© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

1. Het middelpunt van de omgeschreven cirkel is het snijpunt van de middelloodlijnen van de zijden.
Omdat MD loodrecht op AB staat is MD zo'n middelloodlijn, dus is AE = EB
ED = ED
Dan zijn de driehoeken AED en BED congruent(ZZR)

Omdat de koorden AD en DB gelijk zijn, zijn ook hun omtrekshoeken gelijk.
Die omtrekshoeken zijn ∠ACD en ∠BCD

Omdat ∠ACD = ∠BCD is CD de bissectrice.
 

       
2. CH is hoogtelijn dus staat loodrecht op AB.
MD staat loodrecht op AB
Dus CH // MD.

Teken een lijn door H evenwijdig aan MD. Het snijpunt met de cirkel is C.

Teken CZ.
Het snijpunt met MD is punt E.

Teken AB door E loodrecht op MD.
Snijden met de cirkel geeft A en B.

       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)