© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. Zet ze op volgorde, Groningen Blauw en Amsterdam Rood
       
 
rangnr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
consumptie 65 64 63 60  58 55 51 47 44 42 41 38 37 36
 
rangnr. 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
consumptie 35 34 32 32 32 31 28 26  25 20 18 16 14 8
       
  n = 12 en m = 16 dus dit is een grote steekproef.
De totaalscore van Groningen is  1 + 2 + 3 + 4 + 7 + 9 + 11 + 15 + 16 + 20 + 22 + 26 = 136

μ = 0,5n(n + m + 1) = 0,5 • 12 • 29 = 174
σ = √(1/6 μ • m) = √(1/6 174 16) = 21,54
continuďteitscorrectie:  X ≤ 136 wordt  X < 136,5
overschrijdingskans  normalcdf(0, 136.5, 174, 21.54) = 0,0408
Dat is kleiner dan α (= 0,05) dus H0 verwerpen:  er is WEL aanleiding om aan te nemen dat Groninger studenten meer bier drinken dan Amsterdamse
       
2. Zet ze op volgorde; jongens blauw, meisjes rood:
 
rangnr.  1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
aantal dagen 350 360 388  390  400 410 430 435 440 442 448  450 455 462
       
  H0:  er is geen verschil
H1:  er is wel verschil  (dus tweezijdig)
n
= 6 en m = 8 dus dit is een kleine steekproef.
de totaalscore van de meisjes is  1 + 4 + 8 + 9 + 11 + 13 = 46
n = 6, m = 8, α = 0,025 (de toets is tweezijdig) geeft in de tabel de grenswaarden 29 en 61
46 ligt daartussen, dus je kunt NIET concluderen dat er verschil is tussen meisjes en jongens.
       
3. Zet ze op volgorde; jongens blauw, meisjes rood:
 
rangnr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
CITO 549 540 538 537 536 535 523 523 520 510
       
  H0:  er is geen verschil.
H1:  meisjes hebben een hogere score.
n
= 5 en m = 5 dus dit is een kleine steekproef.
de totaalscore van de meisjes is  1 + 2 + 3 + 5 + 9 = 20.
n = 5, m = 5, α = 0,05 (de toets is tweezijdig) geeft in de tabel de grenswaarden 19 en 36.
20 ligt daartussen, dus je kunt NIET concluderen dat meisjes hoger scoren dan jongens.
       
4. a. inkomens zijn niet normaal verdeeld.
       
  b. Zet de gegevens op volgorde,  Stad Rood, Platteland Blauw:  
   
rangnr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9
inkomen 98000 94500 93000 90000 88000 87200 84600 81000 75000
   
rangnr. 10 11 12 13 14 15 16 17 18
inkomen 73400 70400 67000 64000 63500 60000 50200 45000 40900
       
   
H0:  er is geen verschil
H1:  inkomen in de stad is groter
n
= 7 en m = 11 dus dit is een grote steekproef.
de totaalscore van het platteland is  3 + 8 + 12 + 13 + 15 + 16 + 18 = 85

μ = 0,5n(n + m + 1) = 0,5 • 7 • 19 = 66,5
σ = √(1/6 μ • m) = √(1/6 66,5 11) = 19,12
continuďteitscorrectie:  X ≥ 85 wordt  X > 84,5
overschrijdingskans  normalcdf(84.5, 1099, 66.5, 19.12) = 0,1732
Dat is groter dan α (= 0,10) dus H0 aannemen:  er is GEEN aanleiding om aan te nemen dat het inkomen in de stad hoger is.
       
5. Zet ze op volgorde; Oh-Oh-Cherso blauw, Larpers  rood:
 
rangnr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
IQ 130 128 124 123 116 112 103 102 101 100 99 95 86
       
  H0:  er is geen verschil
H1:  Larpers hebben een hoger IQ
n
= 6 en m = 7 dus dit is een kleine steekproef.
de totaalscore van Oh-Oh-Cherso  3 + 6 + 8 + 9 + 11 + 13 = 50
n = 6, m = 7, α = 0,05 (de toets is tweezijdig) geeft in de tabel de grenswaarden 29 en 55
50 ligt daartussen, dus je kunt NIET concluderen dat Larpers een hoger IQ hebben
       
6. Zet ze op volgorde; vrouwen blauw,  mannen  rood:
 
rangnr. 1 2 3 4 5,5 5,5 7,5 7,5 9 11 11 11 13 14 15 16
gewichtsverlies 25 23 20 20 19 19 17 17 16 14 14 14 13 12 10 10
       
  H0:  er is geen verschil
H1:  er is wel verschil (tweezijdige toets)
n
= 7 en m = 9 dus dit is een kleine steekproef.
de totaalscore van de mannen is 2 + 5,5 + 7,5 + 11 + 14 + 15  + 16 = 71
n = 7, m = 9, α = 0,025 (de toets is tweezijdig) geeft in de tabel de grenswaarden 40 en 79
71 ligt daartussen, dus je kunt NIET concluderen dat er een verschil is.
       
7. a.

n = m = 10

Gemiddelde score van de volwassenen is  116,5

μ =  0,5 · 10  · (10 + 10 + 1) = 105

σ = √(μ · m/6) = 13,23
 

H0:  μ  = 105,  σ = 13,23

H1:   μ > 105

meting is  116,5

overschrijdingskans:   normalcdf(116.25, 1099, 105, 13.23) = 0,197

Dat is groter dan α, dus H0 aannemen:  er is geen verschil.

       
  b. H0:  geen verschil:  p = 0,5
H1:  volwassenen beter:  p > 0,5  (succes als volwassene hoger scoort)

meting:  8 van de 10
overschrijdingskans  P(X
8) = 1 – P(X 7) = 1 – binomcdf(10, 0.5, 7) = 0,055
Dat is groter dan
α, dus H0 aannemen:  er is geen verschil.
       
  c. r = 0,49
koppel 23-63 levert residu 33,61 op.
r  zonder dat koppel wordt  0,72
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)