|
|||||
1. | Kijk naar de hoogste
machten: n²/√n5
gedraagt zich ongeveer als n²/n2,5
= n-0,5 Bekijk daarom de verhouding tussen deze rij en de rij n-0,5 |
||||
Haal de hoogste machten buiten haakjes: | |||||
Voor n naar
oneindig gaat dit naar 1, want die stukken met delen door n
worden dan nul. Dus de rij uit de opgave gedraagt zich hetzelfde als de rij n-0,5 Die divergeert (integraaltest) dus de rij uit de opgave ook. |
|||||
2. |
|
||||
De rij is vergelijkbaar met de rij 1/n² en omdat die laatste convergeert (bijv. integraaltest) doet deze rij dat ook. | |||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |