|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. | a. | Selectie van de steekproef: men bekijkt alleen topsporters. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Waarschijnlijk een kromlijnige samenhang: bij erg lage en erg hoge leeftijden is de reactiesnelheid lager dan bij de middengroep. Dit is vast geen lineair verband. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Verschillende deelpopulaties. Mannen drinken meer bier, vrouwen gebruiken meer make-up. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. | Selectie van de steekproef: men bekijkt alleen kinderen met een slechte conditie | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e. | Vertraging: de reclame werkt niet meteen; mensen gaan later misschien meer kopen omdat ze de reclame hebben gezien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | a. | Er is een duidelijk patroon in de residuplot: de linkerpunten zijn er allemaal boven, de rechterpunten eronder. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | De som van alle residuen is niet nul, en dat moet wel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | a. | stat - edit Zet de rentes in L1 en de prijzen in L2 stat - calc - linreg(ax + b) (L1, L2) geeft r = 0,45 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. |
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het lijkt er nogal op dat de grafiek van de prijs 2 maanden naar rechts is verschoven vergeleken met de grafiek van de rente. Kennelijk duurt het 2 maanden voordat het effect van een hogere rente invloed heeft op de prijs. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | Vergelijk de prijs in een maand met de rente 2 maanden ervoor. Dat geeft: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
opnieuw invoeren als bij vraag a) geeft nu r = 0,65 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | a. | met punt (1,1): | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de som van de laatste rij is
7,306 de som van de residuen in het kwadraat (zonder (1,1) erbij) is 34,59 D = 7,306/34,59 = 0,21 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
met punt (2, 10): | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de som van de laatste rij is
11,066 de som van de residuen in het kwadraat (zonder (1,1) erbij) is 1,9 D = 11,066/1,9 = 5,82 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | Het punt (2,10) is
een uitschieter MET (2,10) is de correlatiecoëfficiënt gelijk aan r = 0,043 ZONDER (2,10) is de correlatiecoëfficiënt gelijk aan r = 0,849 |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | a. | stat - edit L1 de H-waarden, L2 de B-waarden stat - calc - linreg(ax + b) (L1, L2) geeft dan r = 0,824 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b. | de x en y staan symmetrisch in de formule voor r. Als je x en y met elkaar omwisselt krijg je dezelfde formule, dus dezelfde waarde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c. | een grotere correlatie: zie valkuil 2: selectie van de steekproef. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d. | list - resid
sto L3 de maximale waarde in L3 is -15,98 voor het laatste punt uit de tabel. Dat levert bijdrage ongeveer 255 aan de som van de kwadraten. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |