| 
 | |||||
| 1. | a. | √((x + c)2 
		+ y2) = 2a - √((x 
		- c)2 + y2) (x + c)2 + y2 = 4a2 - 4a√((x - c)2 + y2) + (x - c)2 + y2 x2 + 2cx + y2 - 4a2 - x2 + 2cx - c2 - y2 = -4a√((x - c)2 + y2) 4cx - 4a2 = -4a√((x - c)2 + y2) a2 - cx = a√((x - c)2 + y2) | |||
| b. | (a2 
		- cx)2 = a2 • ((x - c)2 
		+ y2) a4 - 2a2cx + c2x2 = a2x2 - 2a2cx + a2c2 + a2y2 x2(c2 - a2) - y2a2 = a2c2 - a4 x2(a2 - c2) + y2a2 = a4 - a2c2 | ||||
| c. | d(P,F1) + d(P,F2) 
		= √(b2 + c2) + √(b2 + c2) = 2a 2√(b2 + c2) = 2a √(b2 + c2) = a b2 + c2 = a2 | ||||
| d. | x2(a2 
		- c2) + y2a2 = 
		a4 - a2c2 x2b2 + y2a2 = a2(a2 - c2) x2b2 + y2a2 = a2b2 deel alles door a2b2 : | ||||
|  | |||||
| 2. | a. | 4y2 + 9x2 - 
				40y + 18x + 73 = 0 4(y2 - 10y) + 9(x2 + 2x) + 73 = 0 4(y2 - 10y + 25 - 25) + 9(x2 + 2x + 1 - 1) + 73 = 0 4(y - 5)2 - 100 + 9(x + 1)2 - 9 + 73 = 0 9(x + 1)2 + 4(y - 5)2 = 36 | |||
|  | |||||
| a = 2 en b 
		= 3 dus de brandpunten liggen op de y-as en c =
		√5 De brandpunten waren oorspronkelijk (0, ±√5) en de toppen (0, ±3) en (±2, 0) 1 naar links schuiven en 5 omhoog: brandpunten (-1, 5±√5), toppen (-1, 5) (-1, 8) (-3, 5) (1, 5) | |||||
| b. | 4y2 + x2 + 
				16y - 4x + 19 = 0 4(y2 + 4y) + x2 - 4x + 19 = 0 4(y2 + 4y + 4 - 4) + x2 - 4x + 4 - 4 + 19 = 0 4(y + 2)2 - 16 + (x - 2)2 - 4 + 19 = 0 (x - 2)2 + 4(y + 2)2 = 1 | ||||
|  | |||||
| a = 1 en b 
		= 1/2  
		dus de brandpunten liggen op de x-as en c =
		√(3/4) 
		= 1/2√3 De brandpunten waren oorspronkelijk (±1/2√3,0) en de toppen (±1, 0) en (0, ±1/2) 2 naar rechts schuiven en 2 omlaag: brandpunten: (2±1/2√3, -2) en toppen (1, -2) (3, -2) (2, -11/2) (2, -21/2) | |||||
| c. | 2y2 + x2 + 
				20y - 14 = 0 2(y2 + 10y) + x2 - 14 = 0 2(y2 + 10y + 25 - 25) + x2 - 14 = 0 2(y + 5)2 - 50 + x2 - 14 = 0 x2 + 2(y + 5)2 = 64 | ||||
|  | |||||
| a = 8 en b 
		= √32 dus de brandpunten liggen op 
		de x-as en c = √32 De brandpunten waren oorspronkelijk (±√32, 0) en de toppen (±8, 0) en (0, ±√32) 5 omlaag schuiven: brandpunten (±√32, -5) en toppen (0, -5-√32) en (0, -5+√32) | |||||
| d. | 9y2 + 64x2 - 
				144y - 384x + 576 = 0 9(y2 - 16y) + 64(x2 - 6x) + 576 = 0 9(y2 - 16y + 64 - 64) + 64(x2 - 6x + 9 - 9) + 576 = 0 9(y - 8)2 + 64(x - 3)2 - 576 - 576 + 576 = 0 64(x - 3)2 + 9(y - 8)2 = 576 | ||||
|  | |||||
| a = 3 en b 
		= 8 dus de brandpunten lagen oorspronkelijk op de y-as en c 
		= √55 De brandpunten waren oorspronkelijk (0, ±√55) en de toppen (±3, 0) en (0, ±8) 3 naar rechts schuiven en 8 omhoog: brandpunten (3, 8±√55) en toppen (0, 8) (6, 8) (3, 0) (3, 16) | |||||
| 3. | Dat kun je zien aan
		a en b, want die zeggen hoeveel de ellips is afgeplat. Als a groter wordt, dan liggen de snijpunten met de x-as juist steeds dichter bij de oorsprong Als b groter wordt dan liggen de snijpunten met de y-as juist dichter bij de oorsprong. Dus: a > b: brandpunten op de y-as. b > a: brandpunten op de x-as. | ||||
| 4. | Maak voor de duidelijkheid elke keer even een schets van de situatie. | ||||
| a | a = 8 en b = 5, en de ellips ligt met het middelpunt in de oorsprong. | ||||
|  | |||||
| b. | a = 2 en b = 6, en de ellips ligt met het middelpunt in het punt (2, 0) | ||||
|  | |||||
| c. | a = 3 en b = 1 en de ellips ligt met het middelpunt in het punt (4, -5) | ||||
|  | |||||
| d. | b = 6 en c = 8 dus a = √(62 + 82) = 10. Het middelpunt is (0,0) | ||||
|  | |||||
| e. | a = 5 en c = 3 dus b = √(52 - 32) = 4. Het middelpunt is (0, 2) | ||||
|  | |||||
| 5. | Het middelpunt van de 
		cirkel is M = (0, -2) en dat is het tweede brandpunt. Het middelpunt van de ellips is (3, -2) (midden tussen beide brandpunten) De cirkel heeft straal 9 | ||||
|  | |||||
| 6. | Omdat de top recht 
		naast het brandpunt ligt, liggen de brandpunten horizontaal. de afstand FT is 6, dus van T naar de richtcirkel ook, dus de richtcirkel gaat door (16, 0) het middelpunt van die cirkel is dan (-2, 0) (even ver van F als (16,0)) (-2, 0) is het tweede brandpunt van de ellips, dus het middelpunt is (1, 0) (midden tussen de brandpunten) Dan is a = 9 en c = 3 dus b = √(92 - 32) = √72 | ||||
|  | |||||
| 7. | a. | a = √6 en b = 3 en het middelpunt is (0,0) dus (±√6, 0) en (0, ±3). | |||
| b. | vermenigvuldig de 
		vergelijking met 54; 9x2 + 6y2 = 54 | ||||
| c. | y = x + 1 
		invullen in de ellipsvergelijking: 9x2 + 6(x + 1)2 = 54 9x2 + 6x2 + 12x + 6 = 54 15x2 + 12x - 48 = 0 x = (-12 ±√(3024))/30 = 1,43 of -2,23 dat geeft de punten (1.43, 2.43) en (-2.23, -1.23) | ||||
| 8. | a. | 4y2 
				+ x2 - 2x = 0 4y2 + x2 - 2x + 1 - 1 = 0 (x - 1)2 + 4y2 = 1 | |||
| Dat geeft  a 
		= 1 en b = 1/2  
		dus c = √(1 - 
		1/4) 
		= √(3/4) 
		= 1/2√3 middelpunt van de ellips is (1, 0) Neem het brandpunt (1 + 1/2√3, 0) snij de lijn x = 1 + 1/2√3 met de ellips (1 + 1/2√3 - 1)2 + 4y2 = 1 3/4 + 4y2 = 1 4y2 = 1/4 y2 = 1/16 y = ±1/4 De afstand daartussen is 1/2. | |||||
| b. | y = 0 geeft: 
		x2 - 2x = 0 x(x - 2) = 0 x = 0 ∨ x = 2 De snijpunten zijn (0,0) en (2,0) | ||||
| c. | y = x 
		geeft   4x2 
				+ x2 - 2x = 0 5x2 - 2x = 0 x(5x - 2) = 0 x = 0 ∨ x = 2/5 Dat geeft de punten (0,0) en (2/5, 2/5) De afstand daartussen is √((2/5)2 + (2/5)2) = √(8/25) = 2/5√2 | ||||
| © h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) | |||||