© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)

       
1. R = 1  (geen rente)  geeft de vergelijking  Kn = K - B/I • In  = K - B • In - 1 
Kn = 0  geeft dan  0 = K - B • In - 1
K  = B • In - 1
B = K/In -1 
       
2. R = 1,08
I = 1,04
B = 25000
Dat geeft  Kn = K • 1,08n +  25000 • 27 • (1,04n - 1,08n)
K20 = 0  geeft dan   0 = K • 4,66 + 25000 • 27 • -2,47  =  4,66K - 1667137,95
4,66K = 1667137,95
K = 357681,46
       
3. K = 400000
B = 25000
I = 1,06
R = 1,10
Dat geeft   Kn = 400000 • 1,10n + 25000 • 27,5 • (1,06n  - 1,10n)
Voer deze formule in bij Y1, en gebruik calc - zero
Dat geeft  X = n = 23,5
Je kun dus 23 jaar rentenieren.
       

© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl)