeft  49 - 14 - 6x - 23 = 0  dus  x = 2
7 = 1/2 • 2 + b geeft  b = 6
de raaklijn is  y = 1/2x + 6

discriminantmethode:
y2 - 2y - 6x - 23 = 0
(y - 1)2 = 6(x + 4)
Schuif hem 4 naar rechts en 1 omlaag:  y2 = 6x  dus c = 11/2  en het raakpunt is dan (6, 6)
ab
= 11/2  dus dan geldt   6 = a • 6 + 1,5/a 
Dat geeft 6a = 6a2 + 11/2  ⇒  6a2 - 6a + 11/2 = 0  ⇒  a = 1/2     b = 3
De raaklijn  y = 1/2x + 3 moet weer 4 naar links en 1 omhoog geschoven worden:
(y - 1) = 1/2(x + 4) + 3    y = 1/2x + 2 + 3 + 1  ⇒  y = 1/2x + 6 

met de raaklijneigenschap.
(y - 1)2 = 6(x + 4)
P = (2, 7),  T = (-4, 1) dus Q = (-4, 4)
PQ:  a = 3/6 = 1/2  en   7 = 1/2 • 2 + b geeft dan b = 6
       
  b. met de afgeleide:
4yy'  + 16 = 0  dus  y'  = -4/y 
y =
8  geeft dan  y ' = - 1/2
y = 8 geeft  2 • 64 + 16x - 32 = 0  dus  x = -6
8 = -1/2 • -6 + b geeft  b = 5
de raaklijn is de lijn y = -1/2x + 5

discriminantmethode:
2y2 + 16x - 32 = 0
y2 = -8x + 16
y2 = -8(x - 2)
Schuif hem 2 naar links, dan is de formule y2 = -8x  dus  c = -2  en het raakpunt wordt (-8, 8)
ab = -2  dus dan geldt: 8 = a • -8 + -2/a
Dat geeft  8a = -8a2 - 2
8a2 + 8a + 2 = 0   ⇒  a =  -1/2   b = 4
De raaklijn  y = -1/2x + 4  moet weer 2 naar rechts worden geschoven
Dat geeft  y = -1/2(x - 2) + 4 = -1/2x + 5 

met de raaklijneigenschap.
y2 = -8(x - 2)
P = (-6, 8)  T = (2, 0)  dus  Q = (2, 4)
PQ:  a = 4/-8 = -1/2  en  8 = -1/2 • -6 + b geeft  b = 5.
       
  c. met de afgeleide:
-6yy'  - 18y'  - 2 = 0  dus  y ' = 2/(-6y - 18)
y = 1 geeft  y ' = -1/12
y = 1 geeft  -3 - 18 - 2x - 17 = 0  dus  x = -19
1 = -1/12 • -19 + b  geeft  b = -7/12
De raaklijn is de lijn  y = -1/12x - 7/12

discriminantmethode:
-3y2 - 18y - 2x -17 = 0
y2 + 6y + 2/3x + 17/3 = 0
y2 + 6y + 9 - 9 = -2/3x - 17/3
(y + 3)2 = -2/3(x - 5)
Schuif deze parabool 3 omhoog en 5 naar links en je hebt  y2 = -2/3x  met raakpunt (-24, 4)
ab = -1/6  dus  4 = -24 • a + -1/6a
Dat geeft  24a = -144a2 - 1
144a2 + 24a + 1 = 0  ⇒  a = -1/12   b = 2
De raaklijn  y = -
1/12x + 2 moet weer 3 omlaag en 5 naar rechts geschoven worden
Dat geeft (y + 3) = -
1/12(x - 5) + 2     y = -1/12x - 7/12

met de raaklijneigenschap.
(y + 3)2 = -2/3(x - 5)
P = (-19, 1)  T = (5, -3)  dus  Q = (5, -1)
PQ:  a = 2/-24 = -1/12  en   1 = -1/12 • -19 + b  geeft dan b = -7/12
       
2. x2 = 4cy  en y = ax + b  geeft   x2 = 4c(ax + b)
x2 - 4cax - 4cb = 0
één oplossing als  16c2a2 + 4(4cb) = 0
16c2a2 + 16cb = 0
ca2 + b = 0
       
3. a. De helling van de parabool  moet dan gelijk zijn aan -1/2
2yy'  = -8  ⇒  y' = -8/2y = -1/2  dus  y = 8
dat geeft  8x = -64  dus  x = -8
invullen:   8 = 2 • -8  + b   b = 24  
       
  b. De helling van de parabool is 0,4.
 2yy' + 2y'  = 4    y' = 4/(2 + 2y) = 2/(1 + y) = 0,4
1 + y = 5  geeft  y = 4
16 + 8 = 4x + 12  ⇒ x = 3
4 = 0,4 • 3 + b  ⇒  b = 2,8
       
4. de helling van de parabool is -0,8
2yy' = a ⇒  y' = a/2y = -0,8
dan is -5/8a = y
y
= -0,8x + 4   dus  x = -5/4y + 5 
y
2 = ax  geeft dan    (-5/8a)2 = a(-5/4 • -5/8a + 5)
25/64a2 - 25/32a2 - 5a = 0
a
(-25/64a - 5) = 0
a
= 0    a = -12,8   en die laatste is de gezochte oplossing.
       
5. a. 2yy'  = 10  dus  y ' = 5/y
in (21/2, 5) is de helling 5/5 = 1
AP is de lijn  y = x + 21/2 en snijdt de x-as in  A(-21/2, 0)
PB is de lijn  y = -x + 71/2 en snijdt de x-as in B (71/2, 0)
AB = 10     
       
  b. Neem een willekeurig punt  P(xP, yP)
De helling van de parabool in P is dan  a = 5/yP
Loodrecht daarop staat de lijn met helling  -yP/5 = -0,2yP
yP = -0,2yP xP +geeft  b = yP + 0,2yP xP
De loodrechte lijn is de lijn  y = -0,2yP x + yP + 0,2yPxP
Snijpunt x-as:  0 = -0,2yP x + yP + 0,2yPxP
x = (yP + 0,2yPxP)/0,2yP
x = 5 + xP  dus dat klopt inderdaad voor elk punt P
       
6. y2 = 32x  en  y2 + 8x - 80 = 0  geeft  32x + 8x - 80 = 0
40x = 80
x = 2  en dan is y = 8

y2 = 32x  geeft  2yy'  = 32  dus  in (2, 8) is y ' = 2
 y2 + 8x - 80 = 0 geeft  2yy' + 8 = 0  dus in  (2, 8) is  y ' = -1/2

2 • -1/2 = -1 dus de parabolen staan inderdaad loodrecht op elkaar in (2, 8)
       
7. a. (x - 7)2 = 6x - 15
x2 - 14x + 49 =  6x - 15
x2 - 20x + 64 = 0
(x - 16)(x - 4) = 0
x = 16    x = 4
Dat geeft de snijpunten  (16, 81) en  (4, 9) 
       
  b. met de afgeleide

a
2x2  = 6x - 15

y2 = 6x - 15 ⇒  2yy'  = 6  dus  y ' = 3/y
gelijke hellingen betekent  a = 3/y
dan is  a2 = 9/y2 = 9/(6x - 15)
invullen in de eerste vergelijking:   9/(6x - 15)x2 = 6x - 15
9x2 = (6x - 15)2
9x2 = 36x2 - 180x + 225
0 = 27x2 - 180x + 225
x = 5 ∨  x = 5/3

x
= 5 geeft   raakpunt  (5, ±15)  en helling  a = ± 1/515
x = 5/3 geeft geen raakpunt.

discriminantmethode:

a2x2 = 6x - 15
a2x2 - 6x + 15 = 0
discriminant nul:   36 - 60a2 = 0
a2 = 0,6
a = ±√0,6
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)