|
|||||
1. | a. | 4x - 2y +
z = 16 door (4, 0, 0) en (0, -8, 0) en (0,0,16) |
|
||
b. | 2x + y - 5z =
10 door (5,0 0 ) en (0, 10, 0) en (0, 0, -2) |
|
|||
c. | 2y + 4z = 12 evenwijdig aan de x-as en door (0,6,0) en (0,0,3) |
||||
d. | 3x = 18 - 2z evenwijdig aan de y-as en door (6, 0, 0) en (0,0,9) |
||||
2. | a. | Een cilinder met als as de z-as, en die cirkel als doorsnede met het Oxy-vlak | |||
b. | Een cilinder met als
as de x-as. Een cirkel met straal 2 en middelpunt de oorsprong als doorsnede met het Oyz-vlak. |
||||
3. | a. | zie hiernaast. PR is evenwijdig aan de x-as en snijdt de y-as in (0,8,0) QPU evenwijdig aan de z-as QS en UV evenwijdig aan de x-as |
|||
b. | PR ligt in driehoek ATC. omdat 8 gelijk is aan 2/3 deel van 12 is PR 2/3 deel van TC. Dus PR = 8 QU is de helft van BD. BD = AC = 12√2, dus QU = 6√2 QS is de helft van TC, dus QS = 6 Oppervlakte rechthoek SVQU is 6√2 • 6 = 36√2 Oppervlakte driehoek SVR is 1/2 • 6√2 • 2 = 6√2 Dan is de oppervlakte van de doorsnede gelijk aan 42√2. |
||||
4. | a. | S is het snijpunt van PC met een l;ijn door T evenwijdig aan de x-as (TS is de snijlijn van de vlakken AOT en TBC) |
|
||
b. | Vlak V gaat door (8,0,0) en
(0,12,0) en (0,0,4) De doorsnede met de piramide is GHDEF hiernaast. De projectie daarvan op het grondvlak is OJHDI In het Oyz vlak heeft TC vergelijking z = 8 - 4/3y en FE heeft vergelijking z = 4 - 1/3y Het snijpunt is E = (4, 22/3) Dus CI = 2 In het Oxz-vlak heeft TG vergelijking z = 8 - 4/3x en FG heeft vergelijking z = 4 - 1/2x Het snijpunt is G = (4.8, 1.6) Dus AJ = 1,2 |
||||
In het Oxy-vlak
heeft HD vergelijking y = 12 - 4/3x Dus H = (6, 4) en D = (41/2, 6) |
|||||
Dan is AH = 4 en CD = 41/2. zie de vijfhoek hiernaast. oppervlakte AHJ is 1/2 • 1,2 • 4 = 2,4 oppervlakte DHB is 1/2 • 2 • 1,2 = 1,5 oppervlakte DIC is 1/2 • 2 • 4,5 = 4,5 oppervlakte V is 36 - 2,4 - 1,5 - 4,5 = 27,6 |
|||||
5. |
|
||||
a. | x/3 + y/3 + z/2 = 1 ofwel 2x + 2y + 3z = 6 | ||||
b. | x/-4 + y/5 + z/-2 = 1 ofwel -5x + 4y - 10z = 20 | ||||
c. | x/8 + z/4 = 1 ofwel x + 2z = 8 | ||||
6. | a. | Door (2, 2, 2)
en (1, 2, 4) en (-1, 4, 2). Stel de vergelijking ax + by + cz = 1 en vul de punten in: 2a + 2b + 2c = 1 .....(1) a + 2b + 4c = 1 ......(2) -a + 4b + 2c = 1 ......(3) (2) en (3) optellen geeft 6b + 6c = 2 ....(4) tweemaal (3) bij (1) optellen geeft 10b + 6c = 3 trek deze laatste twee van elkaar af: 4b = 1 dus b = 1/4 invullen in (4): 11/2 + 6c = 2 dus c = 1/12 invullen in (3): -a + 1 + 1/6 = 1 dus a = 1/6 Dat geeft de vergelijking 1/6x + 1/4y + 1/12z = 1 ofwel 2x + 3y + z = 12 |
|||
b. | Door (2, 4, 7)
en (1, -10, 3) en (-4, 8, 5) Stel de vergelijking ax + by + cz = 1 en vul de punten in: 2a + 4b + 7c = 1 ...(1) a - 10b + 3c = 1 ....(2) -4a + 8b + 5c = 1 .....(3) tweemaal (1) bij 3 optellen geeft 16b + 19c = 3 tweemaal (2) van (1) aftrekken geeft 24b + c = -1 ....(4) driemaal de eerste min tweemaal de tweede geeft 55c = 11 dus c = 1/5 invullen in (4) geeft b = -1/20 invullen in (2) geeft a = -1/10 Dat geeft de vergelijking -1/10x - 1/20v + 1/5z = 1 ofwel -2x - y + 4z = 20 |
||||
7. | Teken PR evenwijdig
aan BQ. Teken de projectie S van R op OA Teken de projectie T van P op OB U is het snijpunt van ST met BC. V is vlak RSUP. Het vlak is evenwijdig aan de z-as dus de vergelijking zal er uitzien als ax + by = 1 P = (4, 4, 4) B = (8, 8, 0) en Q = (6, 0, 2) De vector BQ is dan (-2, -8, 2) De vector PR is daar de helft van (de driehoeken DRP en DQB zijn gelijkvormig), dus (-1, -4, 1) Dan is R = (3, 0, 3) |
||||
Vul de punten R en P
in de vergelijking in: 3a = 1 en 4a + 4b
= 1 Dat geeft a = 1/3 en b = -1/12 De vergelijking wordt 1/3x - 1/12y = 1 ofwel 4x - y = 12 |
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |