|
|||||
1. | Noem de kans dat
de laatste buitenbaan wint p. H0: er is geen verschil. dan is p = 0,5 H1: de laatste buitenbaan wint vaker, dan is p > 0,5 De meting gaf 26 van de 40. De overschrijdingskans is dan P(X ≥ 26) = 1 - P(X ≤ 25) Dat is 1 - binomcdf(40, 0.5, 25) = 0,04 Dat is kleiner dan het significantieniveau (0,05) dus H0 wordt verworpen De toeschouwer krijgt gelijk. |
||||
2. | H0:
p = 0,5 (geen voorspellende gaven) H1: p > 0,5 (wel voorspellende gaven) de meting was 4 van de 6. overschrijdingskans is P(X ≥ 4) = 1 - P(X ≤ 3) = 1 - binomcdf(6, 0.5, 3) = 0,34375 Dat is veel groter dan 0,10 dus er is GEEN reden om te zeggen dat Paul voorspellende gaven had. |
||||
3. | H0:
(fabrikant) p = 0,02 H1: (klant): p > 0,02 De meting is 20 stuks, en dat gaf 2 kokers met gebroken chips. Overschrijdingskans: P(aantal kokers ≥ 2) = 1 - P(aantal kokers ≤ 1) = 1 - binomcdf(20, 0.02, 1) = 0,0599 Dat is groter dan α = 0,05 dus H0 wordt aangenomen. Er is GEEN reden de bewering van de fabrikant in twijfel te trekken |
||||
4. | H0:
p = 0,40 H1: p > 0,40 meting is 28 van de 50 overschrijdingskans: P(X ≥ 28) = 1 - P(X ≤ 27) = 1 - binomcdf(50, 0.40, 27) = 0,016 Dat is groter dan α (0,01), dus H0 wordt aangenomen Er is GEEN reden om te veronderstellen dat meer dan 40% van de artikelen computerartikelen zijn. |
||||
5. | H0:
p = 1/37
(eerlijke tafel) H1: p > 1/37 (vaker nul) P(X ≥ G) < 0,05 (eenzijdige toets) 1 - P(X ≤ G - 1) < 0,05 Y1 = binomcdf(4000, 1/37, X - 1) kijk in TABLE wanneer dat minder dan 0,05 is. Dat geeft X = 126 Vanaf 126 keer een 0 maag je concluderen dat 0 inderdaad vaker voorkomt. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |