|
|||||
1. | a. | Q1a
= 1•4 + 10 = 14 Q1v = -2P1 + 40 = 14 dus -2P1 = -26 dus P1 = 13 Q2a = 1•13 + 10 = 23 Q2v = -2P2 + 40 = 23 dus -2P2 = -17 dus P2 = 8,5 OF Qtv = Qta dus -2Pt + 40 = Pt-1 + 10 Dat geeft -2Pt = Pt-1 - 30 ofwel Pt = -0,5Pt-1 + 15 P0 = 4 dan is P1 = -0,5•4 + 15 = 13 en dan is P2 = -0,5•13 + 15 = 8,5 |
|||
b. | |||||
c. | Voor
evenwicht geldt vraag = aanbod, dus -2Pt + 40 = Pt-1
+ 10 Maar als P niet meer verandert (evenwicht) kunnen we ook wel stellen Pt = Pt-1 = P Dat geeft -2P + 40 = P + 10 en de oplossing daarvan is P = 10 (euro) Dat geeft Qa = Qv = -2•10 + 40 = 20 miljoen kg. |
||||
d. | P =
12 geeft bij evenwicht (Pt - 1 = Pt)
de vergelijking -2• 12 + 40 = c • 12 + d
ofwel 16 = 12c + d P = 6 en Q = 13 geeft c • 6 + d = 13 ofwel d = 13 - 6c vul deze laatste in in de eerste vergelijking: 16 = 12c + 13 - 6c daaruit volgt 6c = 3 en c = 0,5 en dan is d = 13 - 6c = 13 - 6 • 0,5 = 10 de vergelijking is dan Qta = 0,5 • Pt-1 + 10 |
||||
2. | a. | C1
= 0,8 • 40 + 20 = 52 Y1 = 52 + 10 = 62 C2 = 0,8 • 62 + 20 = 69,6 Y2 = 69,6 + 10 = 79,6 Dus Y1 = 62 en Y2 = 79,6 |
|||
b. | E = 0,8E + 30 ⇒ 0,2E = 30 ⇒ E = 150. | ||||
c. | Yt
= Ct + It = 0,8Yt -
1 + 20 + p geeft evenwicht: E =
0,8E + p + 20 ⇒ 0,2E = p + 20 ⇒ E = 5p + 100 |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |