|
|||||
1. | Dichtst bij elkaar:
4-3 (afstand 2) Daarna 5 tot het koppel 4-3 (afstand 3) en 1-7 (ook afstand 3) Daarna 2 tot het groepje 3-4-5 (afstand 6) Tenslotte 6 tot het groepje 1-7 (afstand 10) De kleinste afstand tussen beide groepen is dan 11 |
||||
|
|||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |