|
|||||
1. | a. | De verkochte
aantallen zijn 15 • 1064 = 15960 en 24 • 1159 = 27816
en 30 • 484 = 14520 bonbons. Samen zijn dat 58296 bonbons Naar verhouding zijn dat dan: 15960/58296 • 105000 = 28745 bonbons Trés Chichque (1916 dozen) en 27816/58296 • 105000 = 50101 bonbons Magnifique (2088 dozen) en 14520/58296 • 105000 = 26153 bonbons Epicure (872 dozen) |
|||
b. | Als er T bonbons Tres
Chique en M bonbons Magnifique zijn, dan zijn er 105000 - T - M
bonbons Epicure. 1200 dozen tres Chicque: T ≥ 1200 • 15 dus T ≥ 18000 1200 dozen Magnifique: M ≥ 1200 • 24 dus M ≥ 28800 400 dozen Epicure: 105000 - T - M ≥ 400 • 30 dus T + M £ 93000 Niet meer T dan M: T ≤ M T niet meer dan drie maal Epicure: T ≤ 3(105000 - T - M) dus 4T + 3M ≤ 315000 |
||||
Het totaal aantal
dozen is D = T/15 +
M/24 + (105000 - T - M)/30 Loop de hoekpunten langs: T : T = 18000 en M = 28800 en dus D = 4340 S: T = 28800 en T = M = 28800 en dus D = 4700 R: T = M en 4T + 3M = 315000 dus T = M = 45000 en dan is D = 5375 Q: 4T + 3M = 315000 en T + M = 93000 uit de tweede volgt M = 93000 - T en dat kun je invullen in de eerste: 4T + 3(93000 - T) = 315000 4T + 279000 - 3T = 315000 ⇒ T = 36000 en dan is M = 57000 en dan is D = 5175 P: T = 18000 en T + M = 93000 dus M = 75000 en dan is D = 4725 Voor het maximale aantal dozen zal men 45000 bonbons aan Tres Chique en aan Magnifique uitgeven en dus 15000 bonbons aan Epicure. Dat zijn 3000 dozen en 1875 dozen en 500 dozen |
|||||
N.B. Had je door dat dit precies dezelfde vraag is als vraag 8 uit de vorige les?..... | |||||
2. | a. | Als er x ton I
en y ton II wordt gebruikt, dan is er dus 54 - x -
y ton III 180x + 300y + 150(54 - x - y) ≥ 200 • 54 180x + 300y + 8100 - 150x - 150y ≥ 10800 30x + 150y ≥ 2700 delen door 30: x + 5y ≥ 90 |
|||
b. | basismengsel B :
20x + 6y + 16(54 - x - y)
≥ 10 • 54 en dat geeft
-4x + 10y ≤ 324 basismengsel C: 90x + 50y + 40(54 - x - y) ≥ 60 • 54 en dat geeft 5x + y ≥ 108 verder geldt x, y ≥ 0 en ook 54 - x - y ≥ ofwel x + y ≤ 54 Dat geeft het volgende toelaatbare gebied: |
||||
|
|||||
De kosten zijn
K = 800x + 400y + 600z =
800x + 400y + 600(54 - x - y) =
200x - 200y + 32400 P: -4x + 10y = 324 en 5x + y = 108 De tweede geeft y = 108 - 5x en dat kun je invullen in de eerste: -4x + 10(108 - 5x) = 324 -4x + 1080 - 50x = 324 ⇒ 54x = 756 ⇒ x = 14 en dan is y = 38 en K = 27600 Q: -4x + 10y = 324 en x + y = 54 De tweede geeft y = 54 - x en dat kun je invullen in de eerste: -4x + 10(54 - x) = 324 -4x + 540 - 10x = 324 ⇒ 14x = 216 ⇒ x = 15,43 en dan is y = 38,57 en K = 27772 R: x + y = 54 en x + 5y = 90 De eerste geeft y = 54 - x en dat kun je invullen in de tweede: x + 5(54 - x) = 90 x + 270 - 5x = 90 ⇒ 180 = 4x ⇒ x = 45 en dan is y = 9 en K = 43200 S: x + 5y = 90 en 5x + y = 108 De eerste geeft x = 90 - 5y en dat kun je invullen in de tweede: 5(90 - 5y) + y = 108 450 - 25y + y = 108 ⇒ 342 = 24y ⇒ y = 14,25 en dan is x = 18,75 en K = 33300 Minimale inkoopskosten vinden we in punt P en dan moeten er resp. 14, 38 en 2 ton worden ingekocht. |
|||||
c. | K = 800x
+ 400y + 500z = 800x + 400y +
500(54 - x - y) = 300x - 100y + 27000
KP = 27400 KQ = 27772 KR = 39600 KS = 31200 P geeft nog steeds minimale inkoopskosten, dus die verlaging zal geen reden zijn om de mengverhouding te wijzigen. |
||||
3. | a. | Stel men gebruikt R
liter rum en L liter likeur, en dus 10 - R - L liter
Jus d'Orange 15% alcohol: 0,3R + 0,1L ≥ 0,15 • 10 dus 3R + L ≥ 15 rum niet meer dan dubbele: R ≤ 2L logisch: R, L ≥ 0 Jus d'Orange niet negatief: 10 - R - L ≥ 0 ofwel R + L ≤ 10 Dat geeft het volgende toelaatbare gebied: |
|||
|
|||||
b. | De niveaulijnen met
constant alcoholpercentage lopen evenwijdig aan de linkerrand van het
toelaatbare gebied. Het maximale alcoholpercentage zal worden bereikt in het rechter punt van het toelaatbare gebied. Dat is het snijpunt van R + L = 10 en R = 2L Invullen: 2L + L = 10 geeft L = 31/3 en dan is R = 62/3 Je krijgt het maximale alcoholpercentage met 62/3 liter rum en 31/3 liter likeur (dat is dan 231/3 %) |
||||
c. | K = 15R + 8L + 2(10 -
R - L) = 13R + 6L + 20 R + L = 10 en R = 2L hebben snijpunt (62/3, 31/3) en dat geeft K = 1262/3 R + L = 10 en 3R + L = 15 hebben snijpunt 3(10 - L) + L = 15 dus L = 7,5 en dan is R = 2,5 In dat geval is K = 97,50 3R + L = 15 en R = 2L hebben snijpunt 6L + L = 15 dus L = 15/7 en dan is R = 30/7 In dat geval is K = 884/7 De kosten zijn minimaal bij R = 30/7 en L = 15/7 (en Jus d'Orange dus 25/7 liter) Alcohol: 15% want op die lijn ligt het gevonden hoekpunt met minimale kosten. |
||||
d. | L = 10 - R - L L = 5 - 0,5R |
||||
|
|||||
Dat is de blauwe lijn in de figuur hierboven. Het gedeelte PQ daarvan binnen het oude toelaatbare gebied wordt nu het nieuwe toelaatbare gebied. | |||||
4. | a. | Stel dat hij B zakken
borrelnootjes, P zakken paprikachips en C zakken chipito's koopt. 2,50B + 1P + 1,50C = 800 geeft P = 800 - 2,5B - 1,5C Beperkende voorwaarden: logisch: B, C ≥ 0 paprika's positief: 800 - 2,5B - 1,5C ≥ 0 niet meer aan borrelnootjes dan aan paprika's: 2,5B ≤ P dus 2,5B ≤ 800 - 2,5B - 1,5C Dat geeft 5B + 1,5C ≤ 800 minimum aantal borrelnootjes: B ≥ 30 hoogstens 400 zakken borrelnootjes plus paprika's: B + P ≤ 400 dus B + 800 - 2,5B - 1,5C ≤ 400 Dat geeft 1,5B + 1,5C ≥ 400 |
|||
|
|||||
b. | Q:
B = 30 en 1,5B + 1,5C = 400 geeft B = 30
en C = 2362/3
en P = 370 Dat zijn in totaal 637 zakken R: B = 30 en 5B + 1,5C = 800 geeft B = 30 en C = 4331/3 en P = 75 Dat zijn in totaal 538 zakken S: 1,5B + 1,5C = 400 en 5B + 1,5C = 800. De eerste geeft 1,5C = 800 - 5B en dat kun je invullen in de eerste: 1,5B + 800 - 5B = 400 geeft B = 800/7 en dan is C = 3200/21 en P = 2000/7 Dat zijn in totaal 552 zakken. Het maximale aantal is 637 zakken |
||||
c. | G = 400B + 300P +
200C = 400B + 300( 800 - 2,5B - 1,5C) + 200C = 240000 - 350B -
250C Hieronder staat de lijn G = 150000 g. |
||||
|
|||||
d. | 2,5B = 1,5C geeft B = 0,6C en die kun je er bij in tekenen | ||||
|
|||||
Zoals je ziet loopt hij nog net een klein stukje door het toelaatbare gebied. Dus dat is mogelijk. | |||||
5. | a. | De aandelen onroerend
goed zijn dan 30 - x - y opbrengst = O = 0,08x + 0,07y + 0,09(30 - x - y) = 2,7 - 0,01x - 0,02y |
|||
b. | x
≥ 3 y ≥ 3 30 - x - y ≥ 3 dus x + y ≤ 27 tenminste de helft in aandelen en obligaties: x + y ≥ 15 aandelen niet meer dan het dubbele van obligaties: x ≤ 2y |
||||
c. |
|
||||
P: (0,
27) en dan is O = 2,16 Q: x + y = 27 en x = 2y geeft (18, 9) en O = 2,34 R: x + y = 15 en x = 2y geeft (10, 5) en O = 2,50 S: (0, 15) en O = 2,40 De maximale opbrengst is 2,5 miljoen, bij 10 miljoen aandelen, 5 miljoen obligaties en 15 miljoen onroerend goed. |
|||||
d. | De opbrengst wordt
px + 0,07y + 0,09(30 - x - y) = 2,7 +
px - 0,02y - 0,09x Er zijn meerdere verdelingen als twee aangrenzende hoekpunten dezelfde opbrengst leveren. OR = OQ: 2,7 + 10p - 0,02 • 5 - 0,09 • 10 = 2,7 + p • 18 - 0,02 • 9 - 0,09 • 18 1,7 + 10p = 0,9 + 18p 8p = 0,8 dus p = 0,10 en dan is O = 2,70 miljoen OR = OS: 2,7 + 10p - 0,02 • 5 - 0,09 • 10 = 2,7 - 0,02 • 15 1,7 + 10p = 2,4 10p = 0,7 dus p = 0,07 en dan is O = 2,40 miljoen De maximale opbrengst is 2,70 miljoen en dat is als p = 0,10 bij elk punt van het lijnstuk QR. |
||||
6. | a. | 6,5 • 60 • 70 + 7,1 • 40 • 75 + 8,4 • 50 • 90 = f 86400,- | |||
b. | graan: 8,4 ha
dus 8,4 • 10 = 84 arbeidsuren nodig. Er zijn 3 • 5 • 8 = 120
arbeidsuren voorradig erwten: 7,1 ha dus 7,1 • 15 = 106,5 arbeidsuren nodig. Er zijn 2 • 5 • 8 = 80 arbeidsuren voorradig aardappels: 6,5 ha dus 6,5 • 12 = 78 arbeidsuren nodig. Er zijn 2 • 5 • 8 = 80 arbeidsuren voorradig. Dat gaat niet lukken: in de erwtenoogstperiode zijn er niet genoeg oogsters. |
||||
c. | Het aantal ha voor
graan is dan 22 - x - y logisch: x, y ≥ 0 graan positief: 22 - x - y ≥ 0 dus x + y ≤ 22 aardappeloogst: 12x ≤ 2 • 5 • 8 dus x ≤ 62/3 erwtenoogst: 15y ≤ 2 • 5 • 8 dus y ≤ 51/3 graanoogst: 10 • (22 - x - y) ≤ 3 • 5 • 8 dus 100 ≤ 10x + 10y ofwel x + y ≥ 10 Zie het rode gebied hieronder. |
||||
|
|||||
d. | winst = W = 70x
+ 75y + 90(22 - x - y) W = 1980 - 20x - 15y Er zijn twee blauwe niveaulijnen getekend in het gebied hierboven. Daaraan kun je zien dat de maximale winst zal plaatsvinden in punt P van het toelaatbare gebied. P: y = 51/3 en x + y = 10 geeft x = 42/3 en dan is W = f1806,67 |
||||
e. | punt P ligt niet op
de grenslijnen x = 62/3
van de aardappeloogst In P is x = 42/3 dus zijn 42/3 • 12 = 56 arbeidsuren nodig. Er zijn 2 • 5 • 8 = 80 arbeidsuren beschikbaar, dus blijven 24 arbeidsuren over. |
||||
© h.hofstede (h.hofstede@hogeland.nl) |