|
|||||
1. | a. | P(k < 8) = P(k ≤ 7) | |||
b. | P(k > 2) = 1 - P(k ≤ 2) | ||||
c. | P(k = 12) = P(k ≤ 12) - P(k ≤ 11) | ||||
d. | P(k ≥ 35) = 1 - P(k ≤ 34) | ||||
e. | P(4 < k < 14) = P(k ≤ 13) - P(k ≤ 4) | ||||
f. | P(k = 0) = P(k ≤ 0) | ||||
g. | P(k ≥ 13) = 1 - P(k ≤ 12) | ||||
h. | P(5 ≤ k < 15) = P(k ≤ 14) - P(k ≤ 4) | ||||
2. | a. | P(k < 5) = P(k ≤ 4) | |||
b. | P(k ≤ 5) | ||||
c. | P(k > 9) = 1 - P(k ≤ 9) | ||||
d. | P(k ≥ 3) = 1 - P(k ≤ 2) | ||||
e. | P(k = 11) = P(k ≤ 11) - P(k ≤ 10) | ||||
f. | :P(k ≤ 20) | ||||
g. | P(k = 13 of k = 14) = P(k ≤ 14) - P(k ≤ 12) | ||||
h. | P(4 < k < 12) = P(k ≤ 11) - P(k ≤ 4) | ||||
3. | n = 20,
p = 0,9 (negen van de tien keer) P(X ≥ 16) = 1 - P(X ≤ 15) = 1 - binomcdf(20, 0.9, 15) = 0,9568 |
||||
4. | a. | n = 10 (tien ronden) p = 18/37 (18 van de 37 zijn rood) P(X ≥ 4) = 1 - P(X ≤ 3) = 1 - binomcdf(10, 18/37 , 3) = 0,8051 |
|||
b. | n = 70 (70 ronden) p = 1/37 (één van de 37 is groen) P(X < 3) = P(X ≤ 2) = binomcdf(70, 1/37, 2) = 0,7063 |
||||
5. | n = 120 (er
doen 120 studenten tentamen) p = 0,08 (gegeven) P(10 < X < 20) = P(X ≤ 19) - P(X ≤ 10) = binomcdf(120, .08, 19) - binomcdf(120, .08,10) = 0,3635 |
||||
6. | a. | n = 20 (20 worpen) p = 0,40 (40% kans op raak) P(X > 12) = 1 - P(X ≤ 12) = 1 - binomcdf(20, 0.40, 12) = 0,0210 |
|||
b. | n = ? p = 0,40 P(X > 8) = 1 - P(X ≤ 8) = 1 - binomcdf(X, 0.40, 8) Voer in: Y1 = 1 - binomcdf(X, 0.40, 8) Kijk bij TABLE wanneer dat voor het eerst meer dan 0,90 is Dat is bij X = n = 30 (kans 0,9060) De speler moet minstens 30 worpen nemen. |
||||
c. | Het maximale aantal
successen is 5, dus de speler neemt 5 worpen, en n = 5 p is onbekend P(X = 1) = binompdf(5, p, 1) = 0,31 Voer in Y1 = binompfd(5, X, 1) en Y2 = 0,31 intersect (WINDOW Xmin = 0 en Xmax = 1 want dat is een kans) geeft X = p = 0,09 of p = 0,35 P(X = 2) = binompdf(5, p, 2) = 0,34 Voer in Y1 = binompfd(5, X, 2) en Y2 = 0,34 intersect geeft X = p = 0,36 of p = 0,44 P(X = 3) = binompdf(5, p, 3) = 0,18 Voer in Y1 = binompfd(5, X, 3) en Y2 = 0,18 intersect geeft X = p = 0,35 of p = 0,82 Omdat alle drie tegelijk moet gelden is p = 0,35 (ongeveer, want de percentages bij de staven zijn afgeronde getallen) Dan is P(X = 0) = binompdf(5, 0.35, 0) = 0,12 dus 12% P(X = 4) = binompdf(5, 0.35, 4) = 0,049 dus 5% P(X = 5) = binompdf(5, 0.35, 5) = 0,005 dus 0,5% |
||||
7. | n = 3000 want
er zijn 3000 mensen die dood kunnen gaan. p = 0,01 noem succes dat er iemand doodgaat. Als men k graven graaft dan zijn er niet genoeg graven als het aantal successen meer dan k is. P(X > k) = 1 - P(X ≤ k - 1) < 0,04 Y1 = 1 - binomcdf(3000, .01, X - 1) Kijk bij TABLE wanneer dat voor het eerst kleiner dan 0,04 is. Dat geeft X = k = 41 (kans 0,0316) Men moet dus minstens 41 graven graven. |
||||
8. | n = onbekend =
X p = 0,48 (succes is een vraag goed beantwoorden) Meer dan de helft goed betekent P(k > 0,5X) = 1 - P(k ≤ 0,5X) Voer in Y1 = 1 - binomcdf(X, 0.48, 0.5X) Kijk bij TABLE wanneer dat maximaal is (neem alleen even getallen voor X). Dat geeft X = 24 of X = 26. (kans 0,344) Je moet 24 of 26 vragen nemen. |
||||
9. | a. | n = 12
(er zijn 12 telefoontjes) p = 0,86 P(X ≥ 7) = 1 - P(X ≤ 6) = 1 - binomcdf(12, 0.86, 6) = 0,9967 |
|||
b. | Om een enquête
ingevuld te krijgen moeten er twee dingen gebeuren: er moet opgenomen worden EN men moet bereid zijn mee te werken. De kansen daarop zijn 0,86 en 0,18 dus de kans dat beiden gebeurt is 0,86 • 0,18 = 0,1548 Van X telefoontjes krijg je dus gemiddeld 0,1548X ingevulde enquêtes. 0,1548X = 250 geeft X = 1615 Een medewerker zal gemiddeld 1615 telefoontjes moeten plegen voor 250 ingevulde enquêtes. |
||||
c. | P(er nemen van de 20 zes op) n = 20, p = 0,86 P(X = 6) = binompdf(20, 0.86, 6) = 0,0868 P(van de 15 doen er 2 mee) n = 15 p = 0,18 P(X = 2) = binompdf(15, 0.18, 2) = 0,2578 De kans dat beiden gebeurt is dan 0,0868 • 0,2578 = 0,0224 |
||||
10. | a. | Om bij Jaap te komen
moet Joop 10 stappen doen waarvan er 6 omhoog zijn. n = 10 p = 2/6 (succes is dat hij omhoog gaat) P(X = 6) = binompfd(10, 2/6, 6) = 0,0569 |
|||
b. | Na 10 stappen is er
het kritieke moment; dan is hij bij Joep of Jaap en daarna niet meer. Hij gaat ertussendoor als het aantal stappen omhoog minder dan 6 en meer dan 1 is. n = 10 p = 2/6 (succes is dat hij omhoog gaat) P(1 < X < 6) = P(X ≤ 5) - P(X ≤ 1) = binomcdf(10, 2/6, 5) - binomcdf(10, 2/6, 1) = 0,8194 |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |