|
|||||||||||||||||||||||||||
1. | un
= 0,76 • un - 1 + 30 un = (1 - 0,24)un - 1 + 30 un = un - 1 + 0,24(125 - un - 1) c = 0,24 = groeivoet en G = 125 = grenswaarde |
||||||||||||||||||||||||||
2. | a. |
|
|||||||||||||||||||||||||
De factoren zijn
66,4/80 = 0,83 en 55,1/66,4
= 0,83 en 45,7/55,1 = 0,83 en
38/45,7 = 0,83 en 31,5/38
= 0,83 en 26,2/31,5 = 0,83 Dat is steeds gelijk dus de groei is asymptotisch. |
|||||||||||||||||||||||||||
b. | 20 - Tn
= 0,83(20 - Tn - 1) met T0
= 100 20 - Tn = 16,6 - 0,83Tn - 1 Tn = 0,83Tn - 1 + 3,4 Mode seq nMin = 0 u(n) = 0,83 * u(n - 1) + 3,4 u(nMin) = 100 TABLE geeft bij n = 15 voor het eerst een temperatuur onder de 25º |
||||||||||||||||||||||||||
c. | Tn
= 0,83Tn - 1 + 3,4 met T0 = 100 a = 0,83 en b = 3,4 Dat geeft un = 100 • 0,83n + 3,4 • (0,83n - 1)/(0,83 - 1) un = 100 • 0,83n + 20(1 - 0,83n) un = 100 • 0,83n + 20 - 20 • 0,8n un = 80 • 0,83n + 20 25 = 80 • 0,83n + 20 5 = 80 • 0,83n 0,0625 = 0,83n n = log(0,0625)/log(0,83) = 14,88 Dus inderdaad voor het eerst bij n = 15 een waarde onder de 25º |
||||||||||||||||||||||||||
3. | a. | Als er na de
nde worp An
dobbelstenen in de schaal liggen, dan gooit hij bij de volgende worp met
120000 - An stenen. Dat geeft 1/6 • (120000 - An) extra zessen op tafel. Dus na de volgende worp liggen er dan An +1 = An + 1/6(120000 - An) met A0 = 0 Dat is hetzelfde als An = An - 1 + 1/6(120000 - An - 1) met A0 = 0 Met G = 120000, c = 1/6 staat daar precies de algemene vorm van een asymptotische groei recursieformule. |
|||||||||||||||||||||||||
b. |
un = an • u0 + G(1 - an) met a = 1 - c In dit geval An = 5/6 n • 0 + 120000(1 - 5/6n) = 120000(1 - 5/6n) |
||||||||||||||||||||||||||
4. | a. | Als er na maand n
- 1 in totaal Tn-1 aan de dochter is
uitgekeerd, dan staat er nog 20000 - Tn - 1 op de
rekening. Dus Tn = Tn - 1 + 0,05 • (20000 - Tn - 1) met T0 = 0 |
|||||||||||||||||||||||||
b. | De recursieformule
van vraag a) beschrijft asymptotische groei met c = 0,05 en
G = 20000 en T0 = 0 Met de formule voor asymptotische groei geeft dat : Tn = 0,95n • 0 + 20000(1 - 0,95n) Dat is Tn = 20000(1 - 0,95n) |
||||||||||||||||||||||||||
c. | Ze kan het volhouden
zolang Tn > 600n Y1 = 20000 • (1 - 0,95^X) Y2 = 600X intersect geeft X = 23,18 Ze kan het dus 23 maanden volhouden. |
||||||||||||||||||||||||||
d. | Ze krijgt in maand n
een bedrag Tn - Tn - 1
op haar rekening gestort. Y1 = 20000 • (1 - 0,95^X) - Y1 = 20000 • (1 - 0,95^(X-1)) Y2 = 600 intersect geeft X = 10,95 Ongeveer in maand 11 krijgt ze 600 op gaar rekening gestort. |
||||||||||||||||||||||||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |