|
|||||
1. | a. | normalcdf(24, 26, 25, 1.3) = 0,5582 dus dat is 55,82% | |||
b. | de overlap is het
gebied waar de rechter klokvorm kleiner dan 26,9 is plus het gebied waar
de linker klokvorm groter dan 26,9 is. normalcdf(0, 26.9, 29, 1.8) + normalcdf(26.9, 1099, 25, 1.3) = 0,1936 |
||||
2. | a. | normalkcdf(0, 950, 1000, 28.3) = 0,0386 | |||
b. | 1000 + 3 • 28,3 =
1084,9 normalcdf(1084.9, 1099, 1000, 28.3) = 0,0013 Aan de linkerkant is nog zo'n gebied van 0,0013, dus samen geeft dat kans 0,0026 |
||||
c. | 1000 + 3 • 28,3 =
1084,9 en 1000 - 3 • 28,3 = 915,1 Alle staven liggen tussen deze waarden, dus de trekkingsmachine hoeft NIET afgekeurd te worden. |
||||
3. | a. | normalcdf(0, 45, 60, 6.7) = 0,0126 dus dat is 1,26% | |||
b. | gewichtsklasse 1 was 70-75 gram. nu in XL dat zijn de eieren van 73-75 gram normalcdf(73, 75, 60, 6.7) = 0,0136 0,0136 • 40 miljoen = 0,54 miljoen |
||||
c. | XL: normalcdf(73,
1099, 60, 6.7) = 0,0262 in de winkels komen de eieren van 73-75 gram: normalcdf(73, 75, 60, 6.7) = 0,0136 Dat is 0,0136/0,0262 • 100% = 52% |
||||
4. | 30% van de woningen:
normalcdf(0, 2500, 4500, 1000) = 0,0227 70% van de woningen: normalcdf(0, 2500, 2500, 750) = 0,5 in totaal is dat dan 0,0227 • 0,3 + 0,5 • 0,7 = 0,36 dus 36% |
||||
5. | a. | Jongens
langer dan 185: normalcdf(185, 100000, 181, 8) = 0,309 Meisjes langer dan 185: normalcdf(185, 100000, 169, 7) = 0,011 30 • 0,011 = 0,334 dus dat klopt redelijk. |
|||
b. | meisjes:
normalcdf(405, 435, 449, 26) = 0,2498 dus dat zijn 0,2498 • 60 = 14,99
» 15 meisjes jongens: normalcdf(405, 435, 489, 27) = 0,0218 dus dat zijn 0,0218 • 60 = 1,3 » 1 jongen In totaal dus 15 + 1 = 16 leerlingen |
||||
6. | a. | normalcdf(66, 86, 76, 10) ≈ 0,6827. Dus dat zijn 0,6827 • 1200 = 819 personen | |||
b. | P(zwaarder dan 82
kg) = normalcdf(82, ∞ , 76, 10) ≈
0,2743 P(lichter dan 82 kg) = 1 - 0,2743 = 0,7257 P(één zwaarder en één lichter) = P(ZL) + P(LZ) = 0,2743 • 0,7257 + 0,7257 • 0,2743 ≈ 0,40 |
||||
7. | a. | v = 5,0
geeft 5,0 = 126/T ofwel T = 25,2 minuten v > 5,0 is het geval als T < 25,2 minuten normalcdf(0, 25.2, 28, 2.5) = 0,1314 Dus naar verwachting 7 • 0,1314 = 0,92 dagen per week is zijn snelheid groter dan 5,0. |
|||
b. | neem bijv. a
= 1 P(v < 4,5 - 1) = P(v < 3,5) = P(T > 126/3,5) = P(T > 36) = normalcdf(36, 100000, 28, 2.5) = 0,788 P(v > 4,5 + 1) = P(v > 5,5) = P(T < 126/5,5) = P(T < 22,91) = normalcdf(0, 22.91, 28, 2.5) = 0,209 0,788 is duidelijk ongelijk aan 0,209. |
||||
8. | a. | de gemiddelde lengte is 0,20 • 185 + 0,80 • 160 = 165 cm. | |||
b. | |||||
de
oppervlakte bij de langen is normalcdf(0, 165, 185, 6) = 0,0062 de oppervlakte bij de korten is normalcdf(0, 165, 160, 6) = 0,7977 20% is lang en 80% is kort, dus over het totaal is het percentage dat korter is dan 165 gelijk aan 0,20 • 0,0062 + 0,80 • 0,7977 = 0,6394 en dat is iets meer dan 69% |
|||||
c. | Bij
een normale verdeling ligt 50% onder het gemiddelde. Hier is dat 60%, dus dit is geen normale verdeling. |
||||
9. | a. | Voer in de GR in: stat- edit:
L1 = 1, 2, 3, ...., 10 en L2 = 18, 39, 73, ..., 18, 2 stat- calc - 1-Var-stats (L1, L2) geeft dan xgem = 5,37 en σ = 1,93 |
|||
b. | Iedereen die een cijfer in het gebied [4.5,
5,5〉 krijgt,
krijgt uiteindelijk een 5. normalcdf (4.5, 5.5, 5.4, 1.9) = 0,2031 het aantal vijven is dan 0,2031 • 764 ≈ 155 |
||||
10. | a. | De staafjes aan de rechterkant liggen verder van het middelste staafje af dan die aan de linkerkant. Het gemiddelde zal daarom groter zijn dan de mediaan, immers voor de mediaan telt alleen hoeveel metingen er aan elke kant zitten, en niet hoe ver ze van het midden afliggen. Voor het gemiddelde telt dat laatste wel mee. | |||
b. | Er staan in totaal
100 metingen (alle staafjes optellen) Q1 is dan nr. 25-26 en dat is 4,4 Q3 is dan nr. 75-76 en dat is 4,65 De mediaan is 4,5. Invullen: S = ((4,65 - 4,5) - (4,5 - 4,4))/((4,65 - 4,5) + (4,5 - 4,4)) = (0,15 - 0,1)/(0,15 + 0,1) = 0,05/0,25 = 0,2 |
||||
c. | klasse A:
normalcdf(0, 3.4, 3.9, 0.35) = 0,0766 klasse D: normalcdf(4.2, 1099, 3.9, 0.35) = 0,1957 Dat is niet gelijk...... |
||||
d. |
|
||||
Hier zie je hoe een rode en een blauwe (symmetrische) klokvorm samen een asymmetrische groene opleveren. | |||||
11. | fakkel A:
normalcdf(48, 1099, 45, 8) = 0,3538 fakkel B: normalcdf(48, 1099, 42, 12) = 0,3085 Je kunt het best dan fakkel A kopen. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |