© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. a. α = 20º geeft   tan20 = AC/20  AC = 20 • tan20 = 7,28
de oppervlakte van ABC is dan  1/2 • 7,28 • 20 = 72,8
de inhoud van het weggestroomde water is dan  72,8 • 20 = 1456 cm3 
dat is  1,456 liter.

     
  b. Hetzelfde verhaal als hierboven maar nu met a ipv 20:
AC = 20 • tanα
opp ABC is  1/2 • 20 • tanα • 20 = 200tanα
inhoud van het weggestroomde water is  200tanα • 20 = 4000 • tanα cm3
dat is 4tanα liter
Dan blijft er 12 - 4tanα liter over in de bak.
       
  c. tanα = 30/AB  ⇒  AB = 30tanα
de oppervlakte van ABC is dan  1/2 • 30tanα • 30 = 450tanα

De inhoud van het water in de bak is dan  450tanα • 20 = 9000tanα cm3 
Dus V = 9tanα  liter
       
2. a. als α = 50º dan is ∠UPQ = 40º
sin40º = UQ/20  ⇒   UQ = 20 • sin40º = 12,86
h = 14 + 12,86 = 26,86

     
  b. ∠PQU = α  (Z-hoeken)
cosα = QU/20  ⇒ QU = 20cosα
h = 14 + 20cosα
     
  c. QR2 = 202 + 102 - 2• 20 • 10 • cos20º = 124,12
QR = 124,12 = 11,14 meter
       
  d. QR2 = 202 + 102 - 2• 20 • 10 • cosα
QR2 = 500 - 400cosα
QR = (500 - 400cosα)
 
       
3. cosα = x/8 ⇒   x = 8cosα
sinα = y/8 ⇒  y = 8sinα

de driehoek heeft oppervlakte  1/2xy = 1/2 • 8cosα • 8sinα = 32sinαcosα

de rechthoek heeft oppervlakte
y
(12 - x) = 8sinα(12 - 8cosα) = 96sinα - 64sinαcosα

samen geeft dat  32sinαcosα + 96sinα - 64sinαcosα = 96sinα - 32sinαcosα

       
4. a. sinα = h/20 ⇒  h = 20sinα
cosα = BC/20  ⇒  BC = 20cosα

driehoek ABC heeft oppervlakte 1/2 • 20sinα • 20cosα = 200sinαcosα

de rechthoek heeft oppervlakte 40 • 20sinα = 800sinα

er zijn twee zulke driehoeken en één rechthoek, dus samen geeft dat:
400sinαcosα + 800sinα
       
  b. Y1 = 400sin(X)cos(X) + 800sin(X)
calc - macimum geeft een maximumoppervlakte van 880,73  (voor α = 68,53º)
       
5. a. sinx = ST/1 dus ST = sinx
cosx = MT/1 dus MT = cosx

TP2 = SP2 - ST2 = 16 - sin2x  dus  TP = (16 - sin2x)
a = MT + TP = cosx + (16 - sin2x)
       
  b. Als S helemaal links van M op het verlengde van MP ligt is MP = PS - MS = 4 - 1 = 3
Als S helemaal rechts tussen M en P op lijnstuk  MP ligt is MP = PS + MS = 4 + 1 = 5
       
  c. 4 = cosx + (16 - sin2x)
4 - cosx = (16 - sin2x)
(4 - cosx)2 = 16 - sin2x
16 - 8cosx + cos2x = 16 - (1 - cos2x)
8cosx = 1
cosx = 1/8
x = 82,8º  of  x = 277,18º
       
6. a. Helemaal ingeklapt:
van de 120 AR steekt dan nog 120 - 40 = 80 boven Q uit  (40 ligt langs QR)
A ligt 80 boven Q dus h = PA = PQ + QA = 200 + 80 = 280

     
  b. 60/sin30 = 40/sinβ
sinβ = 40 • sin30/60 = 1/3  
Maar ∠RAU is ook gelijk aan β (Z-hoeken)
sinRAU = UR/120 ⇒  UR = 120 • 1/3 = 40
AU = (1202 - 402 ) = 113,1

cosa = QV/40 ⇒  QV = 40cosa  = 40 • cos30º = 34,6

Dan is  x = AS = PQ - QV + AU  = 200 - 34,6 + 113,1 = 278,5
       
  c. dezelfde berekening met a ipv 30º:

60/sinα = 40/sinβ
sinβ = 40 • sinα/60 = 2/3 sinα

sinRAU = UR/120 ⇒  UR = 120 • 2/3 sinα = 80sinα
AU = (1202 - (80sinα)2 ) = (14400 - 6400sin2α) = 40(9 - 4sin2α)

cosα = QV/40 ⇒  QV = 40cosα

Dan is  x = AS = PQ - QV + AU  = 200 - 40cosα + 40(9 - 4sin2α)

       
7. a. Driehoek RPS is gelijkbenig
Teken de hoogtelijn SM vanuit S

sin(10) = MP/25 ⇒ MP = 25 • sin10 = 4,34
Dan is RP = 2 • 4,34 = 8,68  en  UP = 50 - 8,68 = 41,32

∠MPS = 80º = ∠UPQ

sin80º = QU/PU = QU/41,32
QU = 41,32 • sin80º = 40,7 cm 
     
  b. ∠PSM = 1/2x
∠SPM = 90º - 1/2x
∠UPQ = 90º - 1/2x
∠PUQ = 1/2x
       
    sinx = MP/25 ⇒  MP = 25sin1/2 PR = 50sin1/2x  UP = 50 - 50sin1/2x
cos(PUQ) = cos(1/2x) = QU/UP
QU = UP • cos(1/2x) = (50 - 50sin1/2x) • cos(1/2x) = 50 • cos(1/2x)• (1 - sin1/2x)
       
8.

       
  a. tan60 = EB/AE  ⇒ AE = EB/tan60 = 13/3 = 13/33
dan is de oppervlakte van de beide driehoeken ABE en DCF samen  13/33 • 13 = 169/33
de oppervlakte van rechthoek BCEF is 200 • 13/33 = 2600/33
samen geeft dat  9233
dat zou bij 3 m/sec een hoeveelheid van 3 • 9233 = 27693 m3 water geven
dat is ongeveer 4796 m3
       
  b. AE = h/tan60 =  0,577h
Oppervlakte beide driehoeken samen is  0,577hh =  0,577h2
Oppervlakte rechthoek is  200 • h
Natte oppervlakte is  0,577h2 +  200h  ≈ 0,6h2 + 115h

sin60 = 1/23 = h/AB  ⇒  AB = h/0,53 = 1,15h
Natte omtrek is AB + BC + CD = 2,3h + 200

op elkaar delen geeft de gevraagde formule.
       
9. a. sinMDK = MK/MD = 20/30  ⇒  MDK = 41,8º
dan is ∠ADK = 180 - 41,8 = 138,2º ≈ 138º
       
  b. De slagboom is zo ver mogelijk open als K op het verlengde van DM op de cirkel ligt.
Zie de figuur hiernaast. ∠ADK = 138º
     
  c. De openingshoek in de situatie hierboven is 180 - 138 = 42º
       
  d. In driehoek MLK:  cos(180 - α) = ML/MK = ML/20
ML = 20 • cos(180 - α) = -20cosα

DL = DM + ML = 30 - 20cosα
     
  e. DL = 30 - 20cosα
sin(180 - α) = KL/KM  KL = 20 • sin(180 - α) = 20sinα
tanβ = KL/DL =  20sinα/(30 - 20cosα) = 2sinα/(3 - 2cosα)
       
10. a. zie hiernaast.  CG staat loodrecht op EF
     
  b. tanα = GC/GB ⇒ GB = GC/tanα = 4/tanα
prisma AHD.BGC heeft grondvlak BGC en hoogte AB
BGC heeft oppervlakte  1/2 • 4/tanα • 4 = 8/tanα
De inhoud van het prisma is  8/tanα • 10 = 80/tanα
 

tanβ = GC/GF  ⇒  GF = GC/tanβ = 4/tanb
piramide B.GCF heeft grondvlak GCF en hoogte BG
de oppervlakte van GCF is  1/24/tanβ • 4 = 8/tanβ
de inhoud van de piramide is 1/38/tanβ4/tanα = 32/3tanβtanα

       
    De totale inhoud is het prisma plus twee piramides:  80/tanα + 64/3tanαtanβ
= 3 • 80tanβ/3tanαtanβ + 64/3tanβtanα
de tellers optellen geeft de gevraagde formule.
       
11. a. De situatie is dan als hiernaast.
De diagonaal van een vierkant met zijde 1 heeft lengte √2
De rechthoek er omheen heeft dan afmetingen 1 + √2  bij  0,5√2 + 1
De omtrek is  (1 + √2)(0,5√2 +1)
= 0,5√2 + 1 + 1 + √2 = 2 + 1,5√2

       
  b. In de figuur hiernaast zijn een aantal hulplijnen getrokken.
Daardoor ontstaan drie kleine rechthoekige driehoekjes, waarin we SOS-CAS-TOA mogen toepassen.
cos t = a/1 geeft  a = cos t
sin t = b/1  geeft  b = sin t
sin t = c/1  geeft  c = sin t
De hoogte van de rechthoek is  1 + a + b, de breedte is  1 + c
De oppervlakte is dan; 
(1 + a + b)•(1 + c) = (1 + cos t + sin t)•(1 + sin t)
En dat is precies de gezochte formule.

       
  c. De figuur hiernaast is op verschillende manieren te verkrijgen:

Spiegelen in de diagonaal van het vierkant.

of

De lengte en breedte van de omschrijvende rechthoek verwisselen.

 

       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)