|
|||||
1. | Verbind de
middelpunten van de cirkels met elkaar. Dat geeft een driehoek met zijden 8, 15, 17. Dat is een Pythagoreïsch drietal, dus de hoek in de kleine cirkel in 90º De boog is dan 3/4 van de cirkelomtrek Dat is 3/4 • 2π • 3 = 41/2π |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |