© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. a. SA kan op 5 nCr 2 = 10 manieren
AF kan op 10 nCr 3 = 120 manieren
SAF kan dan op 10 • 120 = 1200 manieren.
       
  b. SA kan op  5 nCr 2 = 10 manieren
AP kan op 4 nCr 2 = 6 manieren
PF op 6 nCr 1 = 6 manieren
SAPF kan op 10 • 6 • 6 = 360 manieren.

SA kan op  5 nCr 2 = 10 manieren
AQ kan op 5 nCr 1 = 5 manieren
QF kan op 5 nCr 2 = 10 manieren.
SAQF kan op  10 • 5 • 19 = 500 manieren.

Samen geeft dat   360 + 500 = 860 manieren.
       
2. PS kan op 5 nCr 2 = 10 manieren
SQ kan op 6 nCr 2 = 15 manieren
PSQ kan dan op 10 • 15 = 150 manieren.

PR kan op 6 nCr 2 = 15 manieren
RQ kan op 5 nCr 2 = 10 manieren
PRQ kan dan op  15 • 10 = 150 manieren.

Samen geeft dat 150 + 150 = 300 mogelijke routes.
       
3. in totaal zijn er  (11 nCr 5) = 462 routes.
via de bovenste stip zijn er   (5 nCr 2) • (6 nCr 2) = 10 • 15 = 150 routes
via de onderste stip zijn er   (5 nCr 1) • (6 nCr 2) = 5 • 15 = 75 routes
Zonder

bekeuring zijn er dus  462 - 150 - 75 = 237 routes.

       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)