|
|||||
1. | Elke stem (ei) moet
een kandidaat (kleur) krijgen. Dus n = 120 en k = 6 (120 + 6 - 1) nCr (120) = 125 nCr 120 = 234531275 mogelijke uitslagen. |
||||
2. | Elke dobbelsteen (ei)
moet een kleur (aantal ogen) krijgen Dus n = 10 en k = 6 (10 + 6 - 1) nCr (10) = 15 nCr 10 = 3003 |
||||
3. | Deze is anders omdat
0 niet voor kan komen (niet positief). De oplossingsmethode is wel hetzelfde: Leg 12 enen naast elkaar: 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Om een som van drie getallen te maken moet je twee plaatsen uit de 11 tussenruimtes kiezen om een schot neer te zetten. Kies dus 2 uit de 11. Dat kan op 11 nCr 2 = 55 manieren. |
||||
4. | Elk mens (ei)
moet een kleur (antwoord) krijgen. Dus n = 12 en k = 5 (12 + 5 - 1) nCr (12) = 16 nCr 12 = 1820 mogelijke uitslagen. |
||||
5. | Geef eerst iedereen 1
reep, dan moet je nog 8 repen over 4 personen verdelen. Iedere reep (ei) moet een persoon krijgen. Dat kan op 11 nCr 8 = 165 manieren. |
||||
6. | Verdeel 4 bolletjes
over 12 smaken. Dat kan op 15 nCr 4 = 1365 manieren |
||||
7. | Noem de snoepjes
soorten a, b, c, d Leg de snoepjes op een rij met eerst de a, dan b, dan c, dan d Dat geeft een rij xxxxxxxxxxxx Daar moet je drie schotten in zetten om een mogelijkheid voor Tim te krijgen. bijvoorbeeld xx | xxxx | x | xxxxx betekent 2a + 4b + 1c + 5d Voor het kiezen van de plaatsen van de schotten zijn er 11 tussenruimtes beschikbaar. Dat kan dat op 11 nCr 3 = 165 manieren. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |