|
|||||||||||||||||||||||||||||||
1. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
χ2 = 0,20
+ 0,80 + 0,20 + 3,20 + 1,80 + 0,20 = 6,40 De grenswaarde voor 5 vrijheidsgraden en α = 0,10 is 9,24 H0 dus aannemen. Er is niet genoeg reden om te veronderstellen dat de dobbelsteen onzuiver is. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
2. |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
χ2 = 2,25
+ 4 + 0,25 = 6,50 De grenswaarde voor 2 vrijheidsgraden en α = 0,05 is 5,99 H0 dus verwerpen. Er is genoeg reden om te veronderstellen dat de kans voor iedereen NIET gelijk zijn. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |