|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. | a. | minder dan 4000 was 73% minder dan 3000 was 41% daartussen ligt 32% dat zijn 0,32 29 = 9 woningen |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. |
De klassenmiddens zijn 235, 245, 255, 265,
275, 285, 295 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | a. | Dat zijn de categorieλn
C, D en E samen. Die lopen van ongeveer 38 tot ongeveer 58% Dat is dus 58 - 38 = 20%. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. |
Het gemiddelde is dan ongeveer (1 8 + 3 12 + 5 17 + ... + 78 3)/100 ≈ 11 weken |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Van de lagere
wachttijden zijn er veel, van de hogere steeds minder. Dus de
cumulatieve polygoon loopt in het begin steil omhoog en vlakt daarna af. Dat is zo bij figuur IV. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | a. | restaurant
A: 90 - 80 = 10% en restaurant B: 35 - 20 = 15% Dus relatief het meest in restaurant B. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Voor B
geldt:
Het gemiddelde is (1 5 + 3 5 + ... + 13 15)/100 = 8,70 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Er zijn vele
mogelijkheden, maar ze moeten allemaal voldoen aan de volgende
voorwaarden:
begint pas bij 6. (later mag ook!) beginnen bij 0, eindigen bij 100 Hiernaast staat een voorbeeld. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | a. | 1%
per dag is 7% per week. De grafiek moet dus over de breedte van 1 hokje meer dan 7% toenemen. Dat is zo in de weken die beginnen met 26 sept, 3 okt, 10 okt, 17 okt en 24 okt. De week beginnend met 19 sept is een grensgeval: slecht af te lezen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Uit
het staafdiagram is (ongeveer) de volgende tabel af te lezen:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De onderste rij geeft de grafiek hieronder | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | a. | Het is II of III A heeft in het begin iets meer bolletjes, dus zal III zijn (loopt in het begin steiler), dus B = II OF: II eindigt hoger dus heeft meer waarnemingen en de dotplot van B heeft inderdaad meer bolletjes dan die van A. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Q3 - Q1 = 37,9 - 36,6 = 1,3 36,6 - 1,5 1,3 = 34,65 37,9 + 1,5 1,3 = 39,85 Daarbuiten liggen nog 2 waarnemingen (aflezen uit de dotplot) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. | a. | Je weet alleen de percentages en niet de absolute aantallen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Als klassen even vaak
voorkomen dan moeten de cumulatieve frequentiepolygonen even steil
lopen. Dat is zo bij 9 - 9,5 uren slaap. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Een klasse komt niet
voor als de cumulatieve frequentiepolygoon horizontaal loopt. Bij mannen is dat de klasse 9,5 - 10,0 uur |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Invoeren in de
lijsten van de GR (L1 de klassenmiddens, L2 de frequenties) Stat-calc-1Var-stats geeft dan een gemiddelde van 7,8 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. | a. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. | a. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. | a. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. | a. | Bij lezen neemt de grafiek het meest toe bij de lage lesgelden dus daar zijn er dan het meest van. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Er
waren 64 scholen, dus als alle vakken gegeven worden dan moet het totaal
van alle scholen voor alle drie de polygonen gelijk zijn aan 64. Dat is niet zo; de grafieken lopen aan de rechterkant niet allemaal naar 64. Dus werden niet alle vakken op alle scholen gegeven. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Als de
grafiek horizontaal loopt dan komt er bij dat aantaal stuivers geen
school bij, dus wordt dat aantal niet gevraagd. Dat is zo bij 3, 5, 7, 11, 13, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22. WEL betaald werden dus 4, 6, 8, 9, 10, 12, 14, 15 stuivers. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |