|
|||||
1. | a. | (p + 1)6
= 1p6 + 6p5 • 1 + 15p4 • 12 + 20p3•13 + 15p2•12 + 6p•15 + 16 = p6 + 6p5 + 15p4 + 20p3 + 15p2 + 6p + 1 |
|||
b. | (3x + 2)5 = (3x)5 + 5 • (3x)4 • 2 + 10 • (3x)3 • 22 + 10 • (3x)2 • 23 + 5 • (3x) • 24 + 1 • 25 = 243x5 + 810x4 + 1080x3 + 720x2 + 240x + 32 |
||||
c. | (2a - 4)8
= (2a)8 + 8 • (2a)7 • -1 + 28 • (2a)6 • (-4)2 + 56 • (2a)5 • (-4)3 + 70 • (2a)4 • (-4)4 + 56 • (2a)3 • (-4)5 + + 28 • (2a)2 • (-4)6 + 8 • (2a) • (-4)7 + 1 • (-4)8 = 256a8 - 1024a7 + 28672a6 - 114688a5 + 286720a4 - 458752a3 + 458752a2 - 262144a + 65536 |
||||
2. | a. | 8 nCr 3 = 56 | |||
b. | de term wordt (10 nCr 6) • a6 • 24 = 210 • a6 • 16 = 3360a6 | ||||
c. | de term wordt (7 nCr 4) • x4 • (-3)3 = 35 • x4 • -27 = -945x4 | ||||
3. | a. | aan de eerste en laatste term zie je dat het (x + y)5 moet zijn. | |||
b. | aan de eerste term
zie je dat het (a + ,,,)4 moet zijn. aan de laatste term zie je dat daar ±2 moet staan (dat is tot de vierde gelijk aan 16) Aan de mintekens zie je dat het -2 moet zijn. Dus (a - 2)4 |
||||
c. | Aan de eerste term
zie je dat het (p + ....)5 zal zijn. Dan wordt de term met p3 gelijk aan (5 nCr 3) • p3 • x2 = 10p3x2 (x nog onbekend) Dat moet gelijk zijn aan 160p3 dus 10x2 = 160 dus x = ±4 Het was dus (p - 4)5 of (p + 4)5 |
||||
4. | a. | (1 + 1)5 =
(5 nCr 0) • 15 + (5 nCr 1) 14 • 1 + .... = (5 nCr 0) + (5 nCr 1) + (5 nCr 2) + (5 nCr 3) + (5 nCr 4) + (5 nCr 5) |
|||
b. | ( 1 + 1)5 = 25 = 32 | ||||
5. | De machten van x
in een term zien er uit als xn • (1/x3)(12
- n) Dat is xn • (x-3)12 - n = xn • x-36 + 3n = x-36 + 4n Dat is een constante term als -36 + 4n = 0 dus n = 9 De term is dan (12 nCr 9) = 220 |
||||
6. | Schrijf een stukje
van het binomium op; de termen worden erg snel kleiner: (10 + 1)11 = 1011 + 11 • 1010 • 1 + 55 • 109 • 12 + 165 • 108 • 13 + 330 • 107 • 14 + 462 • 106 • 15 + .... = 1011 + 1,1 • 1011 + 0,55 • 1011 + 0,165 • 1011 + 0,033 • 1011 + 0,00462 • 1011 + .... Dat is ongeveer (1 + 1,1 + 0,55 + 0,165 + 0,033 + 0,00462 + ...) • 1011 Dat is 2,85... • 1011 De eerste twee cijfers zullen 28 zijn. |
||||
7. | Schrijf het oneven
getal als x = 2a + 1 (2a + 1)3 + 5(2a + 1)2 + 3(2a + 1) - 9 = 8a3 + 12a2 + 6a + 1 + 20a2 + 20a + 5 + 6a + 3 - 9 = 8a3 + 32a2 + 32a = 8(a3 + 4a2 + 4a) Dus het is een veelvoud van 8. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |