|
|||||||||||||||||||||||
1. | a. | P(hoge score) =
normalcdf(9.94, 1099, 7.4, 2.0) = 0,1020 P(beiden hoge score) = 0,1020 • 0,1020 = 0,0104 |
|||||||||||||||||||||
b. | μG
= 8,0 σG = 2,0/√100 = 0,2 minder dan 0,1 vanaf 8,0 betekent tussen 7,9 en 8,1: normalcdf(7.9, 8.1, 8.0, 0.2) = 0,3829 |
||||||||||||||||||||||
c. | Y1 = normalcdf(0,
8.85, 7.3, X) Y2 = 0,77 intersect geeft X = σ = 2,096 |
||||||||||||||||||||||
2. | Stel dat de kans dat
het gemiddelde gewicht in een doosje 42 gram of meer is gelijk is aan
p Dan is dit een binomiaal experiment. n = aantal experimenten = 70 p = kans op succes. aantal successen is X ≥ 10 = 1 - X ≤ 9 dus 1 - binomcdf(70, p, 9) = 0,95 Y1 = 1 - binomcdf(70, X, 9) Y2 = 0,95 intersect geeft X = p = 0,2136 Dus de kans dat één doosje gemiddelde gewicht 42 gram of meer heeft is 0,2136 Voor het gemiddelde gewicht van n eieren geldt: μ = 40 en σ = 8,7/√n Y1 = normalcdf(42, 1099, 40, 8,7/√X) Y2 = 0,2136 intersect geeft n ≈ 12 |
||||||||||||||||||||||
3. | a. |
|
|||||||||||||||||||||
van de 79310
mislukte processoren zijn er 49500 bij B fout gegaan. De kans is dus 49500/79310 = 0,6241 |
|||||||||||||||||||||||
b. | μ500
= 500 • 0,5 = 250 σ500 = 0,1√500 normalcdf(-1099, 245, 250, 0,1√500) = 0,0127 |
||||||||||||||||||||||
c. | μ =
1,5 + 1,0 + 0,5 = 3,0 σ2 = 0,32 + 0,22 + 0,12 = 0,14 dus σ = √0,14 normalcdf(3.2, 1099, 3.0, √0,14) = 0,7035 |
||||||||||||||||||||||
d. |
|
||||||||||||||||||||||
gemiddelde tijd: 1,5 • 0,01 + 2,5 • 0,0495 + 3,0 • 0,01881 + 3,0 • 0,92169 = 2,96025 sec. | |||||||||||||||||||||||
4. | a. | normalcdf(0, 6.5, 7, 0.2) = 0,0062 | |||||||||||||||||||||
b. | μ
= 36 • 7 + 12 = 264 gram σ2 = 36 • 0,22 + 0,62 = 37,44 dus σ = √37,44 normalcdf(265, 1099, 264, √37,44) = 0,4351 |
||||||||||||||||||||||
c. | μ
= 7 gram σ = 0,2/√36 = 1/30 normalcdf(0, 6.95, 7, 1/30) = 0,0668 |
||||||||||||||||||||||
5. | a. | normalcdf (3.5, 1099, 4.4, 0.7) = 0,9007 Dat is ongeveer 90% |
|||||||||||||||||||||
b. | eiwitpercentage niet te laag: normalcdf(3, 1099, 3.5,
0.4) = 0,8944 vetpercentage niet te laag: normalcdf(3.8, 1099, 4.4, 0.7) = 0,8043 beiden niet te laag: 0,8944 • 0,8043 = 0,719 één van beiden niet goed: 1 - 0,719 = 0,281 de kans dat een koe in de gaten gehouden wordt is dus 28,1% |
||||||||||||||||||||||
c. | V - E
is normaal verdeeld met m = 4,4 - 3,5 =
0,9 s2 = 0,42 + 0,72 = 0,65 dus s = 0,8062 V- E is kleiner dan nul: normalcdf(-1099, 0, 0.9, 0.8062) = 0,13 dus dat is 13% |
||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |