|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | a. | ongeveer 62: het hoogste punt van het polygoon | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | de stippen staan bij
3-6-9-12-... en dat zijn de rechterklassengrenzen. Dan zijn de klassen 1,5-4,5 en 4,5-7,5 en 7,5-10,5 enz. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | aflezen bij 12: minder dan 12 zijn 50 mensen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. | binnen 9 zijn er 40. binnen 6 zijn er 25 Dus binnen 8 is kleiner of gelijk aan 40 mensen maar meer dan 25 mensen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e. | minder dan 18 is 60
mensen minder dan 9 is 40 mensen Dus 60 - 40 = 20 mensen woonden tussen 8 en 18 km van hun werk. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f. | Als 20% verder van
het werk woont, dan woont 80% minder ver van het werk. 80% = 0,8 • 62 = 50 mensen ga vanaf 50 op de y-as opzij naar de grafiek. Dan kom je uit bij 12 km. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | C is de gewone want
die gaat ook omlaag. een cumulatief frequentiepolygoon kan nooit omlaag gaan, er komt immers steeds iets bij! |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | a. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De tweede rij is
afgelezen uit de figuur. De derde rij is gemaakt door steeds te kijken hoeveel er bij is gekomen vanaf de vorige. De stippen moeten bij de klassenmiddens: 0,75 - 2,25 - enz. De zijkanten moeten nog naar nul getrokken worden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | 1. Juist
andersom: als een grafiek in het begin hoger is betekent dat dat er meer
mensenweinig geld hebben gegeven. 2. De totale aantallen zijn niet gelijk. Selwerd had meer mensen dus ligt automatisch hoger. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Paddepoel:
minder dan 6 zijn 25 mensen en minder dan 12 zijn 50 mensen. Ertussen zitten dus 25 mensen Selwerd: minder dan 6 zijn 55 mensen en minder dan 12 zijn 70 mensen Ertussen zitten dus 15 mensen in totaal 25 + 15 = 40 mensen van de 70 + 50 = 120 Dat is 40/120 • 100% = 33% |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | B hoort bij I want
daar liggen alle metingen in het midden (daar stijgt de polygoon in één
keer van 0 naar 100%) A hoort bij III: alle metingen aan beide uiteinden dus C hoort bij II. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | a. | Minder dan 40 glazen
is 70% Minder dan 10 glazen is 10% Daartussen zit dus 60% |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Adorp: minder dan 20
glazen is 50% dus meer dan 20 glazen is ook 50% Bdorp: minder dan 20 glazen is 20% dus meer dan 20 glazen is 80% Gemiddeld is dat 65% |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Als Bdorp x
inwoners heeft dan zijn dat 0,8x mensen Dan heeft Adorp 2x inwoners en dan zijn dat 0,50 • 2x = x mensen Van de in totaal 3x mensen drinkt dan 1,8x meer dan 20 glazen. Dat is 1,8/3 • 100% = 60% |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. | a. | De meeste hoge scores worden gehaald bij de grafiek die aan de rechterkant het steilst loopt, en dat is bij de taaltoets. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De klassenmiddens zijn 5 -
15 - 5 - 35 - 45. Dat geeft het volgende histogram: |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. | a. | Je het gemiddelde bij 50%,
eb verder zijn de verdelingen nogal symmetrisch Voor NiMH is dat 120 minuten, voor Lithium is dat 125 minuten. Lithium heeft dus de grootste gemiddelde gebruikstijd. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | De Lithium grafiek is
smaller dus liggen de waarden daar dichter bij het gemiddelde Lithium is dus betrouwbaarder. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |