|
|||||
1. | a. | In totaal zijn er 19
• 12 + 20 • 12 + 24 • 12 = 756 werkdagen in een jaar. Voor aardappelen, suikerbieten en granen zijn al 9 • 19 + 9 • 20 + 9 • 24 = 567 dagen nodig Dus zijn nog 756 - 567 = 189 dagen over voor de nieuwe gewassen. |
|||
b. | akkermoesbloem heeft
een totale oogst van 9 • 1000 = 9000 kg en dat is teveel (meer dan
8400) komkommmerkruid vergt 9 • 22 = 198 werkdagen en dat is teveel (meer dan 189) teunisbloem vergt 9 • 24 = 216 werkdagen en dat is teveel (meer dan 189) |
||||
c. | de totale oogst
wordt x • 1000 + y • 800 + (9 - x - y)
• 800 = 1000x + 800y + 7200 - 800x - 800y dat is 200x + 7200 en dat moet minder zijn dan de opslagcapaciteit 8400 200x + 7200 ≤ 8400 Þ 200x ≤ 1200 ⇒ (delen door 200) ⇒ x ≤ 6 Het totale aantal werkdagen wordt 16
• x + 22 • y + 24 • (9 - x - y) = 16x
+ 22y + 216 - 24x - 24y |
||||
d. | Teken de vijf grenslijnen die boven opgave 15 staan in een toelaatbaar gebied: | ||||
|
|||||
Hoekpunten: A = (3.375 , 0) B =
(6,0) C = 6,3) D: x + y = 9 ⇒ 2x + 2y = 18 trek deze vergelijking af van 8x + 2y = 27; dat geeft 6x = 9 ⇒ x = 1,5 en D = (1.5 , 7.5) De opbrengst is 3 • 1000 • x + 4 • 800 • y + 4,5 • 800 • (9 - x - y) = 3000x + 3200y + 32400 - 3600x - 3600y Dat is 32400 - 600x - 400y Invullen in de vier punten A,B,C en D geeft achtereenvolgens 30375 , 28800 , 27600 en 28500 De opbrengst is maximaal in punt A, dus bij de verdeling: 3,375 ha akkermoesbloem en 0 ha komkommerkruid en 5,625 ha teunisbloem. |
|||||
2. | a. | m mondials
kost 2m manuren, en t travellers kost 3t
manuren. samen is dat 2m + 3t manuren, dus 2m + 3t ≤ 616 m mondials kost 1,5m m2 leer en t travellers kost ook 1,5t m2 leer samen is dat 1,5m + 1,5t ≤ 387 |
|||
b. |
|
||||
A: t = 0 en 2t + 3m = 616
geeft 3m = 616, dus m »
205 en het is punt (0, 205) C: m = 0 en 1,5t + 1,5m = 387 geeft 1,5t = 387 dus t = 258 en het is het punt (258, 0) B: 1,5t + 1,5m = 387 en 2t + 3m = 616 de eerste is gelijk aan t + m = 258 (delen door 1,5) ofwel t = 258 - m invullen in de tweede geeft 2(258 - m) + 3m = 616 ⇒ 516 - 2m + 3m = 616 ⇒ m = 100 t = 258 - m = 258 - 100 = 158, dus het is het punt ( 158, 100) O(0,0) Bereken de winst in deze 4 punten: WA = 44 • 0 + 56 • 205 = 11480 WB = 44 • 158 + 56 • 100 = 12552 WC = 44 • 258 + 56 • 0 = 11452 WO = 44 • 0 + 56 • 0 = 0 De maximale winst is 12552 euro, bij productie 158 koffers traveller en 100 koffers mondial |
|||||
c. | Teken de lijn t = 2m in de figuur: | ||||
|
|||||
De maximale winst vinden we in punt P, en dat is het snijpunt
van t = 2m met 1,5t + 1,5m = 387 In de laatste vergelijking t vervangen door 2m geeft 1,5 • 2m + 1,5m = 387 ofwel 4,5m = 387, dus m = 86 en dan in t = 2 • 86 = 172 W = 44 • 172 + 56 • 86 = € 12384 |
|||||
3. | a. | bijvoorbeeld: In gebied B ligt het punt (800, 300) en dat klopt niet met de laatste voorwaarde: het aantal Silver ballen is 800 en dat is meer dan het dubbele van 300. In gebied C ligt punt (400, 400) niet en dat voldoet wel aan alle voorwaarden |
|||
b. | Er zijn twee
gevallen te onderscheiden: y ≥
300 of y ≤ 300. De lijn y = 300 verdeelt het toegestane gebied in twee delen; het groene en het paarse deel hiernaast. Bekijk de kosten in beide delen apart. Het paarse gebied heeft y ≤ 300, dus K = x + 1,2y De hoekpunten zijn R(300,300) en Q(400,200) en S(600,300) Invullen geeft KR = 660, KQ = 640 en KS = 960 Het groene gebied heeft y ≥
300 dus K = x + 1,1y |
||||
4. | a. | h, m
≥ 0 machinetijd: 1/150 • m + 1/30 • h ≤ 1 ofwel m + 5h ≤ 150 medewerkerstijd: 1/2h + 1/5m ≤ 20 ofwel 5h + 2m ≤ 200 doelstellingfunctie: de winst W = 55h + 20m moet maximaal. |
|||
b. |
|
||||
A: (30,
0) en dan is W = €1650 B: m + 5h = 150 en 5h + 2m = 200 de eerste geeft 5h = 150 - m en invullen in de tweede geeft dan 150 - m + 2m = 200 dan is m = 50 en h = 20 dus B = (20, 50) en dan is W = €2100 C: (0, 100) en dan is W = €2000 Maximale winst in punt B: maak dus 20 houten en 50 metalen rackets. |
|||||
c. | Als er p
medewerkers aanwezig zijn, dan geldt:
1/2h +
1/5m
≤ p ofwel
5h + 2m ≤ 10p punt B: 5h + 2m = 10p en m + 5h = 150 5h = 150 - m invullen in de eerste: 150 - m + 2m = 10p dus m = 10p - 150 Dan is 5h = 300 - 10p dus h = 60 - 2p Als de verhouding 5 : 14 is, dan geldt dus 5h = 14m Invullen: 300 - 10p = 14(10p - 150) 300 - 10p = 140p - 2100 150p = 2400 p = 16 Er zijn dus 4 medewerkers afwezig. |
||||
5. | a. | Stel dat er B banken en F
fauteuils gemaakt worden. productiemedewerkers: B + F ≤ 60 stoffeerders: B + 2F ≤ 100 (12,5 dagen) magazijn: 3B + F ≤ 120 B, F ≥ 0 Dat geeft het gebied hiernaast. |
|
||
b. | A is (0, 50) B: B + F = 60 en B + 2F = 100 van elkaar aftrekken geeft F = 40, dus B = 20 C: 3B + F = 120 en B + F = 60 van elkaar aftrekken geeft B = 30 dus F = 30 D: (40, 0) |
||||
De winst is W =
600B + 450F Dat geeft achtereenvolgens €22500 - €30000 - €31500 - €24000 De winst is maximaal (€31500) bij een productie van 30 banken en 30 fauteuils. |
|||||
c. | W = pB +
450F C en B geven dezelfde winst als 30p + 30 • 450 = 20p + 40 • 450 ⇒ p = €450 C en D geven dezelfde winst als 30p + 30 • 450 = 40p ⇒ p = €1350 Als de winst onder de €450 of boven de €1350 komt zal men een ander productieschema gaan volgen. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |